Sociaal Blad.
Eerste jaar, Nr 2
2 Centiemen per- Nummer
Zondag 16 November 1890
VOORUIT en ons Programma
V\
HET TOLK
Schrijven, voor al wat Redactie of Administratie aangaat, aan HET VOEK, 19, Pensstraat, te Gent.
HET LOON.
M at is het loon Hel is de prijs welke
tusschen patroon en werkman vastgesteld
is om een bepaald werk te betalen.
Als de patroon en de werkman even
vrij zijn, dan is de overeenkomst behoor
lijk. Dan ook moet niemand tusschen-
komen om ze te beoordeelen.
Alaar gewoonlijk gebeurt het zoo niet.
De patroon kan gemakkelijk de overeen
komst uilstellen. De werkman integendeel
kan niet wachten. Hij moet zijn brood alle
dagen verdienen, wil hij geen honger
lijden. Hij bevindt zich dus verplicht het
aangeboden loon. aan te nemen en zieh
te onderwerpennood en honger dwingen
hem Mij is üU vrij
Het tegenovergestelde gebeurt ook,
maar hoe, zelden. De patroon moet, op
bepaald tijdstip, gevraagde werken vol
trekken en leveren. De werklieden zijn
elders bezig of zoeken niet bij hem te
komen werken. In dergelijk geval kan de
jiatroon zich genoodzaakt bevinden hooge
prijzen te betalen. Hij is dan ook niet
■vrij
Het is hetgene Richard Cobden, een
liberale voorstaander der engelsche school
van Manchester, in eenige woorden samen
gevat heeft De dagloonenzegde hij
klimmen wanneer twee kapitalisten eenen
zelfden werkman zoeken te verkrijgen
zij dalen wanneer twee werklieden eenen
zelfden kapitalist zoeken te dienen.
Ziedaar ook de IJZEREN wet welke,
dank aan de franschc omwenteling van
1789, de hedendaagschc betrekkingen
tusschen meesters en arbeiders beheert,
de wet over aanbod en aanvraag.
Die wel is onrechtvaardig.
Wat is de Werkman?
De werkman is geen koopwaar, wier
prijs op en afslaat volgens de beurs. Bij
voorbeeld, als de oogst overvloedig is,
verminderen de prijzen; als de oogst mis
lukt is, klimmen zij. Zulks zou met den
mensch nooit mogen gebeuren.
De mensch heeft het recht van zijnen
patroon de evenwaarde te ontvangen van
hetgeen hij door zijn werk verricht.
De werkman is ook gecne machien.
Iedereen zal dit toch wel willen bekennen.
En nochtans, ware het dikwijls te wen-
schen dat men hem even goed behandele
als men de machien behandelt
Oordeelt zelve daarover, vrienden, na
de volgende vergelijking zeer aandachtig
gelezen te hebben.
Arbeid der machien.
Op welke wijze handelt de nijveraar die
cene machien in zijne fabriek gebmxt
Hij houdt rekening
1° Van den le betalen intrest op'den
inkoopprijs der machien.
2u \an de noodige kosten, zooab ko
len, daglonen van vuurstoker en mtclii
nisl, enz., om de machien te doen wc ken
en om ze in goeden staat le behou !en
5° Van do noodige jaarlijksche bijdra
gen om uen inkoopprijs uit te delgen,
binnen twintig of dertig jaren, vermiti de
machien, na een zeker getal jaren dieast
dood versleten zal wezen.
4° Van, het getal, dagen en .ure
rende welke de machien op een jaar
wezentlijk werkt.
,Op die wijze kan de nijveraar den waren
prijs, of beter het loon van den arbeid
door de machien verricht, berekenen.
Men heeft hetreeds bemerkt: hij betaalt,
zonder te aarzelen, het onderhoud der
machien, de rustdagen der machien, hij
voorziet in de ziekten en in den ver
sleten dag der machien. Moest hij verblind
genoeg zijn om die verschillende uitgaven
niet in acht te nemen, hij zou, buiten
twijfel, er geld aan toe dragen.
Prijs van den menschenarbeid.
Welnu, is het geen plicht voor al de
nijveraars, hunne werklieden op eenen
beteren voette stellen dan hunne machien?
Beginnen wij, om de waarde van den
mcnschelijken arbeid te schatten, met
rekening te houden
l°Van al hetgeen noodig is om den
werkman, met vrouw en kinderen gezond
le houden, om zijne krachten le herstellen,
om het noodig gereedschap lo koopen en
te onderhouden.
2° Van de noodige gelden om den
werkman, oud geworden, een pensioen le
verschaffen.
5U Van het getal dagen en uren welke de
menschen niet kunnen werken ol' moeten
rusten om gezond te blijven en om liuune
plichten jegens God en hun huisgezin te
vervullen.
De werkman heeft nog het recht, als
mensch, iets op de winsten te ontvangen,
in betaling der diensten door hem aan den
patroon bewezen. De hiertoe noodige
gelden zullen natuurlijk grooter of kleiner
zijn volgens de kennissen en de volmaakt
heid van den arbeider, en ook volgens
den toestand der nijverheid en de middel
bare winsten welke zij kan opbrengen.
Kardinaal Manning en Apostel
Paulus.
Nu, wat godaan?
Kardinaal Manning, een hoog geplaatste
volksvriend, drukt hot volgende gedacht
uit Dat men openlijk eene bekoorlijke
ij kmaaV daar stelle cm de winsten en di
dagloonen te bepalenen dat deze maat
diene om al de vrije overeenkomsten tus
schen kapitaal en arbeid le regelen.
Is dergelijke wensch gegrond
Ongetwijfeld, indien men de christeljke
gelijkheid, voor zooveel mogelijk in
de wereld wil doen heerschen.
Die christelijke gelijkheid heelt de
apostel Paulus, in zijnen epistel (II Corinth,
Cap. Mil, v. I4-lo,)op eene schitterende
wijze beschreven
Dat uw overvloed, zegt hij, kunne
ellende aanvulleen dat liun overvloed ook
uwe ellende aanvulleop dat de gelijkheid
zou bestaan. [Utfiat aqualitas.)
Die gelijkheid hebben de wetten der
ambachten en neringen gedurende de
middeleeuwen, en met de volle goedkeu
ring der kerk, yerwezeatlijkt.
Dat de samenleving heden hetzelfde
trachte te doen
Wat het loon nog moet begrijpen.
Maar, wij herhalen het nogmaals, de
mensch is geene machien en verdient
meer en beter. AI hetgeen wij tot nu toe
berekend hebben, stelt maarden arbeider
op gelijken voet met de machiendit geeft
ons hel minst verschuldigd dagloon uil,
wal volstrekt uoodig is.
De rol van den Staat.
Om dit verheven doel le hereiken, moet.
de Staat, die gelast is met het tijdelijk
welzijn zijner leden, vooreerst hel rcchls-
beslaan aan de wettelijk ingerichte vak
verenigingen toekennen en het stemrecht
ten hunnen voordeele merkelijk uitbreiden.
Hij moet ook, zooals de Eerw. heer
Nicotra in Le Socialisme voorstelt, een
wetboek maken over den arbeid,hetwelk,
in zijne groole lijnen, de grondslagen der
rechvaardiglieid en der zedelijkheid zou
bepalen, voor hetgeen de betrekkingen
tusschen bazen en werklieden aangaat,
en dezelve zou doen eerbiedigen door
wettelijke straffen.
De vakvereenigingen,voorlaan maehtig,
zouden dan met de nijveraars overeen
komsten sluiten aangaande de dagloonen
en het getal werkuren, in ieder vak,
volgens de tijds-eu plaalsomslandigheden.
Die overeenkomsten, alhoewel niet ver
plichtend ,|zouden.natuurlijk den grootsten
invloed hebben op de niet vereenigde
werklieden en bazen.
Werktarieven.
Indien zulke grondslagen aangenomen
en in de wetten geschreven waren, zou men
welhaast, in de voornaamste nijverheden,
werktarieven zien opkomen, dewelke zon
der twijfel de dagloonen zouden doen
klimmen en meer dan heden in evenredig
heid stellen met de rechtvaardigheid.
De liefdadigheid.
Die tarieven zullen, natuurlijk, de
luiaards en de onbekwame werklieden
dikwijls van kant doen stellen. Die zullen
dan, zooals het heden gebeurt, op de
liefdadigheid moeten rekenen, 0111 le kun
nen leven.
Arme menschen zal de wereld altijd
tellen. Dit heeft Christus voorzegd, en liet
zijn de socialistische ontwerpen niet die
dat feil zullen veranderen.
Verdeeling der winsten.
Wat nu gezegd over de jaarlijksche
verdeeiiDg der winsten tusschen kapitalist
en arbeider?
Men weet dat de sociöliste.n die verdee
ling maar voorloopig vragen. ttt het pro
gramma van hunne hoofdmannen» staat er
klaar en duidelijk dat het kapitaial geene
winsten meer mag genieten, dat de gan-
sche voortbrengst moet toegekend worden
aan de arbeiders.
Die dwaling zullen wij, op uur en lijd,
ia Het Volk wederleggen.
Als het dagloon op de door ons aange
duide wijze bepaald en berekend wordt
naar de middelmatige winsten, dan is de
rechtvaardigheid zonder twijfel voldaan.
Nog meer betalen aan den werkman is
zeker schoon en lofwaardig, en kan, als de
de winsten zeer groot zijn, een nuttig
liefdewerk worden, maar zulks hangt niet
meer af van de rechtvaardigheid.
Vragen wij alleenlijk dal de rechtvaar
digheid overalsliptelijk nagekomen worde
Dit zal reeds groote veranderingen en Ter-
beteringen teweeg brengen
Het it niet waar, antwoordt /'ooruil aan
ons eertten artikel, dat wij 1,,-t kapitaal
willen af.chaffen. Waar baalt g.j die ezelanj.
•lie nooit door een sodalis! werd gezegd? ,W 11
willen de kapitalisten afschaffen, begrijpt
goed, de kapitalisten, die mannen die zich op
onrechtvaardige wijze van bet kapitaal htbbon
weester gemaakt «n het qu, volgent uwe eigene