Stevaert wil dode-hoekspiegel verplichten
Iedereen mikt op diensten
"Voor Allen" - 6 april 2001 5
Een kleine investering die veel mensenlevens kan redden
Elke vrachtwagen heeft twee
spiegels aan de rechterkant.
Maar in die spiegels kan men
niet naar beneden kijken. Er is
een dode hoek, onmiddellijk
rechts van de cabine. Als een
fietser of voetganger zich juist
in de dode hoek bevindt, kan
de trucker hem onmogelijk
opmerken. Met alle gevolgen
van dien. Vorig jaar kwamen
er op onze wegen 13 mensen
om het leven ten gevolge van
die dode hoek bij vrachtwa
gens. Het aantal gewonden is
hiervan een veelvoud.
Toch bestaat er een eenvoudi
ge oplossing, namelijk de do-
de- en blindehoekspiegels (of
Dobli-spiegels), die de dode
hoek serieus verkleinen. Met
zo'n spiegel is de kans al veel
groter dat de vrachtwagen
chauffeur de fietser of voet
ganger naast zijn cabine wel
opmerkt. Daarnaast kan ook
een nog efficiënter (maar
duurdere) camera geïnstal
leerd worden, die de kans op
een dode hoek helemaal elimi
neert.
Vlaams minister van Mobili
teit Steve Stevaert wil deze
spiegels of camera's algemeen
verplichten. De bevoegdheid
hiervoor ligt echter bij de fe
derale minister van Vervoer.
Maar dankzij het Koninklijk
Besluit met betrekking tot vei
ligheidsvoorschriften bij tijde
lijke of mobiele werkplaatsen,
kan Stevaert nu ook op
Vlaams niveau initiatieven op
dit vlak nemen.
Dit KB verplicht opdrachtge
vers om een veiligheids- en
gezondheidsplan op te stellen.
Deze regeling geldt voor
iedereen, dus zowel voor de
overheid als voor de privé.
Stevaert vindt dat verkeersvei
ligheid integraal deel uitmaakt
van het veiligheidsplan bij
werken die onder zijn be
voegdheid vallen. Voor wer
ken aanbesteed na 1 mei 2001
moeten de vrachtwagens van
aannemers van deze werken
uitgerust zijn met die anti-do-
dehoek-apparatuur. Deze
maatregel geldt enkel voor
nieuwe projecten, dit wil zeg
gen projecten die na 1 mei
2001 starten.
Ook gemeenten, provincies en
intercommunales kunnen het
gebruik van Dobli-spiegels
opleggen bij werken die onder
hun bevoegdheid vallen.
De SP roept dan ook al haar
mandatarissen op om in hun
gemeente, provincies en inter
communales de nodige stap
pen te ondernemen. In Gent is
het al zover, in Oostende en
Antwerpen zijn ze er mee be
zig.
Op 1 februari 2001 kondigde
Electrabel aan dat de turboli
beralisering van de Belgische
elektriciteitsmarkt liefst 1.700
banen zu kosten. Is dat de
prijs die wij moeten betalen
voor het vrijmaken van de Eu
ropese energiemarkt? De
vraag dringt zich in elk geval
op.
Het liberaliseren van de markt
kwam zeker niet als een ver
rassing. Op 19 februari 1999
werd de operatie gestart.
Electrabel heeft zich zonder
twijfel aan de Europese kalen
der aangepast. Toch kwam de
aankondiging van de banen
die moeten sneuvelen sneller
dan verwacht. Tegen 2003
moeten volgens de richtlijn
van de Europese Commissie
gemiddeld 33% van het elek
triciteitsverbruik binnen de
Europese Unie zijn geliberali
seerd. Volgens bepaalde niet-
officiële ramingen zou men nu
reeds op meer dan 60% zitten.
In verband met de richtlijn
over de liberalisering stelde de
Europese Commissie twee ge
dragspatronen vast. Noordelij
ke landen zoals Zweden, De
nemarken, Duitsland en het
Verenigd Koninkrijk versnel
den de operatie. Zij gooiden
hun markten helemaal open,
ook voor particulieren die hun
eigen elektriciteitsleverancier
mogen kiezen net zoals zij een
telefoonoperator kiezen. Zui
derse landen zoals Frankrijk
en lidstaten rond de Midde-
landse Zee maar eveneens
België en Ierland hielden zich
aan de minimumdrempel.
Tenminste in een eerste fase.
Algemene versnelling
Inmiddels liggen de kaarten
heel anders. Lidstaten die
voor een minimale liberalise
ring kozen proberen nu het he
le proces te versnellen. Dat
gebeurt onder andere in ons
land maar ook in Spanje.
Sinds 1 juli 2000 kunnen be
drijven met een verbruik van
minstens 1 GWh zelf hun le
verancier kiezen. Alles bij el
kaar zijn er afgerond 65.000
Spaanse bedrijven die aan dat
verbruik geraken.
Wat brengt morgen? Loyola
de Palacio, Commissaris voor
Energie en Vervoer, stelt voor
om de richtlijn aan de nieuwe
en snelle evolutie aan te pas
sen. Concreet komt het erop
neer dat de markt tegen 2005
voor alle verbruikers gelibera
liseerd kan zijn. Voor niet-
thuisgebruikers moet de hele
markt dan al volledig vrij zijn.
In 2006 zou eveneens de
markt voor gas geliberaliseerd
zijn.
Toegang
vergemakkelijken
Voor de Europese Commissie
valt de eerste balans positief
uit. Toch dient het algemene
beeld te worden genuanceerd.
"Opdat de gemeenschap ten
volle kan genieten van een
concurentiële en dynamische
markt, moet het versnellen
van het liberaliseringsproces
tot een situatie leiden waarbij
op termijn alle gebruikers
recht hebben om hun eigen le
verancier te kiezen", zei on
langs Mario Monti, Europees
Commissaris voor Concurren
tie. Dat recht is op het princi
pe van het vrije verkeer van
energie door de netten geba
seerd.
Sinds begin van dit jaar heb
ben de elektriciteitsproducen
ten E.ON (Duitsland), Stat-
kraft (noorwegen) en Elsam
(Denemarken) de capaciteit
op hun vervoernetten gelibera
liseerd. Het gaat hier over de
netwerken die de elektrici
teitsnetten voor hoogspanning
van de Scandinavische landen
met Duitsland verbinden. Een
schoolvoorbeeld van hoe het
in de toekomst zou moeten.
"Zonder een open en niet-dis-
criminerende toegang is echte
concurrentie onmogelijk,"
verklaarde Mario Monti.
"Goed ingeplante elektrici
teitsproducenten kunnen dan -
al naar gelang hun eigen be
hoeften - de zeer beperkte ca
paciteiten die beschikbaar zijn
monopoliseren. Bovendien
moeten zonder elektriciteits-
handel tussen de lidstaten de
klanten nog altijd wachten
vooraleer ze van de voordelen
of prijsdalingen zullen kun
nen, genieten."
Het ligt voor de hand dat
grensoverschrijdendenetkop-
pelingen een conditio sine qua
non voor de goede werking
van een Europees elektrici
teitsmarkt vormen. Het is de
enige manier om elektriciteit
van de ene lidstaat naar de an
dere te brengen. Helaas be
staan er op dit ogenblik nog
altijd "elektriciteitseilanden"
die de uitwisselingen omzeg
gens onmogelijk maken.
De capaciteit die via grens
overschrijdende netkoppelin-
gen wordt vervoerd blijft in
tussen nog altijd veel te be
perkt. In sommige gevallen
worden de netkoppelingen
zelfs tegengewerkt. De oor
zaak ligt voor een stuk bij de
akkoorden voor het reserveren
van capaciteit op lange ter
mijn. Daar wringt het schoen
tje. Zonder netkoppelingen
geen uitwisselingen en dus
evenmin een liberalisering.
En in België?
Op 29 april 1999 werd in ons
land een wet over het liberali
seren van de elektriciteits
markt van kracht. Deze wet
zet de Europese richtlijn in na
tionale regelgeving om. Het is
nog te vroeg om daar een eva
luatie van te maken. De opera
tie is nog altijd niet volledig
uitgevoerd. Sinds 1 januari
2001 kunnen klanten met een
verbruik van meer dan 20
GWh per jaar van de nieuwe
maatregelen genieten. Voor
dien lag de drempel op het
dubbele 40 GWh per jaar.
Hoewel de meerderheid van
de grote ondernemingen zijn
elektriciteitsleverancier vrij
mag kiezen valt er toch enige
aarzeling waar te nemen. De
reden: een legislatieve leemte.
België heeft nog altijd geen
beheerder voor het vervoernet
aangewezen. Onlangs betreur
de het Verbond van Belgische
Ondernemingen (VBO) dat
nog. De ondernemers vonden
dat "de liberalisering van de
elektriciteitsmarkten in het
stadium van de theoretische
oefening was blijven steken."
De netbeheerder moet in de
lente worden aangewezen. Dat
is tenminste de bedoeling van
de Belgische regering. Een
netbeheerder dient de exploi
tatie, de ontwikkeling en het
onderhoud van de nationale
hoogspanningsnetten te ver
zorgen. Verder moet hij in
staan voor het technische be
heer van de elektriciteitsstro
men met de buurlanden en
moet hij in alle objectiviteit
over het evenwicht tussen
vraag en aanbod waken. Dat
betekent dat de netbeheerder
tussen producenten en ver
bruikers staat. Tenslotte dient
hij ook in te staan voor de con
tinuïteit van de levering van
elektriciteit. Het is duidelijk
dat de rol van een netbeheer
der als een motor in het libera
liseringsproces moet worden
gezien.