1881. Aalst, 14 April. Ff.. 4-00 1 I 's jaars voor de stad. 15raen den drukregel, aankondigingen VOORUIT verschijnt wekelijks den Donderdag in den namiddag. U U f! 's jaars voor heel het land. De abonnementsprijs is voorop betaalbaar. De aankondigingen verzoekt men uiterlijk des Woensdags voor (j uren namiddag te zenden. Compagnie Générale dePublicité Etrangère G. L. Daube et Cic. Paris, Londres, Frankfort s. M., Berlin, Vienne, Zurich etc DAAR GOED HIER SLECHT! Wat komediekot is de wereld toch Laatst werd een wetenswaardig feil in dp Kamer aan hetlichtgebra Hitdoor M. Jottrand vijf gemeenten der provin cie Henegouwen in Belgie, namelijk Barbengon. Bossu-enFagne, Erpion, Renlies en Vergnie, hangen van het bisdom Kamerrijk af. In die gemeen ten zijn de boeren door de geestelijk, heid volstrekt vrijgelaten in den keus der scholen de mandementen en de onderrichtingen der belgische bis schoppen zijn er zonder waarde. Daaruit is gevolgd dat er geene kleri kale ezelscholen gebouwd worden en de geestelijkheid zich onthouden heeft tusschen te komen bij de huis vaders tegen de wet. De bewoners, dier vijf gelukkige gemeente zijn voortgegaan hunne kinderen naar de gemeentescholen, die voortreffelijk zijn, te zenden zonder daarom hun recht op de absolutie en de commu nie te verliezen. Dit feit bewijst dat de daden der belgische bisschoppen de vervulling niet zijn van eene katholieke gods dienstplicht, maar uitsluitelijk eene politieke daad. Nog meer de geeste lijkheid heeft er zich niet over te be loven. Zij zaait winden en oogst stor men KLERIKALE LEUGENS. De Patrie had de ongehoorde stoutheid, maandag, het volgende werkje aan te bevelen OPTELLING van het getal leerlingen der lagere scholen en bewaarscholen van België, op 15 december 1880, gedaan door de wereldlijke opzieners van de katholieke scholen en met eenige bemerkingen uitgegeven door J. Malou, Staatsminister. Brochuur, klein in 8°, van 24 bladz. Prijs, per exemplaar 25 centiemen per dozijn, 2,50 centiemen per vijftig, 9,00 fr. per hond. 45,00 fr. per duiz. 125,00 fr. De verkoopprijs doet niet ter zake want, zoo noodig, gaf men het werk van M. Malou voor niet, t' is te zeg gen juist voor hetgeen het waard is. Indien wtj de aankondiging van de Patrie overnemen, is het om het pu bliek te waarschuwen tegen deze uit gaaf, welk een opraapsel is der 1 schaamtelooste leugens welke men uitdenken kan. Ziehier trouwens wat la Flandre liberale zaterdag 11. zegde van de be roemde statistiek van M. Malou. De statistiek van M. Malou is met het ongelukkig geboren. Geen dag gaat er voorbij zonder dat men er de grofste fouten in ontdekt. Nadat M. Crombez bewezen heeft dat de aan geduide cijfers voor Doornik, bewij zen van de hoogste schimvertooning en inbeeldinnskracht gaven, heeft M. Lucq dezelfde bewijzen komen leve ren voor Charleroi vervolgens kwam M. Willequet, de bewonderswaardi- ge onnauwkeurigheid van Gent leve ren, en eindelijk deed M. Mallar eene dergelijke betwisting voor Yerviers. M. Malou heeft veel verstand, maar hij zal er meer noodig hebben, meer nog dan er Vohaire had, om zich uit den slechten toestand te redden waarin zijne vrienden hem geplaatst hebben zijn toestand is belachelijk en de best gelukte geestigheden der wereld kun nen hem niet veranderen. Gij hebt het gewild, Georges Dandin Wist hij dan toch niet tot wie hij zich wende om de noodige bewijzen voor zijne statistiek te verzamelen Wij willen hem de smaad niet aan doen te gelooven dat hij zelf de cijfers vervalscht heeft, welke hem zijne briefwisselaars ter hand stelden waarschijnlijk zijn zij het die de be driegers waren. Maar wie zijn die briefwisselaars Het zijn de pastoors en onderpas toors. Zich tot hem richtende, had M. Malou meer wantrouwen moeten hebben waarom vroeg hij zichzelve op voorhand niet af, geholpen door zijn eigen goed oordeel zou ik niet als een onnoozelaar bedrogen wor den Kent hij dan de geestelijkheid niet, hij die ze van nabij gezien heeft En, zoo hij ze kende, waarom gaat hij dan op goed geloof aan hen de waar heid vragen Hij heeft ontvangen wat hij verdiend en niemand zal hem beklagen over den drolligen toestand waarin hij zich bevindt. Waarom roept hij niet twee zijner medewerkers bij zich Spoedig zou hij bestatigd hebben, dat even als de oude wichelaars, zij elkander niet zonder lachen zouden kunnen bezien. Hij heeft het niet gedaan, des te er ger het is met hem dat men nu lacht en men doet wel. Het ongeval der katholieke dagbla den is niet het minst geestig om na te gaan. De beroemde, de schitterende, de oogenblinkende statistiek, welke klaar als de zon de verplettering der officieële scholen bewijzen moest, de groote statistiek is een strooi vuur tje Is eene verschrikking Het Jour nal de Bruxelles, dat voor de aanmer kingen vanM. Cromhez en zijne col-' legas, uitriep om onze ooren te ver- dooven de statistiek van M. Malou de statistiek van M. Malou wil er niet meer van hooren spreken, het vindt dat het eene zaag wordt het woord is letterlijk zoo en het geeft te verstaan dat de IIH. Crom bez, Lucq, Willequet en Mallar een komplot gesmeed hebben om de ka mer met eene kwestie zonder de min ste beteekenis bezig te houden. Dit alles is de geestige kant van het avontuur, doch er is ook eene ern stige kant. Wat moet men denken van men- schen die bekwaam zijn zoo schaam teloos te liegen Merkt wel op dat het hier geen feiten zijn op welke het mogelijk is van gedacht te verschil len het betreft hier cijfers, die niet a.jeea gekend zijn door hen die ze vervalschen, inaar nog van veel anderen, op die wijze dat, zou de leu gen en de vervalsching aan eenige on bekend blijven, zij toen noodzakelij ker wijze door het grootste getal on derscheiden worden Welnu, voor dit vooruitzicht trekt men niet ach teruit Men liegt, in weerwil van al les, tegen hetgeen zonneklaar bewe zen is Maar wat moet men dan doen, wanneer men kan liegen, zonder dat de leugen kan bewezen worden, wan neer men wij bandelen mag A at moet toch de geschiedenis zijn, wel ke uit de handen van lieden komt, die op zulke wijze het geen onder onze oogen gebeurd, kneeden en ver draaien En zeggen dat zij zedenleeraars zijn, en alleen het recht willen hebben van onderwijzen Wat zou het zijn, in waarheid, in dien zij bet niet waren DE LANDVERHUIZING. Wij lezen in de katholijke bladen dat er zoo vele landbouwers uit West- Vlaanderen naar Amerika verhuizen, omdat het bestaan hier zoo moeilijk is, Een groot landbouwer, de burge meester van Steene, zegt de Patrie, is op het punt met zijne zeven zoon en drie andere weelgestelde pachters naar Amerika over te steken zij gaan eerst met eigen oogen zien hoedanig de toe stand in de nieuwe wereldis.dan kee- ren zij omtrent den oogst hier terug en breken alsdan voor goed op. Aan wie de schuld van die landver huizing In de eerste plaats aan de buitengewone eischen van de groote grondeigenaars, die soms uit mede dinging hooge prijzen voor landerijen geven en die door de pachters willen doen betalen. Vervolgens aan de onverdraagzaam heid, aan de vervolging der geestelij ken en katholijke grondeigenaars, die van hunne pachters slaven maken, die ze hunne landen of hofstede ontne men, in geval de boeren niet hande len in geheel hunne levenswijze, zoo als die klerikale overheerschers het willen. In ons Vlaanderen, wij moeten het met spijt zeggen, hebben de buitenlie den weinig initiatief daar zij gewoon zij lijdelijk alles te doen wat hunne geestelijke overheden en hunne eige naars hun verbehouden. Er ontbreekt hun vrijheid en soms kapitaal, die zij beiden zeer moeilijk kunnen beko men. Om de landverhuizing naar Amerika van onze beste landbouwers ie belet ten, moet men beginnen met hunne pachten te verminderen ze aan meer vrijheid en initiatief gewennen en in plaats van de jeugd op te leiden tot het doen van bedevaarten en het vol gen van procession, ze trachten een goed landbouwkundig onderwijs te geven, waardoor zij op de hoogte wor den gebracht van den vooruitgang die de landbuow in andere landen heeft gedaan. Dat ware beter dan te jammeren over de landverhuizing zooals de kle rikale dagbladen doen. DE LANDBOUW CRISIS Sedert dat de liberalen aan 't bestuur zijn. houden de klerikalen zich weer veel bezig met den landbouw en het welzijn derbroèrken. Zij durven wel niet zeggen dat MM. Frère, Bara, Van Humbeek de schuld zijn dat het slechte tijd is voor de buitenlieden, want zulk eene leugen zou hun spoe dig weer op den neus vallen, zoo goed heeft men op het platteland onthou den, dat ervan het klerikaal Gouver nement niets te verkrijgen was ten voordeele van den kwijnenden akker bouw. Maar de heilig leugengazetten, zooals Patrie, Gazette van Brugge en soortgelijke, gelasten er zich mede al de dommigheden rond te venten, die men in de Kamers niet durft uitkram en, en als men ze leest zou men waar lijk denken dat 1 et Gouvernement de schuld is van den tegenwoordigen toestand, en deze zou kunnen verbe teren, indien het wilde. En 't middel tot die verbetering EEN GOED WOORn AAN DE BUITENLIEDEN

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Vooruit | 1881 | | pagina 1