DOLF IS WEE Sinds enkele jaren behoorde Dolf zowat tot de monumenten van ons stadje, je kan hem er niet uit weg denken, net zo min als het Belfort en de zwarte man. Het lag dus voor de hand dat hij die altijd de karnavalstoet opende, vroeg of laat officieus of officieel tot stadstrommelaar werd benoemd. Weinige tijd later ontdekten een aantal mensen zijn kwaliteiten als trompetspeler en meteen kreeg hij er de post van stads- trompetter bij. Zijn buren en de mensen uit de Pontstraat werden verwend met eksklu- sieve concerten en zetten hun radio wat harder. Voorbijgangers moedigden aan en Dolf bedankte hen met een moeilijke grijnslach. Dolf Eeckhout (ik weet niet eens of ik zijn naam goed schrijf) schilderde hij op een mooie dag op een plankje naast zijn voordeur, zo kon iedereen merken wie daar woonde. Het stond misschien wat raar, zijn naamkaartje, maar tenslotte doen we toch allemaal iets dergelijks we zetten onze namen naast de bel, op de brievenbus, op de eerste bladzijde van een boek, op onze fonoplaten, in mooie drukletters. Dolf deed dat op zijn manier, persoonlijker, meer typerend. Hij gaf ook berichten door, zoals gekapt stoof- hout gevraagd. Je kon voorbijgangers dikwijls horen vragen wie daar woonde, in dat wat troosteloze huisje dat niks te maken had met lukse en consump tiemaatschappij. Tot halfweg deze twintigste eeuw had ieder dorp ,^ijn" dorpsidioot. Die werd onbetwist baar door de mensen gebruikt om hun kompleksen op af te reageren. Dikwijls was hij de enige aan wie zij hun zorgen konden vertellen, hij was een soort biechtvader, die echter nooit om uitleg vroeg, nooit idiote vragen stelde en nooit strafte. Hij was een graag geziene figuur, en dat niet alleen omdat hij de mensen aan het lachen kon brengen. Bovendien zorgde de gemeenschap voor hem, beschermde hem in al zijn onschuld, was hem genegen. Dolf was echter geen dorpsidioot, evenmin als Aalst een dorp is. Misschien voelde Dolf zich helemaal niet thuis in ons kleinburgerlijk stadje dat zich toch zo graag groot voelt. Misschien was Dolf heel wat gelukkiger geweest in Zichem- of Lo-bij-Veurne. Wie vertelt ons wat meer over zijn achtergronden, zijn verleden Waarom moet hij persé a/s die pittoreske figuur, de stads trommelaar en stadstrompetter, de geschiedenis ingaan Omdat we hem nooit als mens hebben gezien, maar altijd als Dolf Omdat we hem die overbodige funkties hebben gegeven die in het kader van Aalst-karnavalstad toch zo goed stonden Dolf zal waarschijnlijk met vee! luister worden begraven, maar nie mand die zich afvraagt of hij echte vrienden heeft die hem zullen missen. Waarschijnlijk zal alleen ,/Kaist" hem missen en wat is een stad zonder stadstrommelaar 13.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Vies Oilsjt | 1977 | | pagina 13