KARNAVAL ONGEBREIDELDE
VRIJHEID
OF HOE ANA R. CHIST EN
LIBEER AAL FEEST VIEREN
1
Ana R. Chist lei haar zelfont
worpen cape carnaval en ook de
TV, die rechtstreeks de 50ste
kavalkade uitzond, af. Zij wou
tijdens deze drie dwaze dagen eens
uitblazen.
Het ganse jaar door had ze de gek
ste kleren gedragen. Nylonkousen,
waar ge toch door ziet, tailleur-
kens die de origineelste Voil Jea-
net niet zou versmaden, en een
haartooi als een middeleeuwse
helm, omdat het mode is. Dat
moet, voor haar werk, de baas
vindt het „gekleed en netjes". En
voor de buren, om voor geen
schandaal door te gaan. Haar lom
pe hakken, die zo moeilijk dragen,
(maar erg in de mode zijn) kunnen
even de hoek in en een paar lichte
bottinen, met verantwoorde steun
zolen, omfloeren vlug haar moeë
voetjes. Het lawaaierige huis, met
zijn schreeuwende radio en India
nen- en cowboykinderen die rond
de tafel toeren, de tientallen jurk
jes, rokken, pulls en jeans die over
al in de weg liggen, het drie keer
eten (drie maal malen) per dag
met de bijhorende afwas en de
auto die naar de garage moet, gans
die carnaval eventjes vergeten, om
eens drie dagen gewoon te doen,
te leven want Ana R. Chist ging
carnaval vieren.
Libeer Aal zat wel enigszins in de
knoei, want bijna de helft van
zijn arbeiders had congé gevraagd
voor de jaarlijkse feestdagen. Maar
deze beslommering kon zijn goed
humeur niet deren en deze zake
lijke moeilijkheid beperkte zijn
(economische) vrijheid niet Aan
hoeveel cafés had hij geen reserve
bierglazen geleverd hoeveel vitrie-
nen zouden er niet sneuvelen en
hoeveel aspirien en maagzout had
zijn dochtermaatschappij niet ge
leverd, de jongste dagen
Het confectiecarnavalspak uit de
zustermaatschappij in Duitsland
lag al klaar, netjes gestreken. Door
moeder de vrouw die, behalve
gewoontegetrouw op de kinderen
zou letten, de avonden nu alleen
moest doorbrengen. Maar ja, door
al die drukte zou ze wel moe zijn
(Gans de familie die komt naar de
stoet kijken - hij komt nu tóch
langs onze straat -, gelukkig, want
ik heb daar drie winkels). Een uur
tje later (de kuis-vrouw-moeder
rustte al op de divan) lag hij heer
lijk achterover in de kappersfau-
teuii. De fijnste smink werd door
de grimeur om zijn oogwallen en
zakkaken gestreken, en als een
chieke meneer - verkleed in zich
zelf - stond hij op straat, om eens
drie dagen speciaal te doen, te le
ven want Libeer ging karnaval
vieren.
Ana trok haar te nauwe jasje aan
en zette haar matversleten alumi-
niumen trechter op het hoofd. Ze
had wat papier in de rand gesto
ken, want hij was haar te groot
eigenlijk was het vaders trechter,
en pa heeft nogal een dik hoofd.
Met haar oranjegepoederde neus
en haar nieuwe visgraat in de hand
zag ze er geweldig uit. Fier wan
delde ze naar het centrum op en
groette spontaan twee vuilnisem
mers, die zich in mens verkleed
hadden, tot grote ergernis van hun
ouders, die van deftige familie
waren. En die het overigens niet
konden verteren, dat hun zoon- en
dochterlief omgingen met plastic
vuilniszakken, die zich nota bene
nog verkleed hadden in koning en
koningin, omdat ze dan een gou
den w.c. kregen in het stadhuis.
Drie arbeidershuisjes die al zat en
scheef tegen mekaar leunden, had
den zich opgedirkt met plaasteren
schelpmotieven en dito guirlandes.
En ze hadden namaakbalkonnen,
in plastiek 't waren precies heren
huizen van de Vesten. Een deftige,
gesloten woning had zijn gele-ge-
velsteen-facade verborgen achter
een felgeschilderde hippiegevel.
Alleen de villa's waren niet van de
partij. Die hadden schrik voor wat
confetti in hun siertuin en waren
met vakantie. Knokke aan zee. Of
Saint-Tropez. Daar konden ze
zonder blaffeturen rondlopen en
stoeffen met hun bruingeblaakte
topgevels en open tuinen.
Ana zag ook enkele velden, die
oververzadigd van het gerstenat
(slechte erosie) lagen te kotsen in
de goot. Maar deze braak-liggende
terreinen liet Anna rechts liggen.
Uit haar thermos dronk ze wat
kamerverwarmde (gechambreerd
tegen de chambrang) chocolade
melk, die ze zelf bereid had. Toen
de melk haar maagje beroerde, liet
ze een dikke boer, die terstond
met een dorpsgenootje naar zijn
braak-liggende grond trok met wat
maagzout, dat hij had meegepikt
uit zijn vorige verblijfplaats.
Dikke matrones in lachende ker-
miskraampjes bakten Luikse,
Brusselse en Erwetegemse wafels
en het zonnebloemsuiker plakte
als isomopoedersneeuw rond
knapperige vette smoutebollen.
Uitgelaten mensen en uitgelaten
honden deden hun plasje en zwaai
den met honderden pastelkleuren
in lange slierten serpentines en
ronddwarrelende confettietjes
over de vrolijke hoofden.
Aan een drukke herberg gebaarde
een kromme haas dat Ana ver
wacht werd en na enkele rondjes
en een paar vierkanten stond de
„Bistrol" op zijn kop. Een kelner
veegde de gebroken glazen van het
plafond opdat de klanten hun
hoofd niet zouden kwetsen een
basketter (een ketter met een zeer
lage stem) kreeg boven zijn voeten
omdat hij met zijn lange benen
alle slingers van de vloer naar be
neden trok.
Ana LACHTE. Haar trechter
stond al scheef en haar visgraat zat
achter haar oor. Haar thermos was
gebroken, wit. Maar ze had hem
aangelengd met de choco, zodat
hij weer aaneenplakte.
Libeer hing in een café waar hij
nog nooit tevoren geweest was. Hij
had er wel al over horen praten
niets dan slechts. Het was er don
ker, en er zaten veel mensen, eer
ste klas consumenten, die hij (her)-
kende. Collega's en ook werkne
mers van bij hem, die hier plezier
kochten aan twintig frank de pint
(of meer), en de uitgillers of bil-
lenkletsers aan vijf frank de fono-
plaat huurden. Smaakloos uit de
automaat. En die hun eigen gebral
gratis wegschonken, maar niemand
wou het nog. Want die zelf aan het
(geraaskalde) woord is, heeft geen
oor voor andermans zever. Druk
doende gelijk-hebbers, die al tien
keer hun jas van hun schouders
hebben laten glijden, om te vech
ten, maar ze telkens weer optrek
ken, hun jas én hun schouders.
Er waren ook meiskes in 't café
met korte rokskes aan en die eer
loos hun eer lieten zien als de
drank hen (over)moed genoeg ge
geven had. Bevallig, in de Aalsterse
betekenis van het woord. Libeer
had al twee pakskes frit met seks-
saus binnen en al eens op den
autoscooter gebotst met zottine-
kes. Na enkele keren de tooggeno-
ten getraketeerd te hebben, was
het daar al een vrolijke bende.
Zingen van de Smurfen en Ein
Zwei Drei saufen. Van Oiljst viert
carnaval en het is bal. Tegeraldal-
dal. Libeer stond plots op een
tafel te dansen. Zijn zat lichaam
gleed uit op een pap van vuil ge
morst bier en hij lag tussen de
stoelen en fuifnummers. Maar hij
wou niet afgeven, en waggelend
klonk het van tussen tafels en
stoelen „Kunnen de Smurfen
ook smurfen Neen, zij moeten