arme kloosterlingen loch zoo vervolgd worden, niet minder dan 993 kloosters, bewoond door 14,630 personen. En altijd zeker omdat de vervolging bleef voortduren, had hel getal kloosters reeds in 1864 het totaal van 1.200 hereikt. Het personeel was natuurlijk in dezelfde mate geklommen, zoodat wij iu ons land 20 duizend kloosterlingen tellen, die leven ten koste van het algemeen. Er zijn sleden in Belgie, waar men niet min der dan 20 a 30 kloosters telt. binnen wier muren de kloosterlingen zich toewijden aan het be spiegelend leven en aan de vrijwillige armoede?? Arme lieden 't is eene schande hen toch zoo ie vervolgen? Altijd het zelfde. Maandag, zegt het Journal de Charleroi heeft men in het arresthuis van Charleroi een broeder der christelijke leering van Chatelet opgesloten, onder beschuldiging van akten ge pleegd te hebben welke men met geenen naam kan bestempelen, en welke in de volgende om standigheden ontdekt zijn geworden Het kind van eenen pliolograaf, wonende in de Tombellestraat, dat bij de broederkens ter scholeging, had voor schoolmakker een jongentje van nauwelijks drij jaar oud, zoontje van M. Nicolas Mahaux, bestuurder der succursaal van het bankhuis Drion, Charles en Ce, wiens woning grenst aan degene vag den photograaf. Vrijdag morgend ging dit kind, welk niet meer dan vierjaar telt, zooals naar gew oonte, zijnen makker vindenmen plaatste hen beide in pene kamer om te spelen. Zij waren leeds eenigen tijd alleen, toen Mev. Mahaux, verwon derd van het minste gerucht niet te hooren, zich wilde rekening geven over dit ongehoord stil zwijgen en opende de deur. Bij het zicht der kinderen stond deze dame als van den bliksem geslagen. Zij riep haren echtgenoot. Deze ondervroeg het kind van den photograaf, welke antwoordde: 'T is de beste broeder! <i M. Mahaux begreep alles: het parket onzer stad werd door een telegram onderricht en begaf zich met haast naar Chatelet. De broeder w erd aangehouden, onderging een verhoor op het stadhuis en werd onmiddelijk naar ons arresthuis overgebracht: doch niet zonder gevaar, want de bevolking van Chatelet was op een oogwenk van het feit onderricht, verzamelde zich voor het schoolhuis en maakte zich gereed, om den ellendeling eene slechte poets te spelen. Men moest hem langs eene aehterdeur doen uitgaan en hem wegbrengen in een rijtuig, welk M. Hermant, provintiaal raads lid. ter beschikking van het parket had gesteld. Hel broedeiken is ongeveer 20 jaar oud. Het verplichtend onderwijs en het alge meen stemrecht. Men is in Engeland een stap vooruitgegaan en op liet punt ei het verplichtend onderwijs in te voeren. Waar blijft Belgie Ah in ons land vragen de zoogezegde hervor mers met groot gerucht het algemeen stemrecht. Dat ware de ploeg voor de ossen spannen of anders gezegd de paling langs den staart het ■vel afslroopen. Wat wilt gij dat het volk doe met politieke rechten van w elke het de waarde en de bedui- denis niet kent. Wij bewonderen de schoone ihenrien der volksrechten en zouden ze toejui chen, indien wij er eenig nut voov het volk zelf in vonden. Is het nog niet genoeg dat ons volk zijnen mannelijkcn geest verloren heeft door deinslaap- wiegende-beheerschiiig van Spanje en Oostenrijk op ons land. Men wil ons dan op nieuw inde honden der fanatieken leveren Doch dat men niet zegge, dat w ij vijanden zijn van den vooruitgang, want geeft ons het ver plichtend onderwijs, geeft aan het volksonderwijs de vijftig millioen der militaire lasten en wij zijn voor de grootste uitbreiding van het stemrecht. Doch zonder verplichtend onderwijs geen alge meen stemrecht. Vooral zouden wij het verplichtend onderwijs voor de meisjes w illen. De vrouw leidt de wereld en zoolang de vrouw of wel fanatiek of onwetend blijft, zal de wereld niet vooruit kunnen gaan en zal het een belachelijk iets zijn van aan de onwe tende massa de leiding van land over te geven. Echter in afwachting dat het volk onderwezen zij, mag men niet nalaten het kiesrecht uit te breiden, want het mag niet waar zijn dat Belgie ten achteren blijve bij andere landen, alhoewel het niet geloochend kan worden dat wij, eilaas nog de wet op den lijfsdwang hebben en het artikel 1781 van het burgerwelboek. Hoe men bedriegen wil. Het Boomsch gouvernement heeft aan het fransch gouvernement een aardigen toer gespeeld, zonder tot de geestelijke wapens den toevlucht te nemen. Er is enkel kwestie van eene finan- tieele fopping, waarvan de fransche belasting schuldigen, catholijke of andere, geroepen zijn de gebrokene pot ten te betalen het is maar de bagatel van twee millioentjes, zonder dc onaan genaamheid die men daardoor in den handel ontmoet. Ziehier ia k? .ie woorden hoe deze gebeurd is: De internationale munt conventie van 23 de cember 1865 verleegde op 833 duizendste deu titel van het zilver voor de pasmunt van 2 fr., 1 fr. en 30 centiemen. Frankrijk, Italië, Belgie en Zwitserland onder teekenden die conventie en verlaagden lot dien titel hun pasgeld. Het gouvernement van den paus gaf ook zijne instemmingbeloofde dat het later de conventie zou geteekend hebben en bekwam ten titel van gedoogzaamheid de toelating van het voordeel der vermindering van titel te mogen genieten. Het deed opdien grondslag zijne muntuitgave. Dezelve conventie bepaalde op 6 franken per jnwooner de hoeveelheid pasmunt, die eiken staat het recht had uit te geven. Het pauselijk gouvernement had zich terstond aan het werk gesteld, vond hel slim zijne onder- leekenihg uit te stellen en breed van de voor deden te genieten dezer zaak, door haar op de volgende wijze te exploiteren. Vooreerst werd zijn pasgeld maar geslagen aan den titel van 831 76 duizendste van fijn metaal in plaats van 833, wat op elke duizend franks eene w insl van fr. 3-23 gaf. Vervolgens, in plaats van zich te houden aan fr. 3.600,000dte hem volgens de conventie, op 6 fr. per inwooner bepaald, toekwam, heeft het pauselijk bestuur eene menigte millioenen van die overheerlijke munt geslagen. Frankrijk werd er met 20 tot 30 millioen over stroomd en de pauselijke finantiemannen, onder elkander lachende met die gemakkelijke munt uitgave, stelden altijd tot later de onderteekening van dc conventie uit, die hen zou verplicht heb ben de meerdere uitgaven dan de conventie toe liet in te trekken. Het fransch gouvernement vond eindelijk dal het bedrog te verre ging en gaf aan het pauselijk gouvernement te kennen dat het zich in regel moest stellen. Wat deden alsdan de grootc finantiemannen van Rome. Zij weigerde hunne definitieve bij treding aan de muntconventie van 1865. Daaruit ontstond eene groote verlegenheid voor het fransch gouvernement. Door in de Staatskassen de pauselijke munt te aanvaarden, had het 't voorbeeld aan de bijzonderen gegeven, die er op dit oogenblik voor 20 tot oO millioen in handen hebben. Hel is dien jammerlijken toestand, die het fransch gouvernement aan het Wetgevend Korps heeft blootgelegd. De paus niet verbonden zijnde, weigert zijne munt aan pari te hernemen, zoo dat deze nu maar 91 cenlimen per frank waard is. Als men het minimum is te zeggen 2G millioen neemt, dan is dit voor Frankrijk een verlies van 1 millioen 800,000 fr. Veronderstellende dat hel mogelijk zij. dat er voor 30 millioen in omloop is, dan is het verlies 2 millioen 700,000 fr. De fransche schatkist ontvangt de pauselijke munt lot op 30 april in hare kassen tegen 91 c. per frank. Dat is zeer stichtend, zeer zedelijk. Deze bron van inkomsten voor den H. Vader afgeschaft zijnde, blijft er maar aan de catholijke bladen over alarm te roepen en inschrijvingen te openen voor een nieuwen St. Pieters-penning de valsehe munter-penning Men leest in de Stad Gent Men verwijt heel dikwijls aan de meeste liberalen dagbladen, dat zij willen de uitroeijing van den godsdienst en het verjagen der priesters. Al wie ons leest weet wel dat zulks onge hoorde leugens zijn. Wij hebben niets tegen den catholijken godsdienst wij laten eenieder vol komen vrij daaromtrent gelijk over alle andere zaken, te handelen en te denken. Wij zijn de priesters, die hunne godsdienstige plicht naar geweten vervullen, niet vijandig en we willen geen kwaad doen aen de geestelijkheid, die waarborgen oplevert van eerlijkheid en daarbij uit landgenooten is samengesteld. Tegen wie voeren wij dan eenen onverbid- delijken oorlog? Tegen de vreemde monikken die Belgie uit zuigen. Tegen de broederkens die onze jeugd ver derven. Tegen de Jesuieten die de erfenissen binnen palmen. EENE ZELDZAME VERZAMELING. Een hongaarsch priester, die op dit oogenblik te Rome is, geeft aan d Presburger Gazelle eene merkwaardige beschrijving van een bezoek dat hij aan de kerk van St-Augustinus bracht. Na gedurende een half uur door straten gegaan te zijn, vuiler en ellendiger dan die in een der armste i ongaarsche steden, bereikte ik eindelijk de kerk. Toen ik binnen trad, vroeg mij een barrevoetercarmeliet. of ik dereliquien wenschle te zien. Op een schoon rood fluweele kussen zag ik de koord u-aar mede Judas Iscariot ziclt heeft verhangen. In eene glazene kas wees hij mij vervolgens een der vleugelen van den aartsengel Gabriel. Deze vleugel had paus Gregorius VII van den engel ten geschenke ontvangen, als belooning voor zijn ijverig bidden. Mijn gids vertelde mij met een veelbeduidenden blik, dat hij een vromen man kende, die de gelukkige bezitter was van eene der pluimen uit den cngelachligen vleugel, welke bij aan eenen anderen vromen man zou willen afstaan voor eene zekere som. Toen ik weigerde den vromen man van zijne pluim te bcrooven, toonde hij mij den kam van den haandie kraaide toen Petrus zijn meesier verraadde den stuf met welke Mozes de Roode zee verdeelde en den baard van Mozes. De gids meldde mij telkens, dat ik, omdat ik een vroom was. kleine stukjes van deze onwaardeerbare reliquien kon bekomen. De redactie van de Presburger Gazette schrijft onder dezen briefOnze eorrepondenl vergeel het grootste sieraad dezer collectie op te noemen. Dit is een der sporten van de ladder, langs wel ken Jacob in zijnen droom de engelen op en neder zag gaan. Wij vernemen met genoegen, zegt een hol- landsch blad, dat ook hier ter stede een adres aan Z. M. den Koning in omloop is, om bij de regering aan te dringen op het voordragen eener wet. om het arme fabriekskind tegen onredelijke exploitatie te beschermen en zoo mogelijk de gelegenheid tot eene behoorlijke ontwikkeling van lichaam en geest te verzekeren. Na hetgeen wij betreffende die zaak reeds zeiden, behoeven wij onze stadsgenoten wel niet verder aan te sporen lot medeonderteekening van dit adres, dat al dadelijk dit voordeel zal hebben, dat het den minister van binnenlandsehe zaken voortaan de gelegenheid ontneemt om zich er achter te verschuilen, dat de openbare meening zich in deze zaak nog niet krachtig genoeg heeft uitge sproken. STA A TKVTSDIG O VERZICHT. .5S»-3— VRaHKRIJK. De verbittering die de stemming var 24 februari bij de leden der reaktionnaire rechter zijde van het fransch Wetgevend Korps heeft doen ontstaan is nog verre van geëindigd te zijn. Hen heeft reeds naai middels uitgezien, om het kabinet in den weg te loopen. Donderdag hadden de 58 leden der rechter zijde bij al besloten hun ontslag in massa te geven en eener oproep tot de kiezers te doen, om aldus het kabinet te dwingen tot eene ontbinding der Kamer over te gaan. Maar na vier-en-twintig uren overweging hebben zij hun eerste besluit laten varen het schijnt dat zij de overtuiging hebben, dat er van de 86 tegenwoordige leden geene lien zouden herkozen worden en daar zij

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Den Yker | 1870 | | pagina 2