1880.
Fr. 4-00
Aalst, 14 October.
7,
VRIJHEID
!lil¥01!li®
Fit,
F
's jaars voor de stad.
a a n k o n (11i n g c n
15"""' den drukregel.
o
VOORUIT
verschijnt \V( klijks
den Donderdag
in den namiddag.
's jaars voor heel het
land.
De abonnementsprijs
is voorop betaalbaar.
De aankondigingen
verzoekt men uiterlijk
des Woensdags voor
0 uren namiddag te
zenden.
ff T9
Compagnie Générale dePublicité Etrangère G. L. Daube et Cio. Paris, Londres, Frankfort s. M., Berlin, Vienne, Zurich etc.
In den Ketel.
De geestelijkheid, welke heden
daags zoo licht omspringt met de ban
bliksems en zoo kwistig de hel met
hare eeuwige pijnen uitdeelt, vergeet
wat veel hare eigene rekening te ma
ken. Wij zullen derhalve zoo vrij zijn,
de Schriftuur in handen, hun eenige
punten voor te houden waarvoor hen
zonder twijfel de ketel wacht.
Christus zegt
1 Oordeel niet en gij zult niet geoor
deeld worden.
Herinnert u dat wel, priesters van
allen rang, en gij zult niemand zoo
lichtvaardig meer veroordeelen. Im
mers, wie gehoorzaam is aan Vorst en
Wet, wie twouw zijne plichten ver
vuil, wie een vrijzinnig, waarheidlie
vend blad durft lezen, wie het be
stuur van 's lands zaken durft toever
trouwen aan wijze handen, die wordt
door u gedoemd. Denkt er aan, Chris
tus zal u rekening vragen en de ketel
zat uwe kwitantie'zijn.
2. Bemint elkanderdoet hun wel die
u luiten en bidt voor degenen die u ver
volgen en lasteren.
Doet gij wel gelijk de Zaligmaker
aan zijne leerlingen gebood Sticht
gij liefde en vrede
Bemint gij den evennaaste Neen,
niet waar in plaats van liefde en vrede
JUL ANTHOOM,
Mijnheer en, Mevrouwen,
Uwe tegenwoordigheid bij dit feest
der Jeugd is eene groote eer voor
ons en eene machtige aanmoediging
voor onze leerlingen. Zij bewijst tevens
dat gij het volksonderwijs naar waar
de weet te schatten en verschaft mij
de kostbare gelegenheid U eenige
oogenblikken te mogen onderhouden.
In een tijdstip zooals het onze,
waarin het officieel onderwijs langs
alle zijden en zoo hevig wordt aange
vallen, is het wel noodig, dat zij, die
aan het hoofd van dit onderwijs staan,
onbevreesd het woord opnemen, niet
om verdenking tegen verdenking, leu
gen tegen leugen, laster tegen laster
op te werpen maar wel om de ge
krenkte eer te herstellen, en de waar
heid, enkel de waarheid, in haar volle
daglicht te doen uitschijnen.
In den loop van het schooljaar heb
brengt gij niets dan haat en twist. Iloe
is uw gedrag in deze laaslste tijden ge
weest Gij hebt de heilige banden des
bloeds gebroken, kinderen tegen hun
ne ouders, ouders tegen de kinderen,
vrouwen tegen de mannen opgeruid.
Gij hebt aan het sterfbed, waar gij
heul en troost moest bieden, u niet
laten vermurwen door het geween en
gesnik der bloedverwanten integen
deel, gij hebt uwen politieken haat
gekoeld en den stervenden huisvader
beloften afgeperst, in strijd met zijn
geweten Dat is geen liefde en vrede
en daarom den ketel in.
3. Ik had u bevolen voor de arme
weduwen en weezen te zorgen en u
het voorbeeld der gerechtigheid gege
ven. Wat doet gij In stede de weer-
looze weduwe en kinderen te bescher
men en te helpen, slaat gij uwe
arendskjauw op hen. Hoeveel erfenis
sen hebt gij hun reeds ontnomen
Hoeveel millioenen zijn reeds in de
jesuietenkrochten vergaderd, die
nochthans rechtmatig aan arme erf
genamen toekwamen.
Op welke voorwaarde nog verleent
gij uwe zeldzame hulp aan ongelukki-
gen. Zij moeten, niet waar, volledigen
afstand van hunnen wil doen, u heer
en meester laten, u hunne kinderen
hun duurbaarste pand toevertrouwen
ik dikwijls genoopt geweest, om mij
bij middel van brief tot de ouders
te richten, ten einde hen over den
gang en de strekking onzer schot 1
te handelen, doch telkens heb ik
de pen nedergelegd bij de gedachte
dat er geen beter middel van overtui
ging is dan de ondervinding zelve.
Hewel het is nu meer dan een jaar
dat de nieuwe wet in zwang is, en ik
vraag het u, waar is dit ongodsdien
stig onderwijs, waar zijn die zedeloo-
ze boeken, waar is de verwijdering der
heilige beelden, waar zijn die godde-
looze meesters, die de jeugd het ver
derf met volle teugen moeten opgie
ten, met een woord, waar zijn die
slechte scholen Er is nergens
spoor van te vinden
O ja ik weet het, onder alle beheer
en onder alle wet zijn er mannen ge
vonden, die hunne verhevene zending
vergaten, en de ondeugd verspreid
den onder hunne leerlingen. Zulks
echter bewijst niets voor of tegen
eene wet. Maar thans wil men bewee-
ren dat onze scholen noodzakelijk
moeten slecht zijn, enkel omdat zij
officieel zijn Tegen die beweering
protesteer ik uit al mijne kracht.
Hebben zij, die dit gedacht willen
om ze ongelukkig te maken. Gij kunt
u niet verantwoorden, zal Christus
zeggen, en daarom den ketel in.
4. Wie hun die ver er ge nis geven.
Schrikkelijke vermaning, die gij
dagelijks miskent op de schandelijk
ste wijze. Immers wat doet gij met de
onschuldige kinderen aan uwe zorgen
toevertrouwd, met de onnoozele klei
nen die verblinde ouders u overlaten
Gij uoet meer dan hun verer ernis
geven. Gij werkt uwe-beestige driften
op die onnoozele schepsels uit uwe
onderwijsgestichten zijn oprechte
kinderprosserijen en toch meent gij,
schijnheiligen, met kousen en schoe
nen den hemel in te gaan. Maar weg
van mij en den ketel in.
5. Geef den keizer wat den keizer toe
komt. Ik gaf,- zal Christus zeggen, het
voorbeeld van gehoorzaamheid aan
de wettige overheid.
Maar gij, niet te vreden met weer
spannig te zijn, hitst uwe onderdanen
nog tot opstand aan. Uw vaderland,
dat u voed en in pracht en weelde
laat leven, haat en vervloekt gij gij
verfoeit koning en ministers
gij zoekt alles omver te werpen om
zelf uwe dwingelandsche macht op
den troon te vestigen. Is dat den kei
zer geven wat hem toekomt Neen,
en daarom ook, weg van mij en ga
vooruitzetten, dan niet gepeinsd op
de menigvuldigde bewaking, waar
van wij en ons onderwijs het voor
werp zijn Vooreerst de Gemeente-
Overheden. dan de Inspecteurs, dan
de plaatselijke School-Komiteiten,
dan de ouders en eindelijk de leer
lingen zeiven.
Men denke niet dat de onderwijzer
daar tusschen vier muren staat en
allerlei stelsels en leerlingen kan ver
spreiden, zonder dat de openbare
denkwijze er door ontroerd worde.
Elke les, die hij geeft, elk woord, dat
hij spreekt, vindt onmiddelijk zijnen
weerklank in de huisgezinnen, en in
de tegenwoordige omstandigheden
vooral waren alle oogen gestadig op
ons gericht, en hebben wij ons, was
het mogelijk, met nog meer voorzich
tigheid omringd dan te voren.
Doch, waarom verder op dit punt
aandringen Spreken wij Diet aan
personen, die reeds te voren over
tuigd waren Het is zoo, er daarom
achten wij dat de tijd gekomen is,
openbaar den lof en den dank toe te
zwaaien, welken toekomt aan elkeen,
die tot den bloei onzer scholen het
zijne heeft bijgedragen.
Onze eerste en welverdiende dank
net getal uwer broeders vergrooent
die in den ketel zij i.
0. Ik gaf het voorbeeld der vrijwillige
armoede. Ik bekende dat ik geenen
steen had om mijn hoofd op te laten
rusten. En gij, die mijne dienaren
moest zijn, gij hebt paleizen tot wo
ningen, vette jaarwedden die gij in
slemperij verkwist. Ik reed op eenen
ezel, gij hebt koets en paard ik was
ootmoedig in mijne armoede, gij zijt
trosch en opgeblazen met uwen
overvloed. Maar ook, gij hebt uwen
hemel hier op aarde, wees zeker, dat
gij, voor mijnen rechterstoel staande
deze woorden hooren zult Gij hebt
mijne gebeden miskend, den ketel in.
Dit zijn slechts eenige staaltjes
links en rechts genomen. Wilden wij
voortgaan met de voorschriften van
Christus na te zien, wij zouden bevin
den niet 1 op onze 1000 hedendaag-
sche geestelijken ze volgt.
De bok van Chil!ïiSon
Onze lezers herinneren zich welke
rol de bok van Chatillon gespeeld
heeft in de school met God aldaar, en
hoe men dat dier geheel het land door
geleid heeft, om het aan zijne
vrienden, de leden der katholieke
kringen, te laten zien, te Gent heeft
de bok vooral veel bijval gehad bij de
is voor het Bestuur dezer gemeente.
Tegenstrijdig met hetgeen elders ge
schiedt. laat het bestuur de onderwij
zers alle recht wedervaren en waar
borgt hunne stoffelijke belangen,
waardoor zij in staat worden gesteld
de tegenwoordige omstandigheden te
doorworstelen.
Maar in welke bewoordingen zal ik
achtbare ouders mijne erkentenis uit-
tedrukken De onderwijzer is de
man, aan wien de ouders hunne
duurbaarste panden, hunne kinderen
toevertrouwen. Na eenige jaren ont
staat er tusschen den meester, den
vader en de moeder, en de leerlingen
een band van genegenheid en vriend
schap, die zooveel te sterker is, als
het vertrouwen groot is geweest.
Welnu, indien ik, in den loop van dit
schooljaar, een oogenblik ontroerd
ben geweest, dan was het als ouders
mij, met betraande oogen, kwamen
zeggen, dat zij mij hunne kinderen
niet verder konden toevertrouwen,
zonder in hunne stoffelijke belangen
te zeer gekrenkt te worden. Met be
nepen hart en toch met vriendschap
hebben wij van elkander afscheid ge
nomen En zulke ouders zijn er veel
Maar thans ook, nu ik mij omringd
Vj
UITGESPROKEN DOOR DEN HEER
HOOFDONDERWIJZER
TER GELEGENHEID DER PRIJSDEELING
AAN DE KINDEREN DER OFFICIEELE
SCHOOL, TE HAMME.