Op de schoot bij "Ik wil geen pleidooi houden om elke burgemeester in het parlement te laten zetelen, maar een paar kunnen geen kwaad." - Hoezo? jg. 64 nr.10 december 2002 want dan lijkt het alsof ik in Brussel alleen maar mijn eigen streek of stad zou hebben verdedigd, wat niet zo was. Als je iets kan doen voor je stad, is dat aardig meegeno men, daar kun je niks op tegen heb ben. Per slot van rekening hebben mijn streekgenoten mij afge vaardigd. Ik zou niet zeggen dat je de eigen gemeente rechtstreeks kunt bevoordelen, maar je kunt toch zaken aankaarten die lokaal voor moeilijkheden zorgen. Denken we maar aan de politiehervorming. Die ging ons niets extra kosten, maar het is anders uitgedraaid. In Aalst spreken we over een jaarlijkse meerkost van ongeveer i miljoen euro. De vrijmaking van de energie markt is nog zo'n voorbeeld. Plots waren we onze dividenden kwijt. Die voorbeelden tonen aan dat het belangrijk is dat die band tussen het lokale en Brussel er is. Ik wil hier nu geen pleidooi houden om elke burgemeester en schepen in het parlement te laten zetelen, maar een paar kunnen geen kwaad. Al bij al is er veel veranderd. Je kunt als parlementair niet meer doen wat je vroeger kon." - Hoe komt dat Gracienne Van Nieuwenborgh: "De regering zelf doet veel meer zelf. De betrokken minister komt in de schijnwerpers and that's it. Of je zou al met een gloednieuw, voor de media interessant dossier op de proppen moeten komen. Maar dat is evenmin een garantie, want per fractie en zelfs per commissie is er een woordvoerder." - Gesteld dat u in 2004 verkozen bent en voor Brussel kiest, kunt u dan niet hetzelfde betekenen voor uw stad als wanneer u de twee mandaten zou combineren? U kunt toch terugvallen op een goede loka le ploeg? Gracienne Van Nieuwenborgh: "Uiteraard kun je dan ook goed werk leveren, maar je hebt hoe dan ook minder voeling. Bovendien kom je in je stad als parlementariër pas op de tweede plaats. Een schepen rept zich van hot naar her en is automatisch op vele plaatsen aan wezig. Bij een parlementariër is dat minder het geval. Maar wat u zegt over onze ploeg klopt, die hangt gelukkig goed aan elkaar. Dan heb ik het over zowel het college, de fractie als de partij. De partij beschikt in Aalst - ik prijs me geluk kig - over een grote, trouwe, hard werkende kern van militanten waarop altijd een beroep kan wor den gedaan. Dat is natuurlijk een sterkte." - Los van het feit of u nu voor of tegen cumul bent, zegt u eigenlijk dat de combinatie schepen-parle mentslid ideaal is. Celdt dat ook voor het werk dat beide mandaten met zich brengen? Gracienne Van Nieuwenborgh: "Met werk heeft het minder te maken, wel met aanwezigheidspo litiek. Je kunt gewoon niet overal tegelijk zijn en dus moet je keuzes maken. Wat het werk betreft was de combinatie in mijn geval best te doen, want mijn bevoegdheden als schepen en de onderwer pen van mijn commissies als parlementslid vielen samen. Dat scheelt toch een slok op de borrel. De invulling is anders, maar in beide gevallen start je met een zekere dossier kennis. Dat enkele legisla- turen na elkaar doen, zou ik echter niemand aanraden. Ook al omdat ik denk dat de werkdruk ondertussen is toegenomen, gewoon omdat onze fractie kleiner is geworden en dus minder schouders hetzelfde werk moeten dragen. Maar ik kijk er naar uit. Het klimaat zal flink veran derd zijn." Gracienne Van Nieuwenborgh: "Samenwerken met de CVP was, zeker in de commissie Onderwijs, een frustrerende bezigheid. Er viel met die mensen niet te werken. Bovendien zitten we met een totaal andere cultuur, dingen worden veel vlugger naar buiten gebracht. Wat ook nadelen kan hebben, want de ruzies worden op straat uitgevoch ten. Maar dat hoeft niet negatief te zijn als je de samenhang binnen je groep kunt bewaren. Het is goed dat er verschillende meningen zijn en dat die ook mogen worden uit gesproken. In de vorige coalitie was dat ondenkbaar omdat de meerder heid maar één zetel op overschot had. We moesten vastgespijkerd in onze zetel zitten, zo zei Louis Tobback het." - In ïggg was er nog geen sprake van de Teletubbies, nu wel. Wat betekent dat voor u? Gracienne Van Nieuwenborgh: "De mannen waarover je het hebt, leve ren goed werk, dat staat buiten kijf. Maar het accent ligt te veel op de personen zelf. We moeten opletten dat als we een paar spelers verlie zen, we niet ook nog eens de bal kwijt geraken. Die personencultus is natuurlijk een algemene tendens in de maatschap pij, voor een groot stuk gecreëerd door de media die meer en meer bepalen hoe over iets wordt gedacht. Persduiding kan goed zijn, maar als mensen elke dag dezelfde zender bekijken of dezelfde krant lezen, kan je er van uit gaan dat zij de hen geboden informatie voor waar aanne men. Vroeger was de pers ver zuild, nu niet meer. Men gaat ervan uit dat de informatie niet meer gekleurd is en dat ze dus correct is. Dat laatste is hoegenaamd niet het geval. Als je de steeds grotere macht van de pers koppelt aan personen, kan het gevaarlijk worden." - De machtige figuren zitten in de diverse regeringen, in de parlemen ten zitten alleen nog backbenchers? Gracienne Van Nieuwenborgh: "Daar begint het op te lijken. Neem de kranten van de jongste maanden en ga na hoeveel parlementsleden je terugvindt. Ik vertelde daarnet dat van de diverse fracties en parle mentaire commissies enkel de woordvoerders in de pers kwamen, maar zelfs dat is niet meer het geval. Het is goed dat Stevaert, Vande Lanotte en Vandenbroucke veel in het nieuws komen. Ze leve ren per slot van rekening schitte rend werk. Maar de rest is een hoop anonieme werkmieren geworden. Als een parlementslid al een beken de kop heeft, dan is het omdat hij die al had voor hij in de politiek stapte. U gelooft toch niet dat Margriet Hermans bekend en ver kozen geraakt is als gevolg van haar parlementair werk?" - Wat wilt u het volgende anderhalf jaar graag verwezenlijkt zien? Gracienne Van Nieuwenborgh: "Het gelijkekansenbeleid zal veel van mijn aandacht krijgen. Dat begint wat mij betreft bij onderwijs, maar daar eindigt het niet. Gelijke kan sen moeten er zijn op alle terreinen. Heel belangrijk daarbij is te zorgen dat zo veel mogelijk mensen toe gang krijgen tot het internet, zoniet geraakt een gehele generatie van gelijke kansen verstoken. Voorts heeft gelijkekansenbeleid te maken met werkgelegenheid, degelijke woongelegenheid, opleidingsmo gelijkheden. Er bestaan een hele boel initiatieven waarbinnen een pak mensen schitterend werk leve ren, maar we moeten ze nog beter op elkaar afstemmen. De idee moet zijn: 6% mensen leven onder de armoedegrens in dit land en dat zijn er 6% te veel. Ik ben realist en ik weet dat 0% niet haalbaar is. Maar het moet wel de betrachting zijn." - Uw zoon is ondertussen het huis uit, maar dat was in uw vorige peri ode als parlementair nog niet het geval. Is het moederschap te combi neren met het leven van een politi ca? Gracienne Van Nieuwenborgh: "Ik heb het geluk gehad dat ik sterk op mijn moeder kon rekenen. Jammer genoeg is mijn vader vroeg gestor ven, waardoor mijn moeder alleen kwam te staan en eigenlijk niets lie ver vroeg dan voor mijn zoon Jo te kunnen zorgen. Ook mijn ex-man droeg zijn steentje bij. De combina tie is dus moeilijk, maar mogelijk, ook al omdat een vrouw een veel beter organisator is en er minder behoefte aan heeft zichzelf te horen praten. Mannen bevredigen graag zichzelf, je moet de parle mentaire debatten maar eens vol gen. Maar politiek zelf is ontzettend bevredigend. Het is namelijk het mooiste beroep ter wereld. Heel veel mensen zien dat anders, ik weet het. Politiekers zijn profiteurs, voeren geen klap uit, blablabla. Maar ik durf te beweren dat de meeste politici heel hard werken. Politiek is het leven, beheerst het leven. Ik heb het niet over partijpo litiek, maar over de ordening, het bijsturen, het naar oplossingen zoe ken. Dat is toch het mooiste wat je kunt doen: ten dienste staan van anderen."

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 2002 | | pagina 5