1880. Aalst, 9 December. Fr. 4-00 iV'24. Fr. 4-75 VOOR VRIJHEID WAARHEID EU RECHT. OUDERS WAAKT sag ,s jaars voor de stad aankondigingen 15men den drukregel. VOORUIT verschijnt wekelijks den Donderdag in den namidi ag. 's jaars voor heel het land. De ahomicmcntsprijs is voorop betaalbaar. De aankondigingen verzoekt men uiterlijk des Woensdags voor 6 uren namiddag te zenden. Compagnie Générale dePubiicité Etrangère G. L. Daube et CV Paris, Londres, Frankfort s. M., Berlin, Vienne, Zurich etc. HET ROOMSCHE VRAAGSTUK. De discussie over het ontwerp van antwoord op de troonrede is in de Kamer van volksvertegenwoordigers begonnen en zij dreigt zoo lang te zul len duren, dat men nauwelijks mag zeggen dat zij begonnen is. Gelijk men er zich mocht aan ver wachten, loopt die discussie uitsluite- lijk op het vraagstuk onzer diploma tieke betrekkingen met het Vatikaan en de rechter zijde heeft den parle mentairen strijd aangevangen met eene geveinsde hevigheid die tot he den eenieder volkomen onverschillig heeft gelaten. En wij durven wel voorzeggen dat die onverschilligheid niet ophouden zal. Immers de thesis, welke de kle- rikalen in deze zaak voorstaan, strijdt zoo openlijk tegen de gezonde rede, tegen de logiek, dat de politieke drift geen oogenblik in beweging gesteld zal kunnen worden. Het zullen de kleingeestige vitterij en niet zijn, waarmede men op de be woordingen en de datums der docu menten zaagt, welke tusschen onze re geering en het Vatikaan zijn gewisseld geworden, die de politieke of de gods dienstige drift der bevolking zal aan vuren die kleinigheden, die tot he den bijna het uitsluitelijke thema der klerikale redenaars zijn geweest, wor den aldra in het duister gesteld door die alles overschaduwende beschou wing) dat een paus, die geen koning me ir is, en geene Staten meer bezit, met de rederingen geene diplomatie ke betrekkingen meer kan hebben. Die waarheid is onloochenbaar en men onthoudt zich ook zorgvuldiglijk ze te bestrijden, men heeft liever de kleine zijden der zaak aan te tasten om de geesten in dwaling te brengen. Maar er is meer Aannemende dat de diplomatieke betrekkingen nog voorts kunnen bestaan, waartoe zou den zij dienen Om de godsdienstige belangen der Belgen te bevorderen, zoo luid het antwoord, En wat zien wij Dat het pausdom hand in hand gaat met onze geestelijk heid om de belgische burgers door a'len middelen, tot de uiterste toe, te tergen en te verdoemen, om ze te straffen wegens hunne onderwer ping aan eene wet van den Staat. Zal men zeggen dat het is om de be langen van den godsdienst te verdedi gen dat de sacramenten worden ge weigerd en tot kleine kinders toe met de hellevlammen worden bedreigd Men oordeele ten alle tijde heeft men de roomsclie geestelijkheid de bedsponde der stervenden met geweld zien bestormen, wanneer deze voor nemens waren de zoogezegde hulp der kerk te weigeren. Wanneer Altmayer, de beroemde professorjder Hoogeschool van Brus sel, de onbekeerde geus, de vrijmet selaar die zijn lévenflang, met woord en daad het katholicisme had bestre den, op zijn sterfbed lag, wilde de geestelijkheid met geweld tot bij hem dringen om hem, ofschoon hij een op standeling tegen de kerk, een «schis matiek» was, de sakramenten toe te dienen. Zoo doende, beweerde de geestelijkheid te handelen in het be lang van de godsdienst. En, zonderlinge tegenstrijdigheid Thans ijvert de kerk om aan de op standelingen de sacramenten gewel dig te weigeren, in plaats van ze met geweld toe te dienen, en altijd in het belang van de godsdienst Is het niet duidelijk dat het belang van de godsdienst voor niets is in alle deze bemoeiingen ea dat, in plaats van het belang van de godsdienst alleen de kerkelijke dweep-en heerschzucht wordt geraadpleegd. En indien het pausdom, wel verre van die gevaarlij ke en ha'elijke strekking tegen te werken, ze integendeel aanmoedigt en opstookt, wie zal er kunnen uitleggen dat de regeering er nog eenig belang bij heef! officiëele betrekkingen te on derhouden met eene uitheemsche macht, wier eenig gevoelen ten haren opzichte eene systematike vijandelijk heid is Ook is de afschaffing der roomsche gezantschap een feit, dat de klerikale kunnen betreuren, maar waarmede de natie voldaan is en waarop niet is te rug te komen. WIE ZIJN DE LURIRKEN. Reeds van over vele weken en nu nog hebben de klericale dagbladen de bezoldiging van sommige gemeente onderwijzers gekritikeerd. Hunne kritiek komt hoofdzakelijk hierop uit dat er in sommige scholen weinig of geene leerlingen zijn en al dus die onderwijzers ware renteniers zijn en een lui leven leiden. Die schrijvers, met huune gewone oprechtheid, vergeten er enkel bij te voegen dat de gezegde onderwijzers aan dien staat van zaken volstrekt zelf geene schuld hebben en niets meer vragen dan hunne scholen wel bevolk te zien. Maar indien, volgens onze tegen strevers, znlke onderwijzers renteniers of luirikken zijn, welken naam ge ven zij dan aan de geestelijken, die uit eigen beweging, zooveel geloovigen weggejaagd hebben en zich aldus van zooveel werk verlost hebben dat er twee van de drij ten hoogste iets of wat bezigheid hebben. Volgens ons is men niet lui als men wil werken, en dit is het geval met gezegde onderwijzers maar wel als men niet wil werken en zich, onder 't een of't ander voorwendsel, zonals de schoolkwestie,van den arbeid ont slaat, en dit is het geval met de gees telijken. De ware lediggangers. Sprekende over het schoolonder zoek. waarvan de uitslagen de gees telijkheid beginnen te verschrikken, dorsten eenige clericale bladen zich als volgt uitdrukkenHet school onderzoek zal geene andere uitwerk selen hebben dan officiëelen stempel- te zetten op de aanklachten van de lediggangers die zich in de officiëele school, vetmesten met het zweet des volks Wel stout moeten deze clericale bladen zijn om te durven spreken van lediggangersdie zich vetmesten met het zweet des volks Waarvan leven dan die duizende monniken blozend van gezondheid en welstand Het zijn kloosterlingen, die van deur tot deur gaan bedelen, hunne prooi, rijk of arm, bespiedende, het volk, door alle middelen, geld af persende Het is niet alleen, om den nooddruft dat zij schooien, het is om te vergaren, om zich te verrijken, om roerende en onroerde goederen aan te koopen. En het zijn deze dagbladeren de tolken dezer lieden, levenden ten koste van degene die 'werken, welke durven spreken van lediggangers eu zich vetmestende met het zweet des volhs Aan wie zijn deze prachtigge wonin gen. welke zich verheffen te midden der groote steden en in de schoonste wijken Aan wie zijn deze rijke kloosters, deze uitgestrekte goederen, welke een groot deel van ons land bedekken Deze die ze deden bouwen op die duurgekochte gronden bezaten niets over eenige jaren. Maar, zult gij mij wellicht vragen, wat hebben zij ge daan om de noodige gelden te ver- zamele om zulke uitgestrekte gron den te koopen en deze groote kloos ters te bouwen. Wat zijn gedaan hebben, zie hier Aan het ziek bed hebben zij de for tuin van de stervende binnengepalmd, de smarten van den overlevenden uit gebuit de vreugden der huisgezinnen schandelijk te baat nemende Zij gaan van deur tot deur. van het kas teel van den rijken tot het schamelste hutteken van den armen, overal de hand uitstekende, heffende op de den nood des werkmans tienden, welke hatelijke afzettingen zijn en met zulk verkregen goed leven zij onbezorgd en onbekommerd Alzoo bestaan in ons land tallooze kloosterlingen, geld heffende door alle middelen, de lichtgeloovighied en onwetendheid der menigte uit buitende, ten kosten levende der samenleving die werkt en voorbrengt. En de nieuwsbladeren, welk de ver dedigers van zulke scherreweg 's zijn. durven het woord ledig gangers uiten als zij spreken van de officiëele onder wijzers Voorwaar, dit is te veel stoutmoedigheid Als men den H. Labre voor patroon heeft dan heeft men het recht niet om anderen van luiheid en vuiligheid te beschuldigen. Men schrijft uit Hasselt aan de Journal de Liège. Gij hebt de veroordeeling door de rechtbank van Hasselt medegedeeld van de priesters Knops en Renard, directeur en surveillant-professor aan het collegie, onder het patronaat van de gemeente St. Truijen, beklaagd van aanslagen op de eerbaarheid met en zonder geweld gepleegd, bij meer dere leerlingen van dat gesticht, aan hunne zorgen toevertrouwd. Het onderzoek had met gesloten deuren plaats en bracht aan het 1 cht dat deze zedebedervers des nachts in de slaapvertrekjes der pensionairs drongen, om zich dan aan de walge lijkste bedrijven over te geven. Het openbaar Ministerie gaf in den loop van zijn kernachtig pleidooi le zing van een brief, geschreven door den directeur Knops, drie dagen voor het bekend worden van de vuilighe den die hem voor den rechter voer den, en waarin hij een vader van kinderen die de gemeenteschool be zochten smeekte, om die toch uit dat hol van ongodsdienstigheid en zede loosheidterug te trekken Wat iemand pijnlijk aandeed, gedu- 1 OORUÏT (Waarschuwing van de Sl.ias en Roerbode.) t

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Vooruit | 1880 | | pagina 1