1881). Fr. 4-0 Aalst, 4 Aox-mber. Fr. 4-71,1 VOOR VRIJHEID 1\ a n k ft n <1 i i n g e n De abonnementsprijs i*e liedeiidaagsche discipelen of navolgi-rs van Christus. Aan den Heer \Tmistcr van Justieie Kerkelijke zaken en christelijke liefde. 's jaars voor de stad 15,n™ den drukregel. V O O R UIT verse jnt wekelijks den Donderdag in den namiddag. O S 's jaars voor heel het land. is voorop betaalbaar. De aankondigingen verzoekt men ui' rlijk des Woensdags voor 6 uren namiddag te zenden. Compagnie Générale dePublicité Etran'gère G. L. Daube et CA Paris, Lcndres, Frankfort s. M., Berlin, Vienne, Zurich etc. 1. Navolging in Woorden. HEDEN. En zij, die in name des Ileilands ons spreken, Zijn heden dolzinnig, tot hardens verwoed; De woorden ve* vloeking en aoemenis dreunen Den christen ter kerk en op straat te gemoet. in Werken. Aij zaaien de tweedracht in dorpen en steden En hitsen de vrouw tegen 't mannelijk gezag Door hen zijn de huiselijke banden verbroken Waar ergens hun invloed den twist baren mag. VOORHEEN. Toen Christus op aarde zijn leer kwam verkonden, Heelt hij nooit zijn' broeders door schelden gewond De woorden vergeving en zegening vloeiden Hem, - zelfs voor zijn beulen, - alleen uit den mond, 2. Navolging De liefde verspreiden, verbroedering stichten, Was enkel van Jesus een' zending en doel Hij stortte over 's menschen verdeeldheid steeds tranen Beklaagde verdrukten, in 't aardsche gewoel. III. Navolging in Doel en Streven. Hoe nederig was niet de apostel van vrede, Aij werken hier slechts om als dwingers te heerschen Toen hij 't koningdom van den volke verstiet Vervolgen, verhong'ren den leeraar van 't land, En zei, wijl de joden hem Messias noemden j Omdat hem een wet van hun dwang kwam o.itslaven Mijn macht en mijn rijk zijn voor 't tranendal niet.» j En waardig verhief uit den needrigsten 'stand. IV. Navolging in Overreddingsmiddelen. De schuldige wierd niet door Christus misprezen, O.ischuldigen worden door priesters beleedigd Maar wel om zijn Zvvakneid vergeven, verschoond j Beschavers van 't volk zijn nu godlooze lièn. Met kracht laakte Jesus de tempelschijuheiligen j Door 's waarheid verkon der als zedeloos gescholden, Wier hoogmoed den zondaar had spottend gehoond. j Als 't laagste dat ordlo >ze wulpschheid kan bièn. V. Navolging in het waarüeeren van Verdienste. Ja, Jesus verstond wat een leeraar moet dulden, Wat doet de discipel op aard' daarentegen Voorspelde in die woorden zijn waardigen loon Hij, die op de navolging Christi zó5 roemt, Dijk 's neeials geshirnte zoo zal hij eens blinken Belooft als belooning den leider üerkindren, In 't rijn der uerkoomen, omtrent mijnen troon». j Te wezen hiernamaals ter helle gedoemd. VI. Navolging in Levenswandel. De Heiland was vija <cl van valschheid en leugen, Eu bracht zijn gedrag met zijn woord overeen. Nooit stond Hij beschroomd, of beschaamd of verlegen Uni 't geen hij verrichtte of leerde voorheen. VII. Navolging jn De Heiland wou slechts de regeering der zielen, Maar was onderdanig aan 't wereldsch bestuur, Geef Gesar, zoo sprak hij, wat Gesar mag vergen Stookt nooit in den lande 't oproerige vuur.» Zij mindrea beteuterd de kracht van hun woorden Uf loochueu hun daden, door andren gezien. Zij loochnen wat ze op den waarheidstoel preekten Of trotsen den rechter als schuldige lièn. Om erwerping, Zijn volgers verdeelen het volk in twee kampen. Eu weigeren den dienst, die nogtans wordt betaald Zij (rappen hoogmoedig de wetten met voeten, Zooals t Rarlemenis-onaerzoek ons s L l arlcmenis-onaerzoek ons verhaalt BESLUIT Zoo Christus het aarderijk op nieuw kwam bewonen Hij vond in ons land geene zweepen genoeg Öm uit zijne tempels het kliekje te jagen. pp Heer Minister, Ik ben van buiten de Kattestraat- poort, en maar nen' jongen van liet volk en ik word van al de liberalen van Aalst gaarne gezien, omdat ik treffelijk en eerlijk ben de klerika- len hebben van mij 'nen schrik als van den duivel, en ik weet waarlijk niet waarom. Of zou het misschien zijn, omdat ik voor de rechtvaardigheid ben en geen ongelijk kan verdragen. Welnu, als 't zoo is, dau hebben de klerikale bokken rel ijk dat ze een beet je verveerd zijn van mij, wantik zou, sapperpitjes 'nen onrechtvaardiger! mensch den hals omwringen, net ge lijk als of het een kieken was. Zie, het is juist omdat ik geen ongelijk kan verdragen, dat ik u vandaag eene pe titie opstuur. Ge moet weten, Mijnheer de Minister dat er een mijner geburen, verleden week veroordeeld is voor 2 dagen ge vang en 12 franks boet, omdat hij zij nen huisbaas weggezonden had. zon der geld maar met dan groet«Ge zijt een dief Id 'Nen anderen gebuur, Jef cle Rosten, insgelijks in mijne straat woonachtig, werd voor 't gerecht ge trokken,omdat hij tegen Madame Wor- stelmans geroepen had Ge zijt een ros Hij is er aan voor 4 dagen over de Ik weet gevang en 2t> franks boet. Heer Minister, Verre van mij, te klagen strengheid van den Rechter, dat de Wet de Wet is artikel zoo veel bepaalt zoouetl straf voor de schenders en de Juge kan of mag niet anders doen dan dat artikel van de wet toepassen op wie 't verdient. Maar waarover ik klagen kom is, dat Luppen Van Der Speeten en Jef de Rosten voor een enkel haastig woord zoo ferm geknipt worden, terwijl er met honderden los en ongestraft loo- pen, die veel plichtiger zijn dan mij ne twee geburen Luppen en Jef. De Moniteur is verleden week be gonnen met de getuigenissen van het schoolenkwest te drukken, en daar- in vind ik met naam en toenaam eene gansohe litanie pastoors en onderpas toors vermeld, die beter schelden kunnen dan het gemeenste wijf van de Kat of de Hoo]e Vesten. bi den Moniteur zelf las ik, dat ver- schillige pastoors en onderpastoors de ouders, leerlingen, meesters en vrienden van deofficieele school heb ban uitgemaakt voor lafaards, verra ders, judassen, straatloopers, slechtuolk, verloren meisjes, li..ren, botterikken, canailles, smeerlappen, sloebers, rossen, verkens, schismatieken, ezels, schijnhei ligen, enz., enz., te lang om te mel den gelijk op de plakkaten der nota rissen. Die scheldwoorden staan allen gedrukt in den Moniteur, werden on der eed aangeklaagd, door de getui gen bevestigd en onderteekend, en de priesters die ze uitbraakten zijn met naam en woonplaats gekend. Heer minister, Nu vraag ik U, of die kerels eindelijk ook zullen vervolg worden engestiafl met boet en gevang, gelijk Luppen en Jef, mijn geburen Zoo niet, dan eisch ik dat gij aan mijn twee gebu ren volle kwijtschelding zult verlee- nen, en het artikel dat hun trof, maar uit de Wret zult doen schrabben. Gelief daarbij te bedenken, dat Lap pen en Jef twee simpele en verdiens telijke werklieden zijn, die niet ge studeerd hebben en de kracht van elk woord niet kunnen kennen gelijk de priesters in kwestie; overigens, dat Luppen en Jef in zekeren zin gelijk had den,want de huisbaas trekt loper cent van zijn kot en vrouw Worslelmans en is toch maar eene van zus en zoo terwijl de priesters, die de ouders, leerlingen en onderwijzers uitschol den, enkel deftig volk hebben belee digd, waarop geen zierken te zeggen valt, integendeel Heer Minister, Eerbiedig dus gesproken Veeg de ile spons door de veroordeeling van Luppen en Jef, en laat morgen aan heel het land weten, dat de eene bur ger den andere ongestraft mag belee- digen en uitmaken voor nog slechter dan 't vuil van de straat,— of wel, doe de langtongen van priesters onmidde- lijk bij den kraag vatten en opschrij ven voor eenige dagen celgevang. Zoo niet, dan heb ik de eer te den ken en luidop te zeggen, dat de Ju sli de in ons land mQt twee' maten en twee gewichten werkt de grootste maat en het beste gewicht voor wie ze in 't geheel niet verdienen. Waarmede ik blijf, van de Wet De onderdanige dienaar. De Kaas. Als wij van de papen spreken, en schrijven dat het maar een boel schurken bedriegers er. huichelaars zijn die God onder de voeten trappen eu de religie hatelijk maken, dan schreeuwen de klerikale gazetten dat wij de mannen Gods lasteren en het volk willen misleiden eu van 't geloof verwijderen. lieden behoeven wij ons met de bewijzen van hetgeen wij beweeren niet meer op te liouden. Het zijn de woorden der klerikale kopstukken zelf, die ons oordeel komen bevestigen. Ziehier desaangaande twee brieven door den bisschop van Doornik, Mgr Dumont, aan den dag gebracht, en die, met de eropvolgende uitlèggingen het papenras allerbest doet kennen. Brief van Z. E. den cardinaal Mechelan, 11 september 1878. Monseigneur, Men meldt mij van verscheidene kanten: 1* Dat gij, tot de priesters van uw bis- XX-» **-A AAW» mJIAlt.-'V ■rV.-JtUjUH*, DECHAMPS AAN DEN' BISSCHOP VAN Doornik.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Vooruit | 1880 | | pagina 1