1881. Aalst, 30 Jttni. - Fr. 4-00 VOOR V O 's jaars voor de stad. j 15men den drukregel aankondigingen VOORUIT verschijnt wekelijks den Donderdag in den namiddag. 's jaars voor heel het land. Re abonnementsprijs is voorop betaalbaar. De aankondigingen verzoekt men uiterlijk des Woensdags voor 6 uren namiddag te zenden. Compagnie Générale dePublicité Etrangère G. L. Daube et Cic. Paris, Londres, Frankfort s. M., Berlin, Vienne, Zurich etc OPGELET Eenige zinsnedm uit den brief van eenen ouden Pastor des bisdoms van Mechelen, welken wij in de Burgerij aantreffen. De priester die tegenwoordig niet onverdraagzaam is wordt onmeê- doogend afgezet, zoo als ik, en ver- vangen door andere, die de ver- draagzaamheid zelfs niet bij naam schijnen te kennen. Men klaagt dat de liberale dag- bladen den godsdienst aanranden en zij die klagen, weten nogtans zeer wel, dat het niet den godsdienst is die wordt aangerand, maar wel die priesters welke zich om den dienst van God maar weinig bekommeren en zich meer met de politiek bezig houden. Gij ook (zijnen opvolger) ontheiligt den stoel der waarheid door eene taal ■te voeren die aan de afgezanten des Heeren niet past. Sedert gij mij vervangen hebt heerscht er in uwe parochie slechts nog haat en nijd. En dat is uw werk Zwijg op den predikstoel van slech te gazetten en officieele scholen, wijdt niet uit over hare onzedelijkheid. Onze eigene gazetten, onze onkui- sche broerkens en ontuchtige pries ters hebben ons den mond gesloten. Welke priester heeft nog het recht van gevaarlijke bijeenkomsten, van ongeloovigen, of, van verergernisge- vers te spreken, wanneer wij door ontuchtige priesters tot zelfs den tem pel Gods door de afschuwelijkste mis daden zien ontheiligen. O, zwijgen wij stil en gelijken wij niet aan de hooveerdige schriftgeleer den van het Evangelie. Ziedaar de taal van eenen recht vaardigen en braven priester, zooals er oudtijds vele waren en er nu nog maar zeldzaam, gevonden worden.. Er wordt ongelukkiglijk onder de officieele onderwijzers soms hier of daar ook een schurft schaap gevonden dat is de waarheid, maar zulk geval doet zich zoo zeldzaam voor, dat het in evenredigheid der menigvuldige gevallen van geestelijke perso nen die voor onzedelijkheid gestraft worden, bijna niet in aanmerking te nemen is. Daarbij worden, die onge- lukkigen dadelijk buiten de scholen gesloten en kunnen volstrekt geene officieele bediening meer verkrijgen terwijl de broederkens en geestelijke personen na hunne straf, op nieuw in het onderwijs opgenomen worden of eene schoone pastorij tot belooning krijgen. Hetis maar eene armzalige uitvlucht wanneer men om de plichtig verklaar den te verontschuldigen genoodzaakt is te zeggen dat de rechters niet on partijdig zijn. Zulk redeneren verdient niet we- derlegd te worden. EENE NON IN 'T KRAAM. De fransche gazet La République de Nevers maakt de volgende stichtende historie bekend waarover zij belooft nadere inlichtingen te geven. De trein van Parijs, die te Nevers aankomt om 7 uren 23 minuten 's a- vonds, trekt voorbij Poully-op-de- Loire omtrent 6 1/2 ure. Vrijdag stap te de treinwachter aan deze laatste statie af en ging aan klappen met een bediende. Intusschentijd was de trein weer op weg, en de treinwachter had nauwelijks den tijd om op den eersten wagod den besten te springen. De brave man st»nd als verbluft ge durende eenige oogenblikken, zoo on gehoord was bet schouwspel dat zich aan zijne oogen voordeed. Denkt eens Twee zusters, twee blauwe nonnen, waren reeds in den wagon, en terwijl de eene zuchtte, klaagde, in de volle pijnen van het kinderkraam was de andere bezig met de wroedvrouw te spelen, alsof zij dat heel haar leven lang had gedaan. De treinwachter keerde zich om en keek door het venster al den tijd dat het spel duurde. Te Mesjes aangekomen, de volgen de statie, was alles gedaan, en de twee blauwe zusters stapten van den trein alsof er niets gebeurd ware. Zij na men het kind mede als een reispakje en smeekten den treinwachter dat hij toch niets zou zeggen van hetgeen hij gezien had. 't Is nu te weten of M. de burge meestervan Mesves, eenige verklaring van geboorte zal ontvangen hebben. Wij zullen wachten naar bijzonder heden die de Gazette van Nevers be looft ons meê te deelen over dit stich telijke feit. DE SCHOOLBEGROOTING. De clericalen zagen gedurig op de begrooting van het lager onderwijs zij noemen de uitgaven welke daar voor gedaan worden owirgrooote en nuttelooze kosten. M. de minister van finantiën heeft in den Senaat dit punt besproken en het is wel der moeite waard zijne over tuigende woorden in een atzondelijk artikel aan onze lezers voortestellen. Ziehier hoe. M. Graux zich uitdrukte: VV arineer ik Ie gelegenheid zal hebben, in deze vergadering, het cij- ter der schoolonkosten te bepleiten, dan zal ik doen zien boe onbeduidend dit cijfer is wanneer men het verge lijkt met sommen welke onze open bare werken inslorpen, Hoe groot die onkosten overigens ook zijn, is liet niet verassend, ongerijmd, dat zij die bet als eene dwingende plicht be schouwen de jeugd te onderrichten, aan het statsbestuur de uitgaven ver wijten welke het te dien einde doet Gij wilt dat wij de onkostèn van het onderwijs verminderen, waarom geeft gij het voorbeeld niet Gij vind de zelve te zwaar en gij verdubbelt ze. Gebruikt gij de uiterste middelen niet Zoekt niet, de partij tot welke gij behoort, tot zelfs in het geweten be krachtigingen en dwangmiddelen om de begrooting van haar lager onder wijs te spijzen en om zelf de arme te dwingen zijn penningske bij te bren gen? En gij wilt niet dat de staat voor de kinderen des lands zou doen, wat gij met zooveel geweld doet voor de kinderen die tot eenen eeredienst be lmoren, Wat ons betrefthet onder wijs der jeugd is eene van de eerste plichten des staatsbestuurs. Wij er langen het als eene eer de noodise uit gaven te doen om die plicht te vervui len en wij rekenen ze te blijven ver vullen. In uwe oogen mag men zich geene ophofferingen, hoe groot ook, ontzien om van de kinderen catholie- ken te maken. Wij denken dat men geene te groote nuttige uitgaven voor het openbaar onderwijs kan doen daar het bestemd is om burgers te vormen. Gij vindt de uitgaven overgroot en gij verdubbelt ze zegt M. de mini ster, en dit is inderdaad zoode eerste plicht van het staatsbestuur is van de kinderen een goed onderwijs te verschaffen en dit onderwijs te be kostigen. Ieder burger, tot welke opi nie of eeredienst hij behoort of niet. betaald hierin zijn deel. Nu komen de clericalen en zij richten tegenover het staatsonderwijs dat voor ieder een dient, een katholiek ouderwijs op dat maar voor ééne klas van kinde ren dienstig kan zijn te weten, voor katholieken. Aldus verdubbelen zij de onkosten mits zij alles, zelfs den in vloed des godsdienstes, in het werk stellen om de bevolking te verplichten bij te dragen in den onderhoud van een onderwijs dat geen de minste waarborgen aanbiedt onder betrek van de bekwaamheid der meesters en zeer weinige onder betrek der ze den, zooals maar al te veel schandalige voorbeelden het ons dagelijks be wijzen. Het paart dat elk burger moet bij dragen in onkosten van het openbaar onderwijs maakt een zeer gering deel uit der belastingen welke hij te betalen heeft. Maar al wat het katholiek onder wijs kost wordt aan de openbare licht- geloovigheid afgetruggeld, en dit zon der eenig merkbaar nuttig doel, mits het godsdienstig onderwijs in de ge meenteschool mag gegeven worden, zelfs door de priesters. Ziedaar dan eene tweede belasting welke de burgers te betalen hebben en het is juist deze welke bun te zwaar weegt. Wat de nuttigheid van het officieel onderwijs betreft, M. de minister heeft het in twee woorden uitgelegd bet dient om burgers te kweeken. En in derdaad' door menigvuldige voorbeel den is het ons reeds bewezen gewor den wat eigenlijk het catholiek onder wijs is. Buiten dat het geene waarbor gen aanbiedt, noch van de bekwaam heid, noch van de zedelijkheid der meesters, is bet nog antipatriotiek. omdat bet gepatroneerd is door hen die in openbaren opstand zijn tegen eene regelmatig gestemd en door den koning bekrachtigde wet door hen die hunne partijbelangen stellen bo ven de algemeene belangen des vader lands door hen die eenen vreemden vorst erkennen boven onzen koning en aan hunne leerlingen die ultramon- taansche gevoelens inplanten door woorden en voorbeeld. Al verplichte de grondwet bet gou vernement niet van het openbaar on derwijs te regelen, zou het dan nog niet behooren dat er, in dien staat van zaken, eenen dijk opgeworpen wierde tegen de ultramontaansche pogingen? Zou men zoo maar goeds moeds alle vadelandsbevende gevoelen in de jeugdige harten moeten laten verdoo- ven een geslacht zien opkomen dat geleerd heelt de wetten te verachten het opperbestuur des lands te ver foeien en den koning zeiven te be- leedigen Neen bet staatsonderwijs is daar om burgers te kweeken, die vol eerbied voor de wetten, bereid zijn hun goed en bloed te (verpanden voor onze na tionale instellingen en voor ons vor stelijk stamhuis. Het staatsonderwijs moet geene

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Vooruit | 1881 | | pagina 1