Terugreis naar een donker verleden Krachtig handelen loont ■I Inter-Nationaal jg. 64 nr.6 juni 2002 LIBERALISERING SPOORWEGEN De grootste slachtoffers van de "liberalisering" zijn de duizenden pendelaars die iedere dag voor het openbaar vervoer kiezen, (foto Hendrik De Schrijver) Sinds 3 april 2002 is de "liberalise ring" van het spoor in België een feit. Op deze dag reed de eerste pri vate goederentrein op het Belgische spoorwegnet. Is dat voor uitgang? Liberalisering betekent in werkelijk heid privatisering. Het gebeurt op last van de Europese Unie die ondermeer het monopolie van de NMBS op het Belgische spoorweg net wil doorbreken (evenals de monopolies van andere nationale maatschappijen). Liberalisering en privatisering mogen dan al in de mode zijn, het is en blijft een stokoud recept uit de 19de en het begin van de 20ste eeuw. De Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) werd in 1926 precies als overheids bedrijf met binnenlands monopolie opgericht omdat de privé-sector er een knoeiboel van maakte (hetzelf de gebeurde trouwens in de andere Europese landen). Louter winstbe jag bleek niet te rijmen met een degelijke spoordienst. Die les lijkt Europa nu te vergeten. Het beweert dat "vrije concurrentie meer voordelen oplevert voor de gemeenschap". Nochtans moeten we niet teruggrijpen naar de geschiedenis om beter te weten. In 'onze buurlanden Nederland, Groot- Brittannië en Duitsland leidde de liberalisering van het spoorvervoer, zowel reizigers- als vrachtvervoer, de voorbije jaren tot financiële ram pen en/of veiligheidscatastrofes. Het eerste omdat de privé blijkbaar de spoorweg niet beter kan leiden dan de overheid. Het tweede omdat het winstbejag voorrang krijgt op de veiligheid en het voorkomen van ongevallen. Bovendien zou volgens de Europese richtlijnen het vrachtvervoer voor rang kunnen krijgen op het perso nenvervoer, waardoor de regelmaat van de reizigerstreinen verloren zal gaan. De grootste slachtoffers daar van zijn de duizenden pendelaars die iedere dag voor het openbaar vervoer kiezen. Dirk Depaepe (Oudenaarde) Vanaf dan waren volgens Verwilghen de vakbonden verant woordelijk voor alles wat fout loopt. De echte vragen naar de ver antwoordelijkheid luiden echter als volgt. Wie verstrengde de wet van voorwaardelijke invrijheidstelling? Wie voerde ongestoord bezoek in zonder extra personeel aan te wer ven? Wie vervangt de afgevloeide personeelsleden niet? Wie legde de eisenbundel van het gevangenis personeel niet voor op de begro tingscontrole in maart? U kunt het antwoord wel raden. Feit is dat minister Verwilghen - behoort die niet tot de "partij van de burger"? - de zaak uit de hand deed lopen. VIJF UUR VOOR OPLOSSING De maand mei was dus woelig in de gevangenissen. Tot minister van Ambtenarenzaken Luc Van den Bossche (sp.a) zich met de zaak bemoeide. Op 23 mei, na een spoed vergadering onder leiding van Van den Bossche, kwam er na minder dan vijf uur onderhandelen een oplossing uit de bus. Aan alle eisen van de vakbonden werd voldaan. Het ging onder meer om het vol gende. Het personeelskader voor de bewaking wordt volledig inge vuld voor 1 augustus 2002. De 36-urenweek wordt verlengd voor onbepaalde duur. De huidige regeling voor het ver lof voorafgaand aan het pensi oen blijft behouden tot 31 december 2003. Vanaf 1 januari 2004 heeft het bewakingspersoneel de keuze tussen verschillende regelingen voor het einde van de loopbaan. De zaterdagdiensten van het bewakingspersoneel worden vanaf 1 juli 2002 vergoed tegen 150 procent van de wedde (zoals in de privé). De toelage voorde namiddag- en nachtdiensten (tussen i8u en o6u) wordt verhoogd. Indien iemand teruggeroepen wordt uit verlof of rust, wordt 4 uur recuperatie toegekend. De gevarenpremie en de aanwe zigheidspremie (enkel toepasse lijk voor statutair personeel) ver vallen en worden vervangen door een toelage voor alle beroepsca tegorieën vanaf 1 juni 2002. De huidige weddenschalen blij ven behouden met inbegrip van de verhoging van 1 procent en de verhoging van het vakantiegeld tot 92 procent van de laatste bruto maandwedde. Willy Vermeulen (Oudenaarde) STRAFINRICHTINGEN Maandenlang heerste er onrust bij het personeel van de gevangenis sen. Er werd pas een oplossing gevonden toen sp.a-minister Van den Bossche zich met de zaken bemoeide. Alles samen staat het akkoord gelijk met een loonsverho ging tussen 4 en 8 procent (afhan kelijk van de anciënniteit). Op 20 december 2001 diende het gemeenschappelijk vakbondsfront van het gevangenispersoneel een eisenbundel in op het kabinet van Justitie. Deze eisen werden op 20 januari 2002 een eerste (en laatste) maal besproken met de kabinets medewerker van minister Mare Verwilghen (VLD), zonder verder gevolg. Gezien er tijdens de maandelijkse contacten in Brussel verder niets uit de bus kwam, riepen de vakbonden op tot twee 24-urenstakingen op vrijdagen. De minister bleef echter weigeren de vakbonden persoonlijk te ontvangen en zou op 17 mei de nieuwe gevangenis van Ittre ope nen met veel champagne en de ver zamelde pers, maar zonder extra personeel. Daarom voerden de vak bonden een derde vrijdagstaking ging de nieuwe gevangenis van Ittre niet open op de gestelde datum. Ook het personeel van de gevangenis van Oudenaarde deed mee met de 24-urenstakingen. (foto Hendrik De Schrijver)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 2002 | | pagina 5