REGIONAAL 6 18 januari 2002 - "Voor Allen" De halte of 'station de campagne' van Zandbergen, ontwerp van Jean-Pierre Cluysenaar (1854). Op 8 januari 2002 gaf de ge meenteraad van Geraardsber- gen zijn principiële goedkeu ring om het stationsgebouw van Zandbergen aan te kopen. Of het ooit komt tot een de finitieve beslissing tot aan koop zal in de eerstvolgende weken moeten blijken uit de antwoorden die het stadsbe stuur vindt op een aantal te recht gestelde vragen inzake de kostprijs van de restauratie en de bestemming achteraf. Dat het station ongetwijfeld een monument is met een unieke waarde moge blijken uit de volgende historische bijdrage. Historiek In 1835 werd in België de eer ste 20 km spoor tussen Me- chelen en Brussel aangelegd. Ons land haalde daarmee de primeur op het continent. Vrij vlug daarna groeide de idee van een spoorwegverbin ding als ontsluiting van de Dendervallei. Het gemeenteb- stuur van Geraardsbergen be sloot in 1844 de actie te bun delen van de Dendersteden Aalst en Ninove om een spoorlijn te bekomen. Politie ke problemen en vooral de moeilijke situatie van de staatskas zorgden er voor dat een beroep moest worden ge daan op privaat initiatief. In 1852 kreeg een geïnteresseer de groep onder leiding van de projectontwikkelaars Jean- André de Mot en Jean-Baptist Gendebien van de regering een concessie die het licht op groen zette. De 'Société Ano- nyme du Chemin de fer de Dendre-et-Waes et de Bruxel- les vers Gand par Alost' kon beginnen met de aanleg van de spoorlijnen. De werken zou den drie jaar in beslag nemen (1853-1856). Het deel Aalst- Geraardsbergen werd ingehul digd op 7 april 1855 en het deel Geraardsbergen-Ath op 1 december 1855. De initiatiefnemers de Mot en Gendebien gaven hierbij ook opdracht aan de Brusselse ar chitect Jean-Pierre Cluyse naar, die reeds voor de Mot de overdekte Sint-Hubertusgale- rij in Brussel had gerealiseerd, om de dienstgebouwen van de nieuwe spoorlijnen te ontwer pen. Volgens de maatschappij moesten de stations, wacht huisjes en opslagplaatsen ge tuigen van een vooruitstreven de en functionele 'manage- ment'-stijl. Om deze doelstelling te berei ken maakte Cluysenaar onder meer een onderscheid tussen de eenvoudige 'stations de campagne' en de iets ruimere maar nog steeds bescheiden 'stations de ville' waar hij te vens het stationsplein ont wierp om aldus de stad en het station te verbinden. Alle ge bouwen liet hij in dezelfde materialen optrekken: Boom- se rode baksteen, blauwe hardsteen voor de plinten en omlijstingen, uitgewerkte kroonlijsten in Noorse den en daken met een geometrische patroonmenging van rode en blauwe pannen. Het resultaat was een driedimensionaal spel van wisselende dakhoogtes geaccentueerd met kleurrijke materialen en decoratief lijst werk. Zandbergen Rond 1860 werden voor de 'dender-Waas'-lijn een aantal landelijke stations van Cluy senaar gerealiseerd. Hiervan is het station van Zandbergen, weliswaar licht verbouwd, één van de best bewaarde voor beelden. Inzake stijl leunt het gebouw aan bij de kleine En gelse 'cottages' of de Franse 'chalets', inspiratievoorbeel den van de bouwmeester van zijn vele buitenlandse reizen. Zoals alle andere 'stations de campagne' is de hoofdgevel van het gebouw naar de spo ren gericht. Het oog van de reiziger heeft recht op enige verscheidenheid was zijn me ning. Dat staat in tegenstelling tot de 'stations de ville', die hun aanblik steeds naar het stationsplein en de stad rich ten. Het oorspronkelijk ontwerp van het station van Zandber gen kennen we vij goed omdat het in 1854 verscheen in een publicatie van Cluysenaar zelf: 'Chemin de fer de Dend- re et Waes d'Ath a Lokeren et de Bruxelles vers Gand par Alost. Batiments des stations et maisons de garde'. Het ont werp toont een kleurrijk land huisje van vij traveeën en twee bouwlagen met een domine rend torenachtig middenrisa- liet. Het middengedeelte heeft op de begane grond een over dekte doorgang met links en rechts een pergola. De ge kleurde dakpannen en het fraai gebeeldhouwde hout werk verhogen nog het pitto resk karakter van het gebouw. In het huidige gebouw is nog de oorspronkelijke kern te herkennen. Er zijn evenwel twee gelijkvloerse zijvleugels aan toegevoegd toen op het einde van de 19e eeuw het sta tion evolueerde naar een be langrijk pendelstation. In die periode werd ook de vooruit springende middenpartij dichtgemaakt en verdwenen de beide pergola's. Het gebouw illustreert zo de evolutie van een stationnetje van de private spoorwegmaat schappij die zich in het mid den van de 19c eeuw een eigen imago wou aanmeten, tot een ruimer gebouw van de spoor wegmaatschappij, dat in de la te 19" eeuw aan de gewijzigde behoeften moest voldoen. Het station is een getuigenis van een stuk sociale geschie denis van de streek. Hier ver trokken vele Vlaamse arbei ders naar de Waalse mijn- en staalindustrie. Het verhaal van de Fransmans is in Zandber gen bekend. Ook in het land schap werd ingegrepen: de spoorlijn zelf sneed de oude landelijke wijk Lust in twee delen en in de omgeving van het station ontstond een nieu we arbeiderswijk. In de buurt werd zelfs in 1892 een indus trieel bedrijf, de kartonfabriek Behn en Cie, opgericht. Geklasseerd monument Bij ministrieel besluit van 20 juni 1991 (B.S. 27 september 1991) werd het stationsge bouw van Zandbergen als mo nument beschermd wegens 'de industrieel-archeologi- sche, historische en documen taire waarde'. De directe om geving van het station werd toen eveneens beschermd als dorpsgezicht wegens 'de in- dustrieel-archeologische, his torische en beeldbepalende waarde'. Op 23 mei 1992 schafte de NMBS de loketfunctie af. Sindsdien laat ze, ondanks de wettelijke verplichtingen van de bescherming, het gebouw totaal vervallen. Waar is de oude fierheid van de spoor wegmaatschappij gebleven? Treedt de stad thans op als be schermheer en redder van het monument? Een vraag die door de raadsleden de komen de weken op een ernstige ma nier moet worden onderzocht. Freddy De Chou

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 2002 | | pagina 6