Dienstverlening en alternatieve straffen
Schelde-actieprogramma in uitvoering
"Voor Allen" - 9 februari 2001 5
Wetsvoorstel tot wijziging van het strafwet
boek en tot invoering van de dienstverle
ning en de opleiding als gevangenisvervan-
gende straffen.
Dit wetsvoorstel werd mee
ondertekend door Dirk Van
der Maelen.
Totnogtoe werden de dienst
verlening en de opleiding op
gevat als hetzij een voorwaar
de voor verval van de strafvor
dering, hetzij een probatie-
voorwaarde die samengaat
met de opschorting van de uit
spraak van een veroordeling
of het uitstel bij de tenuitvoer
legging van een gevangenis
straf.
Er kan o.a. niet worden ont
kend dat de dienstverlening
door de betrokkene en door de
publieke opinie wordt ervaren
al een soort van strafrechterlij
ke reactie op de delinquentie.
De regering wenste niet alleen
het bij sommige delinquenten
levend gevoel van straffeloos
heid te bestrijden, maar ook
het onveiligheidsgevoel bij
een groot deel van de bevol
king. Voorts houdt de toepas
sing van de dienstverlening
niet alleen in date de vrijheid
van de vooroordeelde wordt
beperkt (inachtneming van de
werkroosters en instructies,
vervullen van de vastgelegde
taken) en dat extern wordt ge
controleerd of hij zijn ver
plichtingen nakomt, maar ook
de dreiging met zwaardere
straf indien hij ze niet nakomt
en een bepaalde stigmatise
ring (ten aanzien van zijn fa
milie of van de personen die
hij op de werkplek ontmoet).
Bovendien past de dienstver
lening in een logica van be
straffing en beantwoordt ze
aan een prioritair principe: an
ders gaan straffen.
Ook van de opleiding wordt
aangenomen dat ze een straf
rechterlijk aspect heeft en wel
op grond van volgende ele
menten: de vrijheidinperking,
de min of meer doorgedreven
controle op de te leveren in
spanning, de dreiging met een
zwaardere straf bij niet-nale-
ving van de voorwaarden en,
aangezien de deelnemer hoe
dan ook een rechtsonderhori
ge is, in zekere mate het feit
dat hij daarop door de samen
leving wordt aangekeken.
Het wetsvoorstel zorgt er voor
dat deze maatregelen volwaar
dige straffen worden. Een en
ander betekent concreet dat,
als het feit niet wordt gestraft
met een hoofdgevangenisstraf
van meer dan 5 jaar of een
zwaardere straf en als de ten
lastelegging gegrond is, de
vonnisgerechten, met uitzon
dering van de hoven van assi
sen, als hoofdstraf en mits de
delinquent daarmee instemt,
dienstverlening of een bepaal
de opleiding kunnen opleg
gen. Die straffen kunnen al
leen worden uitgesproken te
gen een beklaagde die voor
heen niet werd veroordeeld tot
een criminele straf of een
hoofdgevangenisstraf van
meer dan twaalf maanden.
Op 20 en 21 december 2000
had te Doornik het 5de Schel-
de-symposium plaats, inge
richt door de Internationale
Commissie voor de Be
scherming van de Schelde
(I.C.B.S.).
Als voorzitter van de Com
missie Leefmilieu in het
Vlaams Parlement en de Be-
nelux-commissie Leefmi
lieu was het aangewezen
deel te nemen aan, omdat
ook in het Vlaams Parle
ment en de Beneluxraad dit
probleem bijzonder wordt
opgevolgd.
In de lijn van het Verdrag
van Helsinki over de be
scherming en het gebruik
van grensoverschrijdende
waterlopen en internationale
meren en vooruitlopend op
de Europese Kaderrichtlijn
Water, ondertekenden
Frankrijk, het Waalse ge
west, het Brusselse gewest,
het Vlaamse gewest en Ne
derland in 1944 het Verdrag
van Charleville-Mézières op
de Bescherming van de
Schelde.
In haar eerste rapport "De
kwaliteit van de Schelde in
1994" toonde de ICBS aan
dat de Schelde een unieke
rivier is in Europa die tege
lijk gebukt gaat onder een
bijzonder zware verontreini-
gingsdruk zodat zij één van
de meest vervuilde rivieren
van Europa is.
In haar Schelde Actiepro
gramma heeft de Commissie
dan ook resoluut de lange
termijn doelstelling gericht
op de toekomstige genera
ties en gesteld dat in 2025
een duurzame ontwikkeling
van het Schelde-stroomge-
bied dient verzekerd.
Het hart van het eerste
Schelde Actieprogramma
wordt gevormd door 71 con
crete acties die door de vijf
Verdragspartijen samen ge
durende de korte termijn
(van 1999 tot 2003) in de
schoot van de ICBS worden
uitgevoerd.
In de eerste plaats zullen de
ze acties leiden tot een gro
ter wederzijds inzicht in de
indicatoren van zowel de
waterkwaliteit als de emis
sies en hun onderlinge sa
menhang in het Schelde
stroomgebied als geheel.
Daarnaast zal bij iedere Par
tij een grotere kennis groei
en over de saneringspro
gramma's en -acties bij de
andere Verdragspartijen.
Communicatie en samen
werking moeten in ieder
land en gewest leiden tot
een brede maatschappelijke
aanvaarding van de gevraag
de en geleverde inspanning
bij de buren. Tenslotte zul
len op het einde van de kor
te termijn, gezamenlijke
doelstellingen voor de wa
terkwaliteit en voor het eco
systeem van de Schelde
worden geformuleerd die
gedurende de daarop vol
gende periode, de middel
lange termijn, dienen gere
aliseerd.
Rond iedere actie zijn kleine
groepjes van ambtenaren en
wetenschappers gevormd,
uit elk van de vijf delegaties,
zodat een netwerk is ge
groeid van mensen die in het
dagelijkse werk met deze
materie bezig zijn, ieder in
hun eigen adminstratie of
instelling. Op die manier
wordt de samenwerking
concrete vormen gegeven.
Op enkele domeinen zijn
reeds concrete resultaten
van deze samenwerkings
vormen tot stand gekomen.
Er is het homogeen meetnet
voor de waterkwaliteit. Van
af 1998 meten de vijf landen
en gewesten op een verge
lijkbare, homogene wijze,
gezamenlijk de waterkwali
teit van de Schelde van bron
tot monding. Op 13 plaatsen
wordt 13 keer per jaar de
kwaliteit bepaald aan de
hand van 32 parameters.
Eveneens sinds 1998 is er
voor het hele Schelde
stroombekken een interna
tionaal waarschuwings- en
alarmsysteem in werking
waarbij de vijf hoofdwaar-
schuwingsposten in ieder
land en gewest met elkaar in
verbinding staan om infor
matie uit te wisselen ten ein
de calamiteuze verontreini
gingen te voorkomen en te
bestrijden.
Als we lukken in het ambiti
eus voornemen om aan het
einde van 2003 tussen de
vijf oeverstaten en gewesten
de gemeenschappelijke
doelstellingen voor de
Schelde te formuleren dan
kan er een volgend plan ge
maakt worden om deze na te
streven. Daartoe zal ieder
voor zich eigen acties en
programma's uitvoeren die,
beter dan thans het geval is,
op elkaar zullen zijn afge
stemd, zodat het effect en
rendement hoger zal liggen.
Daarna kan dan aan een
duurzame Schelde en een
integraal beheer worden ge
dacht.
Ook onze federatie is be
trokken gebied langs de
Schelde-oevers. Het zou
goed zijn om ook in onze re
gio de stand van zaken op te
maken voor de betrokken
gemeenten.
Jacques TIMMERMANS
Vlaams Volksvertegen
woordiger
Voorzitter Commissie
Leefmilieu, Natuurbehoud
en Ruimtelijke Ordening
van het Vlaams Parlement