Huis Louis Cuvelier buitenland te gaan, verminderen de stortingen van de Belgische brouwerijen, waardoor de Belgische Staat een vermindering heeft aan accijnsinkomsten. Ik druk er op dat de Staat, met onze brouwerijen zo te behandelen, langs die kant millioenen franken aan inkomsten ver speelt 4° De brouwerijen boeken minder winst, wat voor de Staat nogmaals een verlies bete kent. De bedrijfswinsten zijn lager en het belastbaar inkomen van de eigenaars of be heerders is eveneens lager. 5° Talrijke arbeidskrachten zouden bij een bloeiende brouwerij-industrie werk vinden, zowel wat het binnenwerk als het buitenwerk betreft. In plaats van werklozengeld te beta len, zou de Staat inkomsten boeken door de belasting op lonen en wedden. 6° Ik moet de opsomming niet maken van zovele aanverwante bedrijven die van het brouwersbedrijf afhangen en die bij een gro tere voorspoed van onze Belgische brouwerijen ook hun gading zouden vinden. Ik ben stellig de overtuiging toegedaan dat de Staat tegenover de Belgische brouwerijen een andere politiek moet voeren. Een contactneming met het hoofdbestuur van de Belgische brouwerijen zou voor ge volg hebben 1° Rechtvaardige behandeling van de Bel gische brouwerij nijverheid tegenover het bui tenland 2° Wederzijdse eerlijke concurrentie met de omliggende landen 3° Meer inkomsten voor de Belgische Staat; 4° Een bloeiende nation, brouwerijindustrie. Mag ik de achtbare heer minister van finan ciën vragen, en het zal ongetwijfeld ook de achtbare heren ministers van economische zaken en buitenlandse handel aanbelangen mijn tussenkomstin dit verband in overweging te willen nemen Ik ben er hun bij voorbaat zeer dankbaar om. Voor de Bouwers. Ik wens nog de aandacht te vragen van de achtbare heer minister van financiën voor een andere categorie van onze bevolking. Het heeft betrekking tot de bouwleningen. Naar ingewonnen inlichtingen zou de Maatschappij van de Kleine Landeigendom, evenals de Maatschappij Eigen Haard en weldra ook de Spaarkas, over geen krediet meer beschik ken om aan haar bouwleningsverplichtingen te voldoen. De kredieten zouden moeten wor den toegestaan bij ministerieel besluit. Voor sommige mensen betekent het achterwege- blijven van de leningen een ramp. Als de toestand werkelijk zo is, begrijp ik niet waarom de regering deze toekenning van kredieten laat aanslepen, aldus tal van bouw werken stilleggend, de werkloosheid bevorde rend in een periode waarinde bouwnijverheid zeker en vast niet zou mogen stilvallen. Ik meen anderzijds dat de toekenning van die kredieten een goede geldbelegging is voor de Staat. Ik durf aandringen bij de achtbare heer minister opdat hij onverwijld de nodige maat regelen zou treffen ten einde de belangheb benden en zij zijn nog talrijk in de hui dige periode verder hun bouwinzichten te laten doorvoeren, om op die manier nog tal rijke huizen gedurende de zomertijd onder dak te laten brengen. Moest er zich op dit ogenblik een financiële moeilijkheid voordoen, dan zou ik vragen aan de achtbare heer minister dat een schriftelijke vaste belofte zou gegeven worden aan al die genen wier dossier in orde is, en tevens de verzekering dat zij over vier tot zes weken maximum de lening zouden ontvangen. Met zo te handelen in het huidig gunstig seizoen zou met het bouwen van talrijke huizen nog kunnen worden aangevangen en zouden wij hebben medegeholpen aan het bestrijden van de nog heersende woningnood in ons land. Tegen de wijziging van de Verkeersbelasting. In verband met de voorgestelde wijziging van de verkeersbelasting op de automobielen meen ik te moeten verklaren dat de vermeer dering van deze belasting ten zeerste onge past is. Onze economische toestand is niet meer dezelfde als toen de wijziging werd voor gesteld. De periode van vertrouwen van vóór een tiental maanden is voorbij. De meeste autovoertuigen in ons land zijn er geen die gebruikt worden als luxeartikel. Integendeel het grootste aantal voertuigen zijn verplaat singsmiddelen om de vertegenwoordiging, de handel en de nijverheid te bevorderen. Wij zijn reeds de achtste maand van het jaar inge treden. Ik zou dan ook vragen de vermeerde ring niet meer toepasselijk te maken voor 1950 en mocht ze nodig blijken, ze slechts voor 1951 in te voeren. Ik durf hopen dat de heer minister van financiën mij zijn inzichten zal doen kennen betreffende de verschillende punten die ik de eer had vóór de Hoge Vergadering te behan delen. Ik ben er hem bij voorbaat zeer dank baar om. (Toejuichingen op de liberale banken). Yzerwaren. Gereedschappen. Huishoudartikelen. Alle Yzerwerk voor gebouwen. H. Hartlaan, 54, AALST Telefoon 211.19

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Waarheid | 1950 | | pagina 3