im. Aalst, 1 Decern her. Fr. 4-00 VOOR VRIJHEID WAARHEID EN RECHT. II. 71 m 4 o t'.?. 's jaars voor de stad. aan kondigingen 15 L",e" den drukregel VOOR UIT verschijnt wekelijks den Donderdag in den namiddag. 'sjaars voor heel het laiid. Dp abonnemeatsprijs is voorop beta ibaur De aankondigingen verzoekt men uiterlijk des Woensdags voor 0 uren namiddag te zenden. Compagnie Générale dePublicité Etrangère G. L. Daube et O". Paris, Londres, Frankfort s. M.Berlin, Vienne, Zurich etc ÜE HEDENPAAGSCHE VERVOL GERS. Te oordeelen naar de handelwijze der geestelijken en hunne aanhangers ten opzichte der gemeenteonderwij zers, zou men moeten zeggen dat, zij nen evenmensch te kort doen zooveel en overal waar men kan, als men er maar zijn voordeel uit trekt, een der bijzonderste punten onzer geloofsleer is geworden. Hoe zonderling dit ook voorkome, dat zulke stelling in onze verlichte negentiende eeuw nog aanklevers kan vinden, is niet uit te leggen wij zou den er zelfs gaarne aan twijfelen, maar de feiten zijn daar en spreken te lui de wij hebben ze hier maar te be- siatigen, meer kunnen wij er niet aandoen die vrijheid staat in de Grondwet en gerust mogen zij hunne leerstelsels onder zekere volksklassen verspreiden. Maar dit vraagstuk, op een ander terrein gebracht, de zedenleer eens geraadpleegd en het burgerlijk wet boek opengeslagen, om daar te zien of Je eene burger den andere recht streeks mag beuadeeligen in zijne stoffelijke en zedelijke belangen. En dan zal men zien wie van den eenen kant het goede en richtte pad bewan delt, en wie van den anderen kant alles aan zijn belang of aan dit zijner partij slachtoffert. De eerste spreuk der zedenleer luidt als volgt Behandel uuien evni- mensêh gelijk gij zeiven wilt behandeld worden, 'l Is te zeggen Doe nimmer aan een ander iet. 't gr en gij niet wilt dat u geschiedt Bewijs aan and'ren al het goed Hetgeen gij wilt dat men u doet. Men ziet dus dat de zedenleer, in dees geval, met met meer rechtvaar digheid te werk gaat. dan de geloofs leer, want deze laat toe dat men onze scholen benadeeligt ten voordeele ha- rer eigene scholen. En om nu op het burgerlijk terrein te komen Zou men in den handel in de nijverheid of in alle andere menschelijke bedrijvigheden iemands koopwaren of eigendommen mogen slecht maken, enkel om er dm han del van te stremmen ten voordeele van dien eens mededingers, en nog te meer als het alle dagen bewezen wordt dat die waren beter zijn Neen. aanstonds zou men een ar tikel van het strafwetboek daarop toe passen en de plichtigen door bevoeg de rechters doen straffen. De gemeen tescholen nogtans mogen tegenwoor dig door zekere personen, niet alleen lijk belasterd en benace jligd, maar daarbij nog gevloekt en gebaoblik- semd worden. Is dit verdraaglijk Neen, het liooger bestuur mag dit niet langer blijven dulden, en krachtige maatregels dienen genomen teworden om dit kwaad te keer te gaan. Hoort men b. v. een geestelijke spreken, hij zal zeggen W ij kunnen er niets aandoen sommigen zelfs voegen erbij wij doen het met tegen zin maar wij moeten zoo te werk gaan van onze overheden. Ja maar, hehben de onderwijzers ook geene overheden wier bevelen zij moeten uitvoeren En zijn er ambtenaars in ons land, die geene overheden heb ben aan wie zij moeten gehoorzamen Het is zoo veel t.' slechter, dunkt ons, in geweten gevoelen dat men misdoet, en toch voortgaan, omdat men het ons gebiedt. Niemand ter wereld kan ons gebieden kwaad te doen. Dit strijdt tegen de geloof- en zedenleer. En omdat er in de staatspolitiek on- zes lands een verschil bestaat tus schen twee partijen, moeten daarom de ambtenaars elkander in het haar vliegen Wij zoudén wel eens willen welen welke reden de geestelijken hebben om de gemeenteonderwijzers op het lijf te vallen is dat de broe derliefde, die onder de menschen en bijzonderlijk onder ambtsbroeders zou moeten heerschen Of zijn er misschien in ons land personen, die al de vakken van het bestuur zouden willen overweldigen Ah tegenwoordig zouden wij het priesterambt willen bekleeden Wij zouden eens den ouden man af schudden, zooals men in tiet evange lie zegt, en eene daadzaak daarstel- len, die al de beschaafde volken der vijf werelddeelen zouden bewouderen en toejuichen. Wij zonden uitroepen Lang genoeg hebben wij getracht on ze heerschzucht te voldoen Lang genoeg hebben wij den twistappel onder het volk geworpen Er zijn hu welijken genoeg geschonden Het op komende geslacht heeft slechte voor beelden genoeg ontvangen en is ge noeg tot ongehoorzaamheid opge wekt Twisten tweedracht is er ge noeg gezaaid wij zien nu klaar dat dit alles niet kan leiden tot het heil der menschheid. Voortaan onze zending volbracht zooals zij is, en het voorbeeld gevolgd van onzen goddelijken Meester, die gezegd heeft Kinderen, bemint elkander Aan ons dan de godsdienstleer, en het wetenschappelijk onderwijs aan den onderwijzer. Wij reiken elkander de hand en zoo leggen wij gezamenlijk het zaad der zedeleer in de jeugdige harmn van het opkomende geslacht. De Heer zal onzen arbeid zegenen, en zoo zal het waar geluk als een frissche morgendauw op onze verstikte aarde nederdalen. Alle menschenvrienden zullen onze pogingen toejuichen en het dankbare nageslacht zal immer onze edelmoedigheid zegenen DE WET OP DE VISCHVANGST. Daar de nieuw wet op de visch- vapgt een wezenlijk belang voor de bewoners onzer omHreken oplevert, zullen wij er de voornaamste grond stellingen van mededeelen Het recht van visschen wordt ten voordeele van den Staat verleend op de stroomen, de rivieren, de vaarten bevaarbaar ef vlotbaar met schepen of houtvlotten en waarvan den onder houd door den Staat of zijne vertegen woordigers gedragen wordt. i\iemand mag er visschen indien hij geen pachter der vischervangst is of eene toelating bekomen heeft Het is nogtans toegelaten met vlot tende lijn, welke men in de hand houdt te visschen in de boven opge somde waters. In alle andere dan de bovenaange- duide waterloopen hebben de aanpa lende eigenaars het recht van visschen ieder van zijnen kant tot in liet mid den van den waterloop. Koninklijke besluiten zullen bepa len. 1. de tijdstippen, saizoerieu en uren gedurende dewelke het visschen zal verboden zijn, he'zij overal, hetzij in zekere waters 2' de manier, werk tuigen of toestellen, volgens of met welke hei zal verboden zijn te vis schen 3' de gebruikelijke voorwaar den alsmede de wijze voor het bestati- gen van de toegelatene vischtoestel- len 4- de afmetingen onder dewelke de visschen van zekere soorten niet mogen gevangen of terug in het water moeten gesmeten worden 5- hedok- kaas met liet welk liet verboden is de vischtoestellen te voorzien. Het -Staatsbestuur kan bijzondere vischvangstbewakers aanstellen in de cantonnemenien waar den dienst het zou vereischen. De gemeenten, de pachters en de dragers van toelatingen mogen ookbij- zondere bevischvangstwakers aanstel len, mits zich te schikken naar de be palingen van art, 177 van het bosch- wetboek. Zij zijn gelijk gesteld aan de boschwachters. De overtredingen kunnen ook be- statigd worden door de veldwachters en andere beamten der rechteljke po litie. alsmede door de ontvangers of controleurs de navigatierechters, de conducteurs van steenwegen en brug gen, de opzichters der buurtwegen,'de rievierbewukers, de wateroppassers, de sluismeesters der vaarten de. gen darmen en de beambten der recht- streeksche belastingen en accynsen, De procesverbalen der politiebe ambten en der gendarmen zijn geloof waardig tot bewijs van het tegenover stelde. De andere zijn maar geloof waardig voor zooveel zij opgesteld zijn door twee opzieners of gesteund op een tweede getuigen. Da procesverbalen der vischvangst- bewakers, der boschwachters en der veldwachters zuilen waargemaakt worden overeenkomstig het, art. 127 van het boschwetboek en ain den procureur de-s koning» van het arron- disement gezonden worden die zo aan den boschopzichter zal doen geworden indien hij niet gevoegelijk oordeelt zelf de vervolging te beginnen. Ingeval hij zelf de vervolging begint geeft hij er kennis van aan denzelfden opzich ter. De straffen en verdere bepalingen zullen bij het invoege stellen der wet bekend gemaakt worden. De Kardinaal van Mechelen heeft den volgenden omzendbrief aan de pastors der provincie Brabant ge stuurd Mechelen 22 NOVEMBen 1881. Mijnheer de Pastoor, i> De Bestendige Deputatie van F!ra- band heeft in een groot getal parochies de bijgevoegde jaarwedden, die dooi de kerkfabrieken waren toegekend aan de pastors, desservaten en dagelijk- sche priesters afgeschaft. Zij heeft ook andere uitgaven ver worpen. onder andere, die,betrekke lijk de processies, de prijzen voor de catechismus enz Indien de eene of de andere de zer afschaffingen gedaan is op het bud- jet uwer kerk voor 1881 verzoek ik u den fabriekraad spoedig bijeen te roe pen en hem voor te stellen, toevlucht te nemen tot Zijne Majesteit den Ko ning, tegen de beslissing der Besten dige Deputatie. Desnoodig machtig ik de raad daarvoor eene buitengewone zitting te houden. Aanvaard, mijnheer de pas'or, de uitdrukking mijner verkleefde ge voelens in J. K. Victor-Auguste, kardinaal Dechamps bartsbisschop van Mechelen. Daarachter volgt een model van verzoekschrift aan den koning, dat in verzegeld omslag moet gesloten worden met het volgend opschrift. Aan Z, M. Leopold II koning der Bel gen, in het Paleis, te Brussel. De Koophandel doet hierbij de vol gendebemerking Op hare banketten beleedigl de geestelijkheid den Koning en stelt hem gedurig achter den Paus, wel te verstaan als zij hem de eer wel wil aandoen zijne gezondheid te drinken. Mair.... als 'tvoor de centen is, o dan smeekt, dan kruipt zij voor hem, opdat hij toch maar misbruik zou ma- s>Z3#r*<e^-

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Vooruit | 1881 | | pagina 1