INTERVIEW MET MARIE-ANTOINETTE I i i i BIJGENAAMD „DE WITTE" - ADRES NU MANKE PASTERSTRAAT - MAAR T LIEFST O.L.VROUWPLEIN, BARAK 89 parochie^0111 °P 0 L Vrouw parochie'' heette de brochure die gratis van huis tot huis verspreid is n.a.v. het 75-jarig bestaan ;van deze .Daarin ™erd heel kort iets over de barakken gezegd de erbarmelijke toestand die er heerste en wat een verbetering het was toen de huidige bloemenveiling er kwam. a Voor velen betekenden de barakken echter heel wat anders hun leven, hun plezier, hun verdriet Met één van hen Marie-Antoinette bijgenaamd De Witte hadden wij een interview. Bij de weergave ervan is het spijtig dat wij haar taal niet kunnen weergeven, want alleen het zoetsappige en soms harde ervan is reeds de moeite van het horen waard. I V.O. Wanneer en waarom zijt ge in de barakken gaan wonen De Witte 't was in. 1939 dat wij van armoede in de barakken zijn getrokken. Mijn man was van de dop gesmeten omdat we het syn dicaat niet betaalden, zeiden ze. Ze dachten dat wij mijn vader - die toen rondging voor 't syndi- kaat - zijne stempel hadden ge bruikt. Dan moest ge gaan werken aan 't stad, de „geskes" gaan uit trekken, de grachten kuisen... Lange Jan (haar man) We moesten in de Groenstraat ver huizen, we hadden geen woonst. Het huis werd boven onze kop ver kocht en we stonden op straat. Ze kwamen mij zeggen dat er een hal ve barak leegstond. Ik heb de deur ingestampt en mijn meubelen daar in gezet en ik zat daar. Daarna ben ik bij de burgemeester de sleutel gaan vragen en... dienen van zijnen neus maken V.O. Wanneer werden de barak ken eigenlijk opgericht En hoe veel stonden er De Witte De barakken kwamen van het front 1914-1918. Ze wa ren eigendom van de stad. 't Was ne slechte tijd, veel huizen waren in brand gestoken en de mensen moesten toch ergens wonen. Er stonden zeker vijf rijen barak ken. Gans het Kerkplein stond vol, wij hadden nr. 89. En er waren ze ker nog eens zoveel. Sommigen woonden daar met 10 kinderen. Ik had een barak met een keuken van 6 m op 3 m en 4 slaapkamers van 3 op 3. Vanachter nog een stal en vari voren een hofke waar we ons eigen groenten kweekten pa- rei, van alles maar patatten dat konden we niet kweken. V.O. Hoe zat het met het sani tair De Witte Naar buiten waren het krotten, maar naar binnen... Bui ten was dat niette onderhouden... Daar waren propere en vuile gelijk overal, met beestjes en kakkerlak ken en sprinkhanen en vlooien. De mensen van de barakken zijn erg kwaad op die dat geschreven heeft (omtrent brochure Welkom op O.L.Vrouw-parochie) want daar zijn ne keer studenten van Leuven met de professor komen zien hoe wij hier woonden. En na dien waren ze „erg ontgoocheld" ze hadden verwacht dat het hier ne vuile boel zou zijn. We hadden kraantjeswater, met 5 centiemen in te steken hadden we een emmer water. Later had den we electriciteit ook. De huishuur was 30 fr. per week. Ik ging ne keer naar de schepen voor ne nieuwe vloer. Alleman had al ne nieuwe vloer gekregen en ik kreeg er geen. Maar de schepen zei koopt er enen en ge moet geen huishuur meer betalen. Toen heb ik op 't stort nog een schone vloer gehaald, van de bakkerij Corthals, en in mijn barak gelegd en nooit geen huishuur meer betaald. Ik heb ook nog bomen gekapt, want we konden ons soms verwar men meteen bougieken in de stoof. V.O. Hoe was 't leven daar De Witte Ik woonde daar veel liever dan hier. Omdat ze daar be ter overeen kwamen dan hier. Ze zijn vergeten dat ze daar gewoond hebben. Ze zijn te fier geworden. In de barakken maakten we van daag ruzie en morgen kwamen we weer bijeen. We hadden daar een clubken gesticht. In 't begin waren we met 13 en later met 32 en elk jaar gingen we op reis. We legden elke week 5 fr. uit en dan gingen we ergens naartoe Efteling, Hof- stade-Bad,... We hadden ook een caféken bij de barak van Polle Kakajoin, daar on der de venster. Ik heb spijt dat ik daar niet eerder ben gaan wonen. We hadden daar veel armoede, maar veel plezier ook I En als ze mij om twaalf uur zou den komen zeggen. Witte, a barak staat ginder weer (maar ze moet staan lijk dat ik ze verlaten heb), dan zou ik er om halver een van nacht weer inzitten. Want ik wil ginder morgen vroeg wakker wor den. V.O. De mensen van 't stad durf den hier niet komen. De barakken hadden een slechte naam... De Witte Ze durfden zij hier wel komen. Om alles af te zien ja... Ludovic Moyersoen is nog bij mij op bezoek geweest. 't Woonden hier goede mensen en andere. Maar als er iets gebeurde, b.v. een inbraak in 't stad, snok, het eerste waar ze kwamen was naar de barakken. Van de honger zaten ze wel aan de patatten, maar anders zaten hier geen dieven tus sen. Maar binst den oorlog heeft den Duits 't hier wel moeilijk gehad. De vrouwen spanden zich in voor hun mannen, de vensters werden opengelaten maar de blaffeturen werden tegengezet. Als de gestapo's iemand kwamen opeisen, dan vluchtten ze d'een barak uit en d'ander in. We staken hun bar,den kapot en smeten met kasseistenen naar hunne kop. Onze man verschool zich onder ons bed. We hadden een put gegra ven en overdekt met een planché. Toen onze Jef werd geboren, za ten we zonder ne frank en zonder kolen. En dan na de oorlog was er familie van ons met een Duitse getrouwd en ze woonden ook in de barak ken. Met die kleine mocht nie mand praten. Dat kind kon daar toch ook niet aan doen. Ik heb ge zegd dat er niemand mij ne brei op mijn gezicht zou zetten en dat ze 't maar tegen mij eens moesten zeggen wat ze ertegen hadden. V.O. Hoe was de relatie met de parochie Lange Jan De mensen gingen hier niet naar de kerk en de pastoor kwam ook niet naar ons. De onder pastoors wel. Ik was in de C.V.P., 't A.C.V., de K.W.B. ne goeie mi litant doch ik ging van zijn leven niet naar de kerk. Maar den onder pastoor was mijn beste kameraad. V.O. Stonden hier toen ook reeds zigeuners De Witte Niet in die tijd, wel an dere „wagemans" die doorreisden. Ze mochten daar 48 uur staan, 't Waren leurders, mannen die de storten afgingen voor oud ijzer, blik, oude carrosserieën en man nen die onder de paarden deden. Er waren ook Westvlamingen die kwamen hop plukken - ommelen zeggen wij. Daar heeft eens een Lena gestaan - een lamme - met haar zoon. Toen zijn alle vrouwen naar het politiebureau geweest en hebben het bezet. Toen heeft ze daar toch zes maand mogen staan. Als ze gestorven is, zijn we alle- Kunaen we niet kweken.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Vies Oilsjt | 1978 | | pagina 3