AALST
lofstade/XHerderswfn
anneer we deze lijnen uittikken,
aat onze brievenbus nog bol van de
irkiezingspamfletten. Van alle kanten
orden we weer betutteld, centraal ge-
eld omdat we belangrijk zijn en wan-
>er wij niet naar een bepaalde politie-
=r toekunnen, dan komt hij wel tot
is omdat we samen zouden gelukkig
jn in de mooie grote fusie die het
looie Groot-Aalst is en zal worden.
Ilemaal leuke dingen voor de mensen
sn hogerhand beslist zonder dat wij
p dat ogenblik gelukkig waren. Nie-
land heeft ons gevraagd en morgen
sl ons ook wel niemand vragen. Het
al gewoon doorgaan. Zes weken
looie vage beloften geven ons niet het
avoel dat wij centraal staan, laat staan
at wij belangrijk zijn.
laar wij wijken af. De redaktie van
'ies Oilsjt ligt op vinkenslag en wee
e amechtige politieker die zijn belof-
tn niet zal houden. Wij bundelen de
erkiezingspamfletten zorgvuldig en
/ee die kerel die ons niet centraal en-
ovoort enzoverder zal stellen. Wij
ebben geduld. Dat leer je als je door
it mooie sisteem van ons werkloos
vordt, werd, zult worden (schrappen
vat niet past I).
/laar terug naar onze fusies. En daar
taan we dan met ons negenen mooi
ip een rijtje, 't Is wel een mooi zootje
leworden. Na vele jaren voorbereiding,
/loorsel, Meldert en Baardegem zullen
tiezonder gelukkig zijn. Maar daarover
ater meer. Hoe is dit nu allemaal ont-
taan en gegroeid Zijn wij het enige
and dat de fusies heeft uitgevonden en
toe zit dat
Hoe liet groeide.
Het vraagstuk van de fusies van ge-
neenten in ons land is bepaald niet
tieuw. Reeds voor het bestaan van de
3elgische staat werd het probleem van
He kleine gemeente gesteld. Een de
kreet tijdens de Franse revolutie in
1793 had immers gesteld dat een ge
meente een vereniging van burgers was,
verbonden door plaatselijke betrek
kingen. Gevolg in Frankrijk waar er
ook een paar huizen stonden en een
enigszins fatsoenlijke weg bestond,
werd een gemeente gesticht. Een voor
beeld dat door België natuurlijk werd
overgenomen.
Zodanig zelfs dat op 22 augustus 1795
een direktionele grondwet moest bepa
len dat alleen de gemeenten (in België)
met meer dan 5.000 inwoners auto
noom of zelfstandig zouden zijn. De
gemeenten beneden de 5.000 inwoners
werden verenigd en bestuurd door een
soort kantonnaal gemeentebestuur, sa
mengesteld uit afgevaardigden van de
kleine gemeenten van het kanton. De
ze toestand bleef behouden tot 1800.
Vanaf die datum werd aan de kleine
gemeenten een zekere zelfstandigheid
verleend. Gedurende het Verenigd Ko
ninkrijk der Nederlanden was de auto
nomie van de plattelandsgemeenten
onbestaand. Onze Grondwet daarente
gen waarborgde vanaf 30 maart 1836
de zelfstandigheid van alle gemeenten,
ook van de plattelandsgemeenten.
100 JAAR LATER.
Omstreeks 1930, dus bijna 100 jaar la
ter, werd het probleem van de kleine
gemeenten andermaal opgeworpen bij
een rondschrijven van de Minister van
Binnenlandse Zaken aan de provincie-
goeverneurs. Sindsdien werden allerlei
initiatieven terzake aan de dag gelegd.
Zo werd op 14 februari 1961 de wet
voor ekonomische ekspansie, sociale
vooruitgang en financieel herstel uitge
vaardigd waarbij een aantal bepalingen
werden voorzien die tot doel hadden
de samenvoeging van aangrenzende ge
meenten in de hand te werken.
Tenslotte werd de wet van 23 juli 1971
aangenomen betreffende de samen
voeging van gemeenten en de wijziging
van hun grenzen. Deze wet heeft tot
doel de onvolkomenheden van de zgn.
Eenheidswet op het stuk van de fusies
van gemeenten te verhelpen.
WAAROM AKTUEEL.
Het probleem van de fusies heeft de
jongste jaren scherpere vormen aange
nomen.
Hoe dit verklaren
Een kenmerk van onze maatschappij is
het snel veranderingsritme. Al wie be
leidsverantwoordelijkheid draagt, voelt
de nood aan te zoeken naar media en
instrumentaria om gelijke tred te hou
den met de wijzigingen van onze sa
menleving. De gemeenten ontsnappen
niet aan dit veranderingsritme voor
heen louter bestuursorgaan, hoofdza
kelijk belast met het handhaven van de
openbare orde, wordt de opdracht van
de gemeenten meer en meer stimule
rend om de administratieve, ekono
mische, kulturele en sociale problemen
op te lossen.
De lokale besturen zien zich geplaatst
voor nieuwe taken o.m. de voorziening
van drinkwater, gas, elektriciteit, TV-
distributie, het bouwen van woningen,
het afbreken van ongezonde woningen,
de aanleg in versneld tempo van nieu-
6