Brand. l ter (l.iii iemand moei welen waar hij de echte inlichtingen kan bekomen. De l eer schepen toont aan dat de sted Gent meer dan hare plicht doet, welke de wet aan de gemeenten voor hel kosteloos onderwijs oplegt en dat de cijfers die M. Kervyn aanhaalt uit de lucht zijn gegrepen, dat het geheel fantasliekc eijfers zen, die hij nergens in geen enkel doku- uient heelt gevonden. De heer Wagenor denkt nog dat M. Kervyn mogelijks zijne inlichtingen heeft geno'mgn in 1 e. bureel van hel ministerie, dat in zake van eijferknnde wel eene les hij de jongens onzer gemeenteschool zon kinnen komen nemen. Zie hier er een staaltje van Voor Juli 1872 dat was voor de gemeente- kiezing, w erd ons een brief geschreven door den heer minister van hinnenlandsehe zaken, dat de stad Gent wettelijk recht had op cene subsidie voor het lager onderw ijs van 107,000 fr. .Maar ecnige maanden na de kiezing, ontvingen wij oenen anderen brief, die zegde dat wij maar recht hadden op 79,000 fr. Ofschoon het stuk van den heer Delcour, minister van binnentnd- zaken onderteekend is, wil ik niet vermu'» s len dal hij met de zaak is bekend gemr ikt vanl hij bezit te veel gezond verstand om zoo iets te doen dal.stuk verdient aan de nakomelingschap te worden overgemaakt om te doen zien hoe men 'eBrusselin sommige bnreelen kan cijferfn. i)e lieer schepen lent nil hoé men le Brussel is te werk gegaan om de subsidie waarop men recht had met ongeveer 30,000 fr. te verminde ren. Ziehier onder ander feit. Men zegt ons dat wij de uitgaven voor de op per lagere sehool niet mogen in rekening bren gen om eene subsidie te bekomen maar van ecnen anderen kant telt men hel schoolgeld dat dit onderwijsgesticht opbrengt bij onze inkom sten. Derwijze dal men ons wel rekening wil houden van wal die school opbrengt maar niet >an wat zij kost. Zulke tegenstrijdigheid heb ben wij ineen bestuur nooit opgemerkt. Het kollege heeft op dit gedenkweerdig stuk geantwoord zooals het behoort en de heer mi nister Dcleour heeft ons recht laten wedervaren. Het is waarschijnlijk dut JJ. Kervyn in dat bureel zijn inlichtingen zal zijn geweest nemen om eene dwaling te begaan, die hij met het over zien van den budjet der stad en het maken ee- ner eenvoudige aftrekking zou hebben kunnen voorkomen. Wij z'ju verplicht ons tot het publiek te wen den, daar geen enkel der vertegenwoordigers van Gent onze rcchlveerdige verdediging op zich neemt en wij hopen dat de dagbladen van welke kleur zij ook zijn, deze billijke prolestatie zullen opnemen. (Zeer welzeer wel!) M.Gaequier vraagt dat al de leden der Ka mer en van den Senaat den hudjet van onder wijs eu de redevoering van den lieer Wageneer zou gezonden worden. Daar wij niemand meer in de Kamer hebben om onze verdediging op zich te nemen,zijn wij verplicht ons rechtstreeks tolde kamer te wenden om ons rechl te doen gelden. Dit voorstel wordt aanveerd. Wij hebben sedert cenigc maanden drij brandram icn in A.aDt aan te stippen gehad. En al degenen die er een handje hebben aan toe gestoken om het verslindend clement helpen uit te doovcn zijn pijnlijk getroffen geweest o- ver den onbarmbartdigen toestand van het bluschmalerieel en der manschappen die het overzicht en de leiding ervan op zich hebbei genomen. En twee voorbereidende lessen diezoo har de gevolgen konden naztch slepen, zijn voor het Stadsbestuur niet vergenoegend geweest om een dieast op welken eikeens aandacht viel te herstellen en herinricblen. Wij welen dat in den brand van Mev.Cumont- De Clercq, de brandspuiten der slad aankwa men, als het gevaar van den brand verdwenen was, en dat da leiders en bevelers zijn mogen vertrekken zonder hunne tuigen ie ontrollen. In Schaarbeke was alles al in asch gelegd, als men despuiten aan<ieslcciienbrug ontwaarde, en in den vreeden brand, van verleden Vrijdag die een geheel kwartier in angst en verlegenheid bracht, beriekte <1 ie vlamme, om negen ure drij kwaart, de hoogte des stadstoren en was de slad zou zeer verlicht dal men eene spel in de stra len kon zien blinken, en slechts om elf ure min zeven minuten gaf men op stadstoren het braud- sein, en de brandspuiten trokken de poort van den heer F. Moycrsoen binnen om elf ure vijf minuten. Mannen van moed en die nooit achteruit blij ven als het er op aankomt op werken van chris tenen, waren er al in gelukt het vuur langs de w esterzijde d< r aanpalende gebouwen af te snijden. \Y are men langs de tegenovergestelde zijde aldus ook te werk gegaan, de brand zou weldra zijner vernielende krachten beroofd geweest zijn en men zou zulke groole verliezen niet te be- jreuren.^f ad <*bl»'n, Maar deze zending viel icrs dienst van de stad, die hare plaat! kwam te nemén en oordeelde, en M. Gheeraards opperbevelhebber, zegde het in onze tegenwoordigheid, dal er ran dien kant niets te vreezen was en drij k waart uurs later op pe rikel huns levens, de misgreep van den bevel hebber hesladigende, waagden zich cenige moe dige jongelingen hel dak te beklimmen en eene opening temaken in liet in brandslaande gedeelte en gelukten er in aldus den brand af te zonderen. De verwaarioo/ing van deze onontbeerlijke voorzorg zal aan de verzekeringsmaatschappijen duur kosten, en leggen ten klaarste bloot dat de bevelhebbers van de brandblusscherij in Aalst in hun vak sterk geoefind, ervaren eu bedreven zijn. A'a twee brandspuiten buiten dien.t gesteld Ie hebben, beeft men met de overblijvende ovei- loedig water in het vuur gc-.aigd en om twee ure waren de vlammen uitgedoofd. Zouden deze drij voorbeelden nog niet vol doende zijn oin onze edileu te doen begrijpen dat stadsbrandbluschmidde] jn oatcerc keiid m slecht ingericht zijn? Zouden zij hunne stijf hoofdigheid voor hunne plichten blijven stellen, want heel de stad vraagt en eischt eene herin richting van de brandblusscherij. Ishetgeene echte spotternij mannen'met name aan te stellen die als er op aankomt »*ene wer kende hand te bieden, hunne tuigen verlaten om de looneu van Cupido's snaren te gaan toe lachen! Indien er gccne lof kan toegezwaaid worden aan dc brandblmschers in titel, die te laat ter hrandphats aankwamen, indien er met geen lof van den bevelhebber kan gesproken worden, die de noodige kennissen of hel onontbeerlijk voor uitzicht niet bezit, kan er niet niet tc veel lof gewaagd worden van de vrijwillige braudblus- scherSj aan de Aalstersehe borgerij toebehooren- de, die de onwerderleggelijkste bewijzen gele verd heeft dat zij in den nood.geenc zelfsopofferin gen sterk genoeg kent om hare b< proefde mede- borgerij ter hulp te snellen.Zij heeft getoond dat zij vlaainsc!» is tornar de Vlamingen wier plaats er aangedu"' 5s en zich elders zoo zeer welen tc roemen, waren cr niet tc vinden. M. Van Wambeke, als burgemeester, had wellicht be langrijkere zaken af te doen? Wat dc verfcweaetaara hvembapptj Tooi'ibrcngt Om te bewijzen beminde lezers, dat in de andeu waar de geestelijkheid meersier is, de volkeren hunne zedelijke en lichamelijke krach ten verliezen; hebben wij slechts eenen blik tc werpen op hetgeen rr in Frankrijk cn Spanje plaats heeft. Dit bewijs kunnen wij ook inden in het geen er in ons land omgaat, en Jit ij middel van officieele cijfers. Vooreerst, indien w ij het getal der ongeleer de menschen in de liberale vaalsche provinciën vergelijken met dat onzer vlaamsche bevolkin gen, dan vindt men dat, voor liet geheel land; het midddencijfer van liet getal ongeletterde mi- licianen 43 p. h. is, terwijl liet 54 p. h. is voor de twee Vlaanderen. Ten andere, de armoede, de onwetendheid en de zedelijke en lichamelijke vervalling der pro vinciën Y laanderen zijn onbetwistbaar, en daarvan kan uien de proeven geven. Hel getal misdadigers|gedureiide de 30 laaste jaren, was 1838 voor de vlaamsche provinciën en slechts 608 voor de waalsche provinciën. Er zijn 403 ter dood veroordeelden geweest in de vlaamsche provinciën en slechts 168 in de waalsche provinciën. Er zijn 2850 vlaamsche gevangenen gew eest en-slechts 830 van de waalsche provinciën. Die eijlërs zijn getrokken uit liet werk san M. Ducpéiiaux een katholieke schrijver 'i Is nog in de vlaamsche katholieke provin ciën dal men bijzonderlijk de ichamelijke ver zwakking vindt, t et is da; r dat er dc meeste stommen, dooven en blinden zijn. Het is daar dat men het mecsten onnoozelen vindt. De armoede in de vlaamsche provinciën wordt gerekend op 16 p. li., en op 11 p. h. in de waalsche provinciën. De vermeerdering der bevolking is bijna on- bemerkbaar in de vlaamsche provinciën terwijl dat zij meer merkbaar is in de w aalsehe pro vinciën. De bevolking van Ooslvlaanderen is zelfs ver minderd en, integendeel zij vermeerderde toen Oostvlaanderen onder het juk der klerikale heerschappij niet gebogen was. Ontmaakt ons, riep M. De Maerc in 1869 in de Kamer uit, van .die 700 tot 800 lagere scholen die door de geestelijke genootschappen gehouden worden, want de onwetendheid groeit aan met het getal dierscliolen. Eertijds voerden dc katholieken den ooilog tegen de vlaamsche laai toen het de laai was van de voorslaan Jers der vrijheid van geweten en M. Y\ illcms. een onzer gemagtigste schrij vers, duidt die oorzaak van verbastering aan. Hij doet ons klaar zien met welke zorg de heilige boekleurders met hunne scheer, de groote en ..edelmoedige gedachten uil de ge schriften der vlaamsche schrijvers kwamen knippen, die vrije gedachten die van hel vlaam sche volk een der eerste en bcroemste volkeren der wereld hadden gemaakt. YY'al is er van die schoone vlaamsche nijver heid geworden De Vlaanderen bekleedden de eerste plaats in het maken van laken en van zijde. De Vlaanderen werden rijk door de visch- vangst, cn doorbel bewerken van voorwerpen welke men verkocht in gansch dc wereld: Dit alles is heengcvlogen, omdat de godsdien stige vervolging de werkende en verstandige be volking uit liet land dreef. Ineen enkel jaartijd*, verlieten cr 9000 familiën de stad Gent. Dc anuere steden, Brugge, Dixinude, Ijperen, wer den ontvolk. IJperen die eertijds 55,000 stuk ken laken verkocht, bracht er geen een meer voor, te beginnen van de regeering van Ael- brechl eu Isabella T c Geut, w orden het Volderhuis, hel Laken- metershuis eu zelfs dc Halle aan kloosters afge staan. Dc jcsuicteii kwamen tiun verblijf nemeo 'I—MM

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Den Yker | 1873 | | pagina 2