ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Duurzame ontwikkeling
Ruim draagvlak voor duurzame ontwikkeling in België
De vlag en de lading
8 9 februari 2001 - "Voor Allen"
Duurzame ontwikkeling is
sinds het begin van de jaren
'90 een populair woord ge
worden. Het wordt meestal in
verband gebracht met de mi
lieuproblematiek. Maar hoe
wel het milieu duidelijke
grenzen stelt aan onze ruimte
voor ontwikkeling moeten we
duurzaamheid veel ruimer
zien.
Duurzame ontwikkeling heeft
minstens vier dimensies. Ten
eerste is er de sociale dimen
sie. Onze ontwikkeling kan
maar duurzaam zijn als er so
ciale rechtvaardigheid heerst
op wereldvlak. Dit betekent
sociale rechtvaardigheid in het
Noorden, in het Zuiden maar
ook tussen Noord en Zuid. Op
ecologisch vlak wordt respect
gevraagd voor de draagkracht
van de aarde. Het milieu raakt
steeds zwaarder onder druk
door gifstoffen, afval, C02-
uitstoot en het massaal en on
oordeelkundig opsouperen
van de aanwezige grondstof
fen.
'Duurzame ontwikkeling is
een ontwikkelingsmodel dat
voorziet in de behoeften van
de huidige generatie, zonder
de mogelijkheden van de toe
komstige generaties om in hun
behoeften te voorzien, in het
gedrang te brengen' zo luidt
het in het Brundtlandrapport
(1987).
Duurzame ontwikkeling ver
onderstelt ook de inspraak van
burgers bij het bepalen van
een duurzaam beleid. Zonder
participatie is duurzame ont
wikkeling niet mogelijk. Ten
slotte heeft duurzame ontwik
keling ook een economische
dimensie gericht op productie
en consumptie voor behoefte
bevrediging. Economische
oriëntaties houden echter
steeds rekening met sociale
rechtvaardigheid en milieu.
Vooral na de VN-conferentie
van Rio de Janeiro in 1992,
werd het begrip Duurzame
ontwikkeling opgenomen in
tal van beleidsverklaringen en
plannen van overheden over
de hele wereld. Men zocht op
lossingen voor de alsmaar
prangender en met elkaar sa
menhangende milieu- en ont
wikkelingsproblemen.
Acht jaar later moeten we
constateren dat er weinig con
crete vooruitgang werd ge
boekt.
Vooral de rijke westerse geïn
dustrialiseerde wereld draagt
hiervoor de verantwoordelijk
heid. Zijn productie- en con
sumptiepatronen zijn niet
duurzaam en zijn de voor
naamste oorzaak van de toe
nemende milieuvervuiling en
van de groeiende kloof tussen
rijk en arm. Bovendien stellen
we vast dat het Zuiden nauwe
lijks tot ontwikkeling of con
sumptie komt. Te veel van de
bodem- en grondstoffen uit
het Zuiden zijn nodig om aan
de consumptiebehoeften van
het Noorden te voldoen.
Bij het schrijven van dit arti
kel is de klimaatconferentie in
Den Haag volop bezig. Het
wordt hoog tijd dat de regerin
gen niet enkel afspraken ma
ken maar deze ook uitwerken
en uitvoeren. 'Omwille van de
geloofwaardigheid van de in
ternationale gemeenschap en,
belangrijker, om onze planeet
te beschermen tegen ontwik
kelingen die het leven op aar
de totaal zouden kunnen ont
wrichten' zo weet de Neder
landse minister voor Volks
huisvesting, Ruimtelijke orde
ning en Milieu Jan Pronk. Uit
een enquête in opdracht van
de Federale Raad voor Duur
zame Ontwikkeling blijkt dat
de meeste Belgen het met hem
eens zijn. Peilingen in andere
Europese landen tonen een ge
lijkaardige bezorgdheid bij de
bevolking. Willen de rege
ringsleiders volgen?
Bronnen
- Draaiboek Lokale Agenda 21 (VODO, 1997)
- FRDO-info, nr. 1 juni 1999
(http://www.belspo.be/frdoc fdd/nl/pubnl/io&n _enq.htm)
- Op goede voet met de aarde, Op eerlijke voet met het Zui
den (VODO, 2000)
- Dossier: Duurzame Ontwikkeling (IPSA, 2000)
http://www.denhaag.nl
www.vodo.ngonet.be
v y
De KU Leuven en ULB voer
den in opdracht van de Fede
rale Raad voor Duurzame
Ontwikkeling een onderzoek
uit omtrent de houding van
Belgen inzake 'duurzame ont
wikkeling'. Er werden vragen
gesteld over het leefmilieu en
de Derde Wereld.
Bijna de helft van de onder
vraagden had al van het begrip
'duurzame ontwikkeling' ge
hoord, maar de meesten
brachten het enkel in verband
met het leefmilieu. Zelden
legde men het verband met de
ontwikkeling in de Derde We
reld.
Opvallend is dat heel wat van
de ondervraagden stellen
reeds bezig te zijn met het
aanpakken van milieuproble
men of zeggen daartoe bereid
te zijn. Een hoog percentage
wou zelfs meer financieel bij
dragen. Zo bleek 72 meer te
willen betalen voor elektrici
teit die van wind- of zonne-
energie afkomstig is. Een
meerderheid van de onder
vraagden (68 vindt dat de
overheid milieuzaken onvol
doende aanpakt.
Van de ondervraagden wil
47 de budgetten voor ont
wikkelingssamenwerking op
hetzelfde niveau houden,
42 wil die verhogen en
slechts 8 wil die verminde
ren. Hoewel slechts 28 zich
akkoord verklaart met het
rechtstreeks geven van finan
ciële hulp aan de regeringen
van de derdewereldlanden,
vinden twee op drie onder
vraagden dat we de schulden
last van deze landen moeten
kwijtschelden.
Meer dan 90 vindt medi
sche hulp en onderwijs nuttig
om bij te dragen tot ontwikke
ling. Ook geboortebeperkende
programma's scoren hoog:
84 Drie vierden zou tijdens
het afgelopen jaar zelf geld,
kleren, geneesmiddelen of
voedsel gegeven hebben. Bij
na 60 koopt af en toe pro
ducten uit winkels die de
rechtvaardige handel willen
bevorderen. Voor het voeren
van acties en vrijwilligers
werk engageren zich respec
tievelijk 40 en 10 Uit het
onderzoek blijkt dat een grote
meerderheid van de geïnter
viewden een gebrekkige ken
nis heeft van de reële omvang
van de Belgische ontwikke
lingshulp, de meesten over
schatten het cijfer.
Samenvattend kunnen we stel
len dat er een ruim draagvlak
is om te werken aan duur
zaamheid. Tegelijkertijd ver
wacht de bevolking dat ook de
overheid haar verantwoorde
lijkheid opneemt. Informatie
verstrekking en sensibilisering
zijn een absoluut aandachts
punt voor de komende jaren.
Think globally,
act locally
Op de UNCED -conferentie
over milieu en ontwikkeling,
die in 1992 in Rio de Janeiro
gehouden werd, bogen rege
ringsleiders, wetenschappers
en mensen uit de NGO-sector
zich over de toekomst van on
ze wereld. Een van de belang
rijkste conclusies was dat de
milieuproblemen en de ar
moede in de wereld met elkaar
in verband staan en op een
geïntegreerde manier moeten
aangepakt worden. De term
'duurzame ontwikkeling'
werd gemeengoed. De voor
gestelde maatregelen van de
UNCED (United Nations
Conference on Environment
and Developement) werden
gebundeld in de zogenaamde
Agenda 21, de 'handleiding
voor een duurzame 21ste
eeuw.
Ook in België wordt langzaam
maar zeker werk gemaakt van
de Agenda 21. Maar niet al
leen nationale overheden heb
ben een rol te spelen in het tot
stand brengen van duurzame
ontwikkeling. Lokale besturen
zijn zeker even belangrijk. We
citeren even uit Hoofdstuk 28
van Agenda 21: "Aangezien
vele van de problemen en op
lossingen die het onderwerp
vormen van Agenda 21, hun
wortels hebben in plaatselijke
activiteiten, zal de participatie
en samenwerking van plaatse
lijke overheden een beslissen
de factor zijn bij het realiseren
van de doelstellingen ervan.
Plaatselijke overheden cons
trueren, besturen en onder
houden de economische, so
ciale en milieu-infrastructuur,
houden toezicht op plannings
processen, bepalen het plaat
selijke milieubeleid en de des
betreffende voorschriften en
helpen bij het implementeren
van nationaal en subnationaal
milieubeleid. Zij vormend de
bestuurslaag die het dichtst
bij het volk staat en, als zoda
nig spelen zij een wezenlijke
rol bij het opvoeden en mobi
liseren van het publiek, en het
gehoor geven daaraan, ter be-