torie. aardijkskunde enz. neen voor M. de mi nister Kervyndc Lettenhove die bet binnenlands in zijne bemoeienissen beeft, is dit feit op geene v ij ze verschoonbaar. Wal rr ook van zij, wij uilen den wcnsch dat de woorden die men onlangs tot eenen met roem overladen krijgsman stuurde De schitte rende parelen des vredes zullen zijne kroon meer lol luister strekken, dan de bloedkoralen der over winning. weldra aan geheel Europa mochten toegepast worden. De gekwetste franschen die in de verschillige ambulancier). hospitalen, kasteden enz. onzes lands ontvangen zijn, worden met de grootste zorg behandeld. Dit komt hun toe: maar iets dat in de oogen van velen zoo niet van allen over dreven is, is den iever dien men aan den dag legt om hun alle soorten van lekkernijen enz. toe te dienen, tot zooverre dat de behandelden zelve er over verstomd staan. Zou die overdrevene be zorgdheid de misnoeging der andere mogendhe den niet verwekken en ons noodlottig kunnen worden Wij gelooven dat de gekwetsten als mannen maar niet als bedorvene kinderen hoevfn behandeld te worden. DE ON WETENHEID IS DE BRON YAiNALLE KWAAD. I.ord Shaftesbury meenl dat de toekomende volksoptellingzal bewijzen dat Londen ten naaste bij vier niillinenen inwoners heeft, waarvan een groot gedeelte in zulkdanigen toestand van zede lijk en maatschappelijk verval is, dat indien men geene verbetering daarin te wege brengt, de bri- tannische Grondwet binnen 25 jaren niet meer zal bestaan. De onwetendheid en de arnioededer menigte in de hoofdstad, voegt bij er bij, over treft al wat men zich kan voorstellen. W anneer de moeilijke lijden zullen komen die niet kunnen achterw ege blijven zullen de personen dier onv etende en verdorvene klassen bij duizenden opslaan en door de ellen ie en de domheid tot de misdaad als bet ware gedwongen, zullen zij van de groole stad Londen eene soort van moordkuil maken die de beschaafde w ereld zal verwonderen. W ij voegen bij die droevige maar onmisbare voorspelling dat. niet alleen in Londen, maar al om de onwetendheid liet volk verdierlijkt, tot de misdaad noopt en ze als eene deugd doet be- di ij ven. De geschiedenis der mcnschlieid leert, dat die steden en dó' landen, zesgen w ij die volken, welke in onwetendheid, dus in zedelijke sla vernij. gehouden zijn, zieb zclven vernieligd hebben. En, wal steeds geweest is zal steeds zijn. Wij smeeken dus al diesenen die met bet landsbestuur gelast zijn. en diegenen die zich met bel volk bemoeien, van toch ai intespanncn wat mogelijk is om bel volksonderwijs op breeden en goeden voel inleriehten. Geene5millioencnmeer voor liet onderwijs, w anneer men 5*0 miljoenen per jaar voor het leger betaald. Dal is eene mis daad voor een beschaafd volk (Onderwijs.) DE OORLOG EN PATER HYACINTUE. Men heeft betreurd dat er geene vredes-ca- techismus bestaat. Doch zij beslaat, alhoewei men er uitgebreider en beter toepasselijker vor men voor onze hedendaagseltenoodwendigheden in zou kunnen wenschen. Gij moet maar ut fel^n van Mozes uitleg- gen* Gij moet de zedeleer der personen aan de volkeren.toepasse,n, en de gedrochtelijke leugen verwerpen dat er eene zedeleer voor bet bij zonder en eene voor het openbaar leven bestaat. Gij zult niet doodslaan, zegt liet ecuwig Gebod Maar daardoor enkel de lafhartige en wreedaardige mensch veroordeeld, dien zijn slachtoffer verraderlijk in den duisteren opvolgt, en Item den dolk in het hart ploft of de hersenen doorbrandt met een pistool ic Deze moord zou dan geene misdaad zijn, omdat zij in bet groot bedreven wordt en de daad van eenen prins of eener beraadslagende verga dering is P Weihoe gij zoudl nu een uitgestrekt slag veld kunnen maken en honderd duizend men- schelijke schepselen onder de mitrailje verplet leren, zonder Gods gebod te overtreden, zonder het openbaar geweten te doen opstaan, zonder op uw verhoop den vloek van Caïn te dragen, zonder op uw hoofd de gloeiende kolen der wraak te verzamelen Caïn Caïn wal hebt gij met uwen broeder gedaan. Gij zult niet dooden, zegt de Wel, en zij voegt nog bij gij zul! niet stelen Hier hebt gij een behoeftig man zijne vrouw ert kinderen zijn van ellende uitgeput, lig gende op rot stroo in een dezer hokken, die men zoo menigvnidig aantreft te midden der groote stedon. waar prachtige paleizen gebouwd wor den. <i Die man. in eene ijlkoorts van radelooze droefheid, in de ophitsing zijner ziel verdwaald door de tranen die bij op de wangen zijner vrouw en kinderen weggekust heeft, steelt een brood of goudstuk en brengt bet leven terug in de ellendige woning, in plaats van de vreugd. li Het menschelijk gerecht vervolgt Item" onl-" rukt hem aan dit huisgezin in rouw slaat Item ten gronde in zijne liefde in zijne eer en zijne vrijheid. K En zie nu een gouvernement dat droomt aan ik w eet niet welke rechltrekking derbuiten- landsclte grenzen, ik w cel niet aan welke behen dige verstrooiing van bet binenland, ik weetniet aan w elke listen gespannen door den krijgsroem aan de vrijheid en in afwachting van bet oordeel der geschiedenis en liet zekerder oordeel Gods, zal het openbaar gew eten de diefte van zooveel steden en zoovee? provinciën, de valsche of ge weldige aanhechting van een geheel volk vrijspre ken en misschien vereeren «Gt'yzult de begeerte dier zaken in uw hart niet dragen, vecvolg! het goddelijk boek En in derdaad. voor defi God van liet ehristene gewe ten ligtjiel kwaad nfel alleen in de band die uit werkt, maar in brt oog dat van begeerte schittert, in het gedacht dat ér naar berekent. <i O koningen, o machtigen, o volkeren, w ant de volkeren hebben ook hunne waanzinnige oo- genblikken, en de demokralie hare vleiers die haar ten onderen helpen, juist gelijk de vorsten en volkeren, voedt geene begeerten in het hart Gij zult niet zeggen i< W acblen wij een gunstig oogenblik af, daar de baanstrooper ook het zijne afwacht in de duisternis van zijn hol; ademt op voor grond de reuk van liet bloed niet in, welk |gij nog niet durft storten Gij zult geene begeerten in het hart voeden. i< Gij ziet het, mevrouwen en mijnheeren, het is de catechismus niet die moet gemaakt wor den, maar wel de geschiedenis die moet her vormd worden. Men moet ons van jongs af niet leeren dat degrootste eer deze der veroveraarsis. Wat gij tot uwe zonen moet zeggen, moe ders die naar mij luisteren,'l is dat de man die twee grasjes Deelt doen groeien daar waar voor heen niets op groeide, meer gedaan beeft dan de veroveraar die twintig veldslagen gewonden heeft'tis dat men voor de onafhankelijkheid dernatien denzelfden eerbied moet hebben als voor de eerbaarheid der vrouwen: t is dal] het zoo laf, zoo misdadig zijn zou baar te misken nen bij een gebuurvolk als haar in het eigen va derland te laten schenden EEN AMERIKAAN TE PARIJS. Een amerikaansch burger, die te Parijs ver blijft, geeft de volgende schets van den tcgen- woordigen toestand dier stad. Ik nam een fiaere en reed naar Belleville, om den toestand van het volk aldaar te gaan waarne men. daar men vertelde dat het voornemens was in opstand te komen en de geheele stad te plun deren. Natuurlijk maakte ik kennis met den koetsier. Onderweg ontmoetten wij een vriend van den koe sier, die op weg naar zijne woning in Bel leville was. Hij werd uilgcnoodigd out mede te rijden. Het was een zeer oorlogszuchtig patriot. De koetsier, de patriot en ik reden door de hoofd straten van Belleville en zongen de Marseillai se. De mannen Van Belleville bevonden zich in de straten, zij hadtien wapenen ontvangen en oefenden zich den gansclten dag, als zij niet op hel vaderland dronken. De vrouwen lagen met het hoofd uit de vensters en klapten naar herte- lusl. Ik nnodigdc den koetsier en den patriot op een ontbijt en genoot de eer dal zij het aannamen. Wij gingen naar een kroeg w aar, volgens de ver zekering van den patriot, de wijn en de keuken uitmuntend waren, en de vaderlandslievende denkwijze der gasten eveneens. Yan den wijn en de keuken kan ik niet veel zeggen, maar zooveel te meer van de gevoelens der aanwezigen. Het gesprek was algemeenen iederverklaarde dat Belleville den strijd tot het uiterste wilde volhouden Jules Favre en de regeering waren te gematigd, zij mochten zich wel in acht nemen of Belleville zou ze doodslaanRochefort had zi ne goede zijde, doelt begon te lauw te worden eindelijk was men in Belleville voornemens om de bezittingen der rijken te verdeeien, doch eerst de Pruisen te bevrijden. Ik sprak mijn oordeel vrij uit. Een smerige kerel in een oud uniform vermoedde dat ik geen Franschman was. misschien wel een spion. Mijn kniën knikten. De patriot hielp mij, zwoer dat hij mij van kindsbeen af had gekend en dat ik een degelijk Amerikaansch republikein was. De palriot en ik omhelsden elkander, andere patriot ten omhelsden mij, de koetsier omhelsden mij eveneens alien roken naar look, ik ook, maar dat is niets! De kroeg was intusschen geheel vol geloopen. ïk Amerikaanschc republikein, de vriend van Washington, moest eene redevoering houden ik werd op een tafel getild. Daar ik het laatste adres van Victor Hugo aait hel volk had gelezen, was ik voldoende voorbereid. Ik veroordeelde de vorsten in het algemeen en Napoleon, als een ellendigen schurk, in liet bij zonder. Ik stelde mijn republikeinsch vaderland in het verre w esten voor als een land waar iede reen rijk was, waar geen koning en geen grooten waren, slechts alleen le peuple. »Onder da veren de toejuichingen nam ik mijn plasts weder in en werd door verscheidene patriotten omhelsd. De burger - koetsier had geen lust terug te rijden. Hij was een weinig dronke ik betaalde, omhelsde hem vervolgens, en begaf mij met gevolg naar de naaste statie van den omni bus. Bovenop den omnibus zat het vol met mo bielen. die hun gew eeren met bajonnelten hij zich hadden, zoodat het rijtuig veel op een stekelvar- T)c builengowoone zittijd der knraers is bij konin klijk besluit van 27 sept. opgeschorst. Het belgisch ministerie en voornamelijk bet departe ment van openbare werken, dat alle? zou moeten doen, wat mogetijk is om de nijverheid ter hulp te komen, die zich heden in eenen beklngenswaardigen toestand bevindt, heeft de zorgeloosheid zoo verre gedreven, dat zij sedert acht dagen alle koopwaar weigert ter bestem ming voor den vreemde De opgegevene reden is het ontbreken van spoorweg- materieel. Maar waar is op dit oogenblik al ons materieel VY ij roepen de aandacht hierop van wien het behoort, om dien jammerlijken staat van zaken te doen ophou- den. Men zegt dat de opvolger van M. Carton, als nrrondis- sements-kommissaris te Yperen, de ridder de Ruzelte is. YVie is die ridder Niemand ként hem. Zoo men zegt was zijne moeder te Yperen geboren. Al wat men weet is dat hij edel van bloed, maar knal van verstand is Zijne eeni- ge verdiensten is dat 'hij gedecoreerd is van den Paus. Nu. 't schijnt dat dezeenkele hoedanigheid genoegzaam is om door M. Kervijn benoemd te worden. De pater Hracinthe wiens beroemdheid als redenaar en predikant heel de wereld door xeilt en die van wege de geestelijkheid zootegengekant werd, omdat hij de kerk tot een bondgenootschap stiette met de strekkingen on zer eeuw, sprak in bet vredes kongres van 2o juni 1869, eene redevoering uit, in welke wij de volgende zinsne den aantreffen, die zonder belang niet zullen gelezen worden. Dat men die zoo ware als ontegensprekelijke woorden nverlegge en ze naïeve 1 zij zijn de] uitdrukking van den natuur, de wil van God. Mochten de raenschen en de grooten der wereld er niet doof aan blijven Dan zou de rechtvaardigheid haren scepter niet gedurig bezoe delen.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Den Yker | 1870 | | pagina 2