DE
KRAKENDE
SCHOOLPOORTEN
GAAN
WEER
OPEN
HOERA, NAAR DE GROTE SCHOOL, BAH
Als ge het voor de twaalfde maal meegemaakt hebt
dat na de, en misschien niet zo'n slechte, zomer de
bladeren aan de bomen bruin gaan worden, moogt
ge naar de grote school. Als ge tenminste niet te
veel naar die vallende bladeren hebt zitten kijken,
in plaats van op te letten.
Een goede leerling, dat wil zeggen, ene met een rij
ke pa en ma, die moet dan naar de latijnse. En als
de gegoede ouders hun aanzien bij hun soortgeno
ten willen behouden, liefst naar 't groot college
(het St.-Jozefscollege aan de St.-Martinuskerk) of
ten minste naar 't klein college (het St.-Martinus-
college aan de St.-Jozefskerk). Met christelijk-zijn
heeft dat niet veel meer te maken. In de „neutra
le" rijksschool zijn er ook godsdienstlessen, en
25 procent der leerkrachten heeft er verplicht een
vrij diploma.
Een mindergoede leerling (iemand uit de midden
klasse...) vliegt naar de moderne, want al dat La
tijn, wat kunt ge daar nu mee doen En de „dona
sten" (de arbeiderskinderen) beginnen direkt aan
de vakschool, een stiel leren. „Aan deze discrimi
natie moet een eind komen", dachten de onder-
wijstopmensen in het jaar 1964, en zij werkten,
samen met allerlei groepen als ouderverenigingen
en afgevaardigden van de industrie een plan uit
om de kleine man (in dit geval het kleine kind) de
zelfde kansen te geven als zijn rijkere leeftijdsgeno
ten. Het plan krijgt de naam Vernieuwd Secundair
Onderwijs, en verscheidene ministers wroeten er
aan, tot in 1971 de daad bij het woord kan ge
voegd worden. Maar „tussen woord en daad staan
wetten in de weg, en praktische bezwaren" zei
Elsschot al.
Wij laten eerst het woord aan 't woord.
1. Omdat jongskens en meiskens van twaalf nog
niet echt weten wat ze willen, wordt de keuze
tussen moderne en klassieke humaniora min
stens één jaar uitgesteld, en alle twaalfjarigen
beginnen in dezelfde school de MIDDEN
SCHOOL. In het tweede en laatste leerjaar
van die school kunnen ze wel al kiezen tussen
Oude Talen, Kunst, Wetenschappen of Tech
niek (indien er tenminste acht leerlingen zijn),
maar als het niet meevalt kunnen ze gemakke
lijk terug.
Na deze observatiecyclus (want de leerkrach
ten en P.M.S. moeten de gastjes goed in 't oog
houden hebben ze een wiskundige knobbel
Staan hun handen niet verkeerd Zijn ze vlij
tig weten de leraar en leerlingen al wat be
ter waar hun verborgen talent zit, en dan
wordt het atheneum, academie, vakschool,
handelsschool of noem maar op.
2. De puntjesjagers worden schaakmat gezet
door het afschaffen van het overjaarse sys
teem nu werkt ge slecht, voldoende, goed of
zeer goed en een goede is geen half punt be
ter dan een andere goede. De examens waren
„geen klare beoordelingsbasis van de werkelij
ke waarde der leerlingen" en worden vervan
gen door toetsen in de loop van het jaar, die
zoeken naar wat de leerling wel weet, en niet
naar wat hij niet weet.
3. De ouderwetse wijze van lesgeven wordt ook
in de hoek geduwd, omdat ze zo dom was. De
betweterige schoolmeester wordt vervangen
door een vaderlijk, begeleidend exemplaar, dat
volgende principes huldigt niet kennen, maar