HERALDIEK EN BEBOSSING Fragmenten uiteen dokument (8/1/1977) dat ter kennisgeving onder portvrije omslag werd rondgestuurd Volgens de zienswijze van de Belgische Commissie voor de Heraldiek moet de vlag van de gemeente zo nauw mogelijk aansluiten bij het wapen. Het stadswapen, K.B. van 6 februari 1841werd tijdens de ge meenteraadszitting per 1/1/1977 goedgekeurd. Tegelijk stelt zich derhalve het probleem van de vlag. Zo lang de stad over geen nieuwe vlag beschikt, zou er overigens niet officieel mogen gevlagd worden. De bedoeling blijkt voor te zitten, aan de huidige tweekleurige hanenvlag (wit-rood) een baan van geel toe te voegen en op de witte middenbaan een gotisch, opstaand zwaard in keel (rood) in te brengen, ter wille van de continui'teit van dit symbool dat op alle stadszegels voorkomt, evenals trouwens op het wapen. Overplanting van dit zwaard uit het wapen naar de vlag, beantwoordt duidelijk aan de stelling van voor melde commissie. Er is echter meer... Dergelijke hanenvlaggen bevatten een kleurensymboliek die nog weinigen kunnen onderkennen. Ze zijn gewoon uit de tijd. De hedendaagse publiciteit gebruikt andere erkennings- en associatiemiddelen. WH de Aalstenaar zijn vlag herkennen tussen de vele op elkaar gelijkende hanenvlaggen van vandaag, dan zal meer nodig zijn dan enkel maar een zwaard. Overigens is een zwaard niet alleen een teken van machthet is en blijft een „wapen d.w.z. een oor/ogs-^ tuig. Waarom toch wapens „in het schild voeren" als de historische verzuchting van de mens „vrede" blijkt te zijn, inzonderheid in deze tijd na twee moorddadige wereldoorlogen Moet onze Westerse be schaving dan te eeuwigen dage gedoemd blijven met dit odium van geweld... of willen we echt van deze reputatie die we in de wereld hebben niet af Onze hele heraldiek trouwens, hoe interessant ook voor enkele werkelijk ingewijden, is en blijft één lang verhaal waar bloed aan kleeft. Hij is bovendien volksvreemd de ridders, die van de Middeleeuwse kruis tochten terugkwamen, stelden er de eerste wetten van op en dit in navolging van de Arabieren. Het patrimonium van de hedendaagse stad behoeft geen gevechtstuigen meer, wel maatregelen ter be scherming. Dat erfdeel bestaat uit een hele cultuurschat en daarnaast het unieke erfgoed van de natuur de vruchtbare grond - die we via onze voorouders geërfd hebben. Het oorspronkelijk natuurgoed dat ons ten dele viel was een gebied aan de Dendervallei waarin de „els" als pionier-vegetatie ook de naam van deze stad heeft bepaald etymologisch blijkt de naam Aalst (men schrijve A-els-t) uit elzenbos ontstaan te zijn. Derhalve ligt het voor de hand deze, overigens bijzonder fraaie boom, in de vlag op te nemen, uitgerekend op een moment van fusie, waarop Aalst met tal van landelijke gemeenten wordt uitgebreid. De zwarte els, mythologische boom voor onze voorouders, siert nog steeds de vele grote en kleine water lopen in onze streek. Het mooist is hij in de winter, in zijn donkere gedaante, beladen met talloze elzen appeltjes, die het zaad bergen waarmee onze kleine vogelsoorten zich een hele winter kunnen voeden. Deze kleine vogels die het zaad oppikken en later op hun vlucht uitwerpen, verpakt in verse mest, zorgen voor de natuurlijke herbebossing, zodat de grond weer vruchtbaar wordt, waar de mens hem heeft ver nietigd. In een tijd van algemene en vernieuwde aandacht voor de natuur en voor het patrimonium van deze aar de, bezit Aalst een prachtig natuurembleem, dat sinds mensenheugnis in de naam van de stad zelf vervat zit. Die kans om Aalst een eigen gezicht te geven mag op dit fusiemoment niet onbenut blijven. Lambert Van de Sijpe, raadslid. Onze tekenaar zette zich aan het werk om een nieuw „wapen" te ontwer pen dat alvast aan deze nobele overwegingen voldoet (zie blz. 1). 20.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Vies Oilsjt | 1977 | | pagina 20