GEEN GLIJDENDE WERKUREN TEN STADHUIZE i VIES OILSJT - VIES OILSJT - VIES OILSJT - VIES OILSJT - VIES OILSJT - VIES OILSJJ r VJESJDI^^ DE VOOR- EN NADELEN VAN GLIJDENDE WERKUREN DE VOORDELEN WïE STELT GRATiS REFTER TER BESCHIKKING VAN HET| STADSPERSONEEL?! m - Lt i^.-- MAANDBLAD - 3de JAARGANG - NR. 8 - JULI-AUGUSTUS 1979 - BURCHTSTRAAT T - 9300 AALST - Prijs 20 Hoewel de uren op het stadhuis nu af en toe al glijden, kwam op de gemeenteraad van mei R. Uyttersprot terug op een voor stel dat hij reeds eerder gedaan had, namelijk het invoeren van glijdende werkuren en zomer uren voor het stadspersoneel. Schepen Blommaert die ge woonlijk nogal lamlendig op zijn schepenstoel hangt, moest zich even rechten om zijn antwoord voor te lezen dat gestoffeerd was door een studie van zijn diensten. De schepen is erin geslaagd in zijn tekst (die hij blijkbaar be- langrijkgenoeg vond om hem 14 dagen na de gemeenteraad naar de perste sturen) ongeveer anderhalve bladzijde te beste den aan de nadelen en moeilijk heden die verbonden zijn aan het systeem van glijdende werkuren en 2,5 regels aan de voordelen van dit systeem. Als je er dan van uit gaat dat de nadelen de voordelen in ruime mate moeten overtreffen, is het niet moeilijk om tot de konklusie te komen dat er geen glijdende uren kunnen ingevoerd worden. Het is wel duidelijk dat bij dit systeem heel wat problemen komen kijken. Zo is dit moeilijk toe te passen voor personeels leden in continu dienstverband zoals politie, brandweer, zwem bad, enz... Of dit zomaar te stel len is, zoals de schepen het doet, voor onderhoudsperso neel van scholen, reinigings dienst enz... is ons toch niet di rect duidelijk. Dat heel wat werklieden in ploe gen werken en deze tegelijker tijd moeten kunnen beginnen zal wel juist zijn, maar dit sluit dan niet uit dat ze b.v. in ploeg hun uren zouden kunnen bepa len. Deze bedenking geldt trouwens ook voor de moeilijkheden die opgegeven wbrden om deze re geling toe te passen bij het ad ministratief personeel. „Het lo- ketpersoneel is gebonden aan de openingsuren". O.K. maar er zijn toch weinig loketten die gedurende een he iewerkdag geopend zijn en zo is er toch wel enkele speling mo gelijk. „Het hoger kaderpersoneel dient steeds aanwezig te zijn op de traditionele vaste uren". Dit lijkt ons een weinig gegronde bewering waarvoor we trouwens geen grond vinden in de tekst. En dan krijgen we nog enkele nadelen opgesomd, enerzijds voorde personeelsleden en an derzijds voor het stadsbestuur. Zo zou een nadeel zijn dat er een tijdsregistraties^steem zou moeten ingevoerd worden, b.v. een prikklok. Is het bedoeide nadeel hier dat de werknemers niet meer zou den kunnen zeuren Of moet het zoals nu mogelijk blijven dat bepaalde perso neelsleden kunnen te laat ko men, dat een spitaeiser (echt genote van een bankdirecteur) zonder opzeg te geven na een bevallingsverlof gewoon thuis blijft en verder betaald wordt. En er werd niets ondernomen om die toestand uit te klaren. Die bepaalde madam kan dan nog gaan stempelen ook Nadelen voor het stadsbestuur zouden ook zijn noodzaak van langer toezicht, eventuele in vesteringen voor een registra tiesysteem, langer verlichten en verwarmen (in Jong Rood stond er nochtans enkele maanden geleden dat de verwarming dag en nacht op staat), beperkts jSchepew vaw ceefwtiüsj DE Ol/E'G— \sJ&&C*T WET PLAAT££SJ WAM B£.M"sMOft=ecPAAi- IM DE C-OMTZEiEM WAM O K/S BEKEKJP beocup këmmunikatiÉ^ussen de dien-Hj sten onderling en met anderef besturen. Dit laatste is misschien gedeelp telijk net omgekeerd als er over een langere tijdsspane perso neel aanwezig is. „Het invoeren van de glijdende! uurroster kan inderdaad aan be paalde werknemers de gelegen heid geven de indeling van hun werkdag aan te passen aan de noden van hun privéleven". En daarmee is voor schepen Blom maert de kous af. Het stadsbestuur dat altijd de mond vol heeft overopen beleid, inspraak, énz... rept hier in de tekst met geen woord over de verlangens van het personeel zelf of over de standpunten van de vakbonden die de werkne mers vertegenwoordigen. In de korte diskussie over dit antwoord tussen Blommaert en Uyttersprot komt niemand van de BSP tussen, in de stemming wordt zonder verdere uitleg te gen het voorstel van Uyttersprot gestemd. Heeft de BSP zich dan afge vraagd of zij werkelijk de belan-( qen van haar kiezers verdedig-' de .n het tweede deel van zijn inter pellatie informeerde R. Uytter sprot naar de mogelijkheid om een aangepaste refter ter be schikking te stellen van het per soneel. Hier werd het dan nog maar eens duidelijk dat de schepen van personeel weinig bekommerd is om de noden van het personeel. Het antwoord kwam kortweg hierop neer dat er pas een refte kon komen als de huisvesting van de diensten klaar is en als er voldoende geld is, want wij wil len het geld niet door de ramen gooien. Zijn de werknemers van de stad het niet waard mis schien, over een goeie refter te' beschikken Ook hier echterweer de vraag in: hoeverre het personeel betrok ken is en inspraak krijgt in deze materie. En anderzijds, zuinig stadsbe stuur, zijn er geen onderhande lingen mogelijk met de hogere overheid om de refter in de Pu pillen die niet optimaal gebruikt wordt ook ter beschikking te stellen van het stadspersoneel Getroost de schepen van per soneel zich echt de moeite om deze zaken ernstig aan te pak ken it J V Pol Nijs, Gentsesteenweg 267, 9300 Aalst.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Vies Oilsjt | 1979 | | pagina 1