S5&m
i:
mm
0
KLEI
NE KRAN1
r VOO
R GROOT AA
LSI
pi -
-
P
ju
VIES OILSJT VIES 01LSJT - VIES OILSJT - VIES OILSJT - VIES OILSJT - VIES OILSJT - VIES OILSJT - VIES OILSJT
x/0 m
ilium uhwjwi )W!!L,m
M
m isM
'a
1 ',lV
iÜ!::r m
-VIES OILSJT - VIES OILSJT - VIES
■qÏlSJt"- vTeS OILSJT - VIES OILSJT - VIES OILSJT
nonn
SEPTEMBER-OKTOBER
NR. S
MAANDBLAD -
3de JAARGANG
p
J#
WW III,,.
^w«n a#'„in»1 ',vu \wiiiW.l..'},n'Ll},V".!!.,'.l""iA/
\A\ vaitl lvilU
Lf .««A .ui Wii'. iiraiii minim in»»
wawiiuiio
RfBREKtiv
Doe
ZOALS
EEES VIES
oiijsr
evu/oüur
MiMSTen
afe ,li
AALST
Prijs 20 fr.
Na de industriële revolutie zag
men uiteindelijk wat men gedaan
had met de steden. Je hoefde
echt geen specialist architekt-
urbanist of zo iets te zijn om te
zien dat de stad ziek was.
Destank van de fabrieken maakte
de mensen misselijk Louis, die
gewoon was zijn „gazet" te lezen
op zijn stoel voor de deur, werd
naar binnen gejaagd door de au
to's. Pleinen werden parkings vol
auto's, de bomen moesten er ver
dwijnen want de auto-scooter
werd groter en groter, tot over
maat van ramp bouwde men de
jongste jaren verdiepingen- hoge
buildings, Louis had toch geen
stoel op de stoep meer nodig.
Het buurtleven verdween, de hui
zen bleven staan...
Het verlaten van de stad, het ver
langen naar rust, groen, goeie
luchten rust veranderden in een
rage-mode om alle groen buiten
de stad te verkavelen voor villa's
dan niet in fermette-stijl. De
prijzen van de boerderijtjes ver-
tiendubbelden in een paar jaar.
Aalst was vroeger in vergelijking
met nu een klein stadje, door zijn
langzame groei en evolutie waren er
verkeerstechnisch helemaal geen
problemen, de mens kon de evolutie
de baas.
Op het einde van de 18de eeuw was
Aalst de trotse bezitter van een ste
delijk landschap, niet groter dan van
aan de Dender tot het huidige Kei
zerlijk Plein, met een overwicht van
Classicistisch getinte gebouwen
(het huis Van Langenhove, de Be
gijnhofkerk, een stuk van het huidi
ge weeshuis in de Kattestraat, de
Graaf van Egmont, het Keizerlijk
Plein, ...J
Pas met de industriële opbloei (eind
19de eeuw) kende Aalst een sterke mriyciuui.-uv^, 7~"j Ln naast de
uitbreiding. De materiële welstand stonden een industriële
Iuitte zich in het centrum door heel
Jwat bestaande woningen van een
;--:l viHSOÏLSJT
neo-klassicistische gevel te
zien (toen „in") (vb. de Grote Markt)
en heel wat herenhuizen in die ty
pische neo-stiji werden nieuw ge
bouwd (vb. huis Moyersoen, sta
tionswijk,
De lezer onthoude dit het classi
cisme van die perioden is nog altijd
bepalend voor het karakter en uit
zicht van Aalst, in tegenstelling tot
Brugge, waar de oorspronkelijke
traditionele architektuur" (voort-
stammend uit de gotiek) niet ver
bouwd werd.
Met de industriële expansie ont
stond de vlucht van het platteland
naar de stad. Aalst diende uit te
breiden. Wijken met werkmanswo
ningen (St.-Job Watertoren,Jont-
overal rond en
stad. De drift naar e_
sleepte iedereen mee,
opbloei
BURCHTSTRAAT 20 - 9300
werden afgebroken en vervangen,
door schaalbrekende appartemen-'
ten. Andere werkmansbuurten le
den te veel onder de stank van de
fabrieken (de Hoge Vesten) zodat
men er zelfs geen schaalbrekende
appartementen wou neerplanten.
Ze bleven mooi, maar zo van „en wil
jij er wel in gaan wonen
De vlucht uit het centrum van Aalst
had wansmakelijke gevolgen, be
paalde verkrottende wijken (vb. ba
rakken van Mijlbeke) waren voor de
beleidsmensen enkel goed voor af
braak, het groen aan de rand van het
stad (normaal de passieve recrea
tiezonen voor de centrumbewoner)
veranderde in enorme verkavelin
gen, het landschap verdween en de
grotere afstand tot de kern maakte
het gebruik van de auto noodzake
lijk. De winkelende autorijder ge
bruikte de buurtwinkel niet meer,
maar zocht de centrum winkels op
met het gekende gevolg van de
chaotische verkeersdrukte in het
centrum. Hetcentrum, kontent door
de belangstelling, joeg zijn winkel
capaciteit nog op. Het sociaal leven
(woningen werden vervangen door
winkels) raakte ziek en Aalst lijdt
onder het steeds maar meer en
meer toestromend autoverkeer.
De dorpen, tuk op de opcentiemen,
verkavelden hun gemeentelijke
gronden. De schilderachtige dorps
centra midden het groen werden
versmacht tussen de uitgestrekte
dorpsvreemde verkavelingen met
kitsch-villa's en pseudo-fermetten.
Het inwijkersaantal haalde het dik
op de eigenlijke dorpsbevolking zo
dat het dorpsleven van „ieder kent
ieder" verzuurde.
Ministers en staatsecretarissen
maakten zich ongerust, dergelijk:
situatie was typerend voor heel wat
steden in het land. Beleidsnota's
werden opgesteld, tedere stad of
gemeente diende zijn struktuurplan
op te stellen. Het plan zou voor de
gemeente het stedebouwkundig
beleid bepalen.
Het zou wel niet wettelijk bindend
zijn maar het zou adviserend moe
ten werken bij definitieve beslissin
gen aangaande het ruimtegebruik.
Aalst begon in '75 met zijn struk
tuurplan om aan de situatie iets te
doen.
Het opmaken van het plan was aan
vankelijk als ideeënwedstrijd be
doeld maar de aangesproken deel
nemers beslisten de wedstrijd-for
mule af te schaffen en sloegen de
handen in elkaar (wedstrijden kun
nen een vorm van inspraak zijn en
de ideeënkeuze is rijker. Maar ja,
^belangrijker voor de ontwerpers
was dat iedereen van de koek konj
snoepen).
(„Politiek was het ook meer dan
normaal want een wedstrijd zou we!
eens het systeem, architekt met het
dikste pak partijkaarten architekt
met de meeste opdrachten van de
stad, in het gedrang brengen. Dat
de architektuurkwaliteit voor de
Aalstenaars te wensen overlaat, zal
wel geen zorg zijn voor het stads
bestuur").
In april '76 kwam het voorontwerp
klaar, het had de stad zo al een
slordig miljoen gekost. Het was een
samenraapsel van modieuze slo
gans zonder de essentie van de
9
-r
fabrieken en werkmanswoningen
waren nieuw en het geloof in een
materiële en sociale verbetering
door de industrie maakte alle ste-
debouwkundige bezinningen over
bodig.
De materiële luxe bleef echter voor
behouden voor enkelingen.
De fabrieken schakelden door ster
kere mechanisatie over op pollue-
rend energieverbruik. De stad werd
vuil en grijs, de werkmanswoningen
verkrotten, in de werkmanswonin
gen bleven de minder begoeden
wonen, die met een grotere wel
stand vluchtten de grijzer wordende
straten en vestigden zich in ruimere
van'groen voorziene straten (Capu-
cienenlaan, Sinte-Annalaan, Park
laan, Aalst deinde verder en ver
der uit. 1
De vervallen werkmanswoningen^
Ë~:i