1881.
Aalst, lil Mei.
iV 47.
Fr. 4-00
Fr. 4-7;
YOOB VRIJHEID WAASHEID EI IECST.
's jaars voor de stad.
15men den drukregel,
aankondigingen
VOORUIT
verschijnt wekelijks
den Donderdag
in den namiddag.
's jaars voor heel het
land.
De abonnentenlsprijs
is voorop betaalbaar.
De aankondigingen
verzoekt men uiterlijk
des Woensdags voor
6 uren namiddag te
zenden.
Compagnie Générale dePublicité Etrangère G. L. Daube et C!o. Paris, Londres, Frankfort s. M., Berlin, Vienne, Zurich ete
Liberalen, voorstanders der vrij
heid, vrienden des vooruitgangs,
komt op en strijdt tegen dweepzucht
en slavernij, tegen valscheid en be
dróg, tegen het vuige bijgeloof laat
ons werken, onophoudend werken en
de gezonde rede zal zegepralen onze
tegenstrevers voelen het, reeds voe
len zij de machtige wapens hunne ge
oefende handen ontsnappen, zij heb
ben door heerschzucht en eigenbaat
hunne huichelarij verraden bezwijken
zullen zij onder de algemeene verach
ting.
Iiedendaagsche priesters, valsche
bedienaars van eenen godsdienst
welke wij eerbiedigen, waarvan zij de
heiligste plichten miskennen welk is
het doel van uw hardnekkig streven
den geest onzer bevolking te ver
stompen om te kunnen heerschen en
te gebieden om te gemakkelijker te
bedriegen.
Oh konden zij onze landgenoten
voor hunne vermaledijdingen doen
zwichten, konden zij onze officieele
scholen ontvolken, konden zij de
dierbaarste panden van vaders
en moeders, de hoop van vaderland
en maatschappij in hunne handen
krijgen dan ware hun rijk op nieuw
gegrondvest dan zouden zij met greti
ge blikken in de toekomst staren.
Maar nu ^ordt het voor hen duister
in het verschiet, zij zien met spijt en
schrik de blinkende sterre der ver
lichting aan de kimme op dagen, ster-
re die hunne bedrieglijke plannen
reeds gedeeltelijk heeft ontmaskerd.
Neen, niet langer zullen zij onze be
volking misleiden, niet langer zullen
zij als hoogmoedige beheerschers de
maatschappij in den vooriiitgang sto
ren. Wij hebben volle vertrouwen in
onze onderwijzers en onderwijzeres
sen, zij zullen beantwoorden aan den
vurijrsten wensch van ons dierbaa-
vaderland, zij zullen tegenover het
vuige bijgeloof de gezonde rede stel
len, zij zullen in de harten onzer klei
nen de kiem van wetenschap en bur
gerdeugd doen wortel schieten, zij
zullen aan onze jeugd de noodige wa
pens geven om eens met gevolg te
strijden tegen de onvermoedise schen
ders onzer heiligste rechten.
DJOCE.
ALLES IS VERANDERD.
Vermits hun meester zegde geeft
aan Cesar wat aan Cesar toekomt, en
dat zij nu geen Cesar meer willen ken
nen en gansch alleen alle recht en
macht bezitten
Alles is veranderd. Vermits hun
meester geen bed had om op te rus
ten en dat zij nu huizen en landerijen
aanknoopen en niets aan hunne be
geerten weigeren
Alles is veranderd. Vermits zij eer
tijds met den paaschtijd alles deden
wat in hunne macht was opdat eenie
der zijnen paaschplicht kwete en dat
zij nu oan duizenden verbieden zich
van die plicht te kwijten
Alles is veranderd. Dezen die enkel
geroepen zijn om Gods woord te doen
verkondigen en alomme vrede en
broederliefde te doen heerschen, zaai
en twist en tweedracht, vervloeken en
verdrukken zij ondersteunen vuil-
bladen waar. laagheid en eerloosheid
hand aan hand gaan.
Alles is veranderd.Zie die van de
wereld hebben afgezien, palmen de
centen der arme sukkelaars en Suk-
kelessen binnen. De weg van hun
nen Hemel leidt naar de vette tafel
en eindigt in den wijnkelder.
Alles is veranderd. Vroeger was de
H. Kerk één in haar hoofd en nu
telt zij zooveel hoofden als er bis
schoppen zijn.
Vroeger onderwees men ons dat er
maar één God is en nu zijn er in Bel
gië zooveel goden als er gemeenten
zijn want hetzelfde misdrijf wordt in
eene gemeente vergeven en in de an
dere niet.
Alles is veranderd. De geboden Gods
hebben onze geestelijken door de
hunne vervangen.
Bovenal beminnen zij liet geld en
een lekker eetmaal."
Zij vervloeken hunnen naaste dat
het eene schande is.
Zij vieren de de dagen al te gader
aan de wel bezette tafel.
Zij eeren hun eigen zeiven en sto
ken de kinderen tegen hunne ouders
op.
Zij hitsen het volk op tegen de wet
ten van hun land en zijn daardoor
maar al te dikwijls oorzaak van on-
achuldig bloed vergieten.
In hunne rangen vindt men er hon
derden die met het gerecht af te re
kenen hebben voor afschuwelijke fei
ten door het volk met den naam van
broêrkenszonde geschandvlekt.
Velen rooven testamenten, bene
men het brood van al wie zich aan
hunne domme pretentie niet wil on
derwerpen én benemen de faam der
treffelijke 1 beralen op hunnen preêk-
stoel, in de biecht, in hunne vuilbla-
den.
In het schoolenkwest en vóór de
rechtbank verliezen de meesten het
geheugen.
Zij Ijegeeren geld, immer geld en
zoeken door alle middels, ja, sommi
gen hunner* door oneerlijke middels,
het geld der ongelukkige kwezels af
te persen. W. O.
BELOFTE VAN KUISCHHEID.
Dezer dagen, bij het openslaan van
een werk over de inquisitie, vielen
onze oogen op regelen, waarin gespro
ken werdt van een proces, door de
inquisitie eenen kapucien aangedaan.
Eenige dier regelen willen wij den
lezer onder 't oogbrengen.
Die kapucien was biechtvader eener
kloostergemeente van Carthagena
(Spanje,) bestaande uit zeventien
vrouwen hij had hun zulk groot ver
trouwen weten in te boezemen
dat zij hem voor eenen heiligen
man aanzagen en zijne woorden haar
als eene godspraak in de ooren klon
ken. Toen hij zag, dat hij bij de
jonge beggijnen in eenen goeden
naam stond, nam hij ziine veelvuldige
gesprekken in den biechtstoel te baat,
om haar te verleiden. Ziehier de
woorden, die hij tot elk hunner
sprak
Onze Heer Jezus-Christus heeft
de goedheid geüad zich aan mij in
de heilige hostie te vertoonen, op
het oogenblik der elevatie en h ij
heelt mij gezegd Bijna al de zielen,
die gij in dees besgijnhof bestiert,
zijn mij aangenaam, vermits zij eene
ware liefde tot de deugd bezitten en
zij haar best doen, om tot de vol
ei making te komen, maar bijzonder-
lijk N.(hier noemde de biechtva-
der degene, tot wie hij sprak hare
ziel is zoo volmaakt, dat zij reeds
al hare aardsche genegenheden
overwonnen heeft, uitsenomen de
zinnelijkheid, die haar geweldig
kwelt, omdat de vijand, het vleesch,
zeer machtig op haar is, ter oorza-
ke van hare jeugd, hare kracht en
de natuurlijke bevalligheden, die
haar hevig tot het senot aanprikke-
len om hare deugd te beloonen en
opdat zij zich volkomen m«t mijne
liefde vereenige en mij met eene
gerustheid diene, die zij niet geniet
en nogtans om hare deugden ver
ft dient, gelast, ik u derhalve haar in
mijnen naam de dispensatie te ver-
leenen, die zij voor hare rust noo-
dig heeft ik gelast u haar te zeg-
gen, dat zij hare drift voldoen mag
op voorwaarde dat het met u zij,
en zij, om alle schandaal te ver-
mijden, omtrent dit punt het stipte
stilzwijgen beware en er aan nie-
niemand van spreke, zelfs niet aan
eenen anderen biechtvader, vermits
zij niet kan zondigen met de dis-
pensatie, die ik haar onder die
voorwaarden verleen, met het hei-
lige doel hare ontrust te doen op-
houden en haar in staat te stellen
dagelijks nieuwen voortgang in de
heiligheid te doen.
Eene der vrouwen, zijnde vijf-en-
twintig jaren oud, werd gevaarlijk
ziek en vroeg eenen anderen biecht
vader. Zij openbaarde hem al het
voorgevallene en beloofde alles aan de
inquisitie bekend te maken, want zij
vreesde, dat hetzelfde aan de andere
vrouwen der gemeente was overko_
men. Toen zij genezen was, ging zij
zichzelve bij de inquisitie aangeven
en zij verklaarde dat zij gedurende
drij jaren schuldige betrekkingen met
haren biechtva der had gehad dat zij
nooit in geweten had kunnen aanne
men, dat de veropenbaring waar was,
maar zij gedaan had alsof zij zijne
woorden geloofde,om alzoo gemak
kelijk hare lusten te kunnen voldoen.
De inquisitie bevond, dat de eer
waarde kapucien dezelfde bei rekkin
gen met twaalf andere huichelaar
sters derzelfde kloostergemeente ge
luid had. De vier andere waren of zeer
oud, of zeer leelijk.
Ziedaar, lezer, wat gedurende de
zestiende eeuw in de geestelijke ge
meenten, in de kloosters gebeurde
ziedaar, hoe men, voor drie honderd
jaar, de heilige gelofte van kuischheid
verstond. Of liet np onze dagen nog
juist zoo toegaat, weten we niet.
Maar wat we wel weten, is, dat voor
velen, ongelooflijk velen, die gelofte,
waarvan zij, bij gebrek aan ondervin
ding, de gevolgen niet konden voor
zien, de betreurenswaardigste onge
regeldheden voor gevolg hee ft wat
we wel weten, is, dat, indien de
sombere kloostermuren spreken kon
den, zij ons zouden vertellen van
droeve tooneelen en van drifti jagen
de harten, niets vuriger wenschend
dat het prangijzer dier gelofte te ver
brijzelen wat we w el weten, is, dat
de rechtbanken dikwijls te vonnissen
hebben over aanslagen op de zeden
en er tePmnsse door de broederkens
eene schandige rol gespeeld is. Jz
OORUÏT