verkwezcling en gevaarlijke overheersching. De franciskanen vallen in den smaak der ka- tholijke burgerij niet, zij wil zicli mei die ver dachte klerikale milicie niel mengen,men moest dus. voor die burgerij,die men met geweld uit het bereik van bel Willems Fonds en de andere vlaamsche liberale vereenigingen wil houden, iets treffelijkcr inrichten dan de franciskanen en de 't jeefkens; zoo iets dat, onder den naam van taal en letterkunde, bel zelfde doel beoogde. Deze iels zal bet DavidsFonds zijn, dat, in dien het den klerikalen niel toelaat de verlichte vlaamsche bevolkingen langer om den tuin te leiden, niet min geroepen is.gelijk men ziet, on zen tegenstreveren groote diensten te bewijzen. Men weet welke moeite de klerikale partij zich geeft om bare rangen te vergrooten en boe zij te werk gaat om hare soldaten in te lijven. De inlijving en tie inrichting van bel Davids Fonds laten niets te wenscben. De zetel der -ocitteil is te Leuven, klerikale Alma mater. De achtbare H. Scbollaert schrij ver van het vermaarde liedje van den vieillard blême et sombre, is er eerevoorzilter van. Een fanatiek,vurig, bollandsche leeraar bekleedt het voorzitterschap,aan zijne zijdeziet men pastoors, kosters,weldenkende studenten en een kantonale schoolopziener, hevige liberaal zoolang de libe ralen aan het hoofd waren,en die zoo het schijnt, lot zijne vroegere denkwijze zal terugkeeren den dag dat de liberale meerderheid zegepraalt. Vervolgens komen de afdeclingen. Elke afdeeling heeft voor zetel eene min of meer belangrijke stad, van waar zij over de om liggende gemeenten piijkt. Het is gewoonlijk de beer deken der streek die aan bet hoofd der afdeeling staat. Hij beeft voor bijgevoegde overheid den senateur of volksver- tegenwoordige/ en den burgemeester, indien hij klerikaal is. De kantonale schoolopziener en eenige kosters, met den titel van letterkundi ge gedecoreerd, vollcdigen bet bestuur. Wat het geld aangaat, daar is nooit gebrek aan bij dit volk. Tot hier toe heeft men van de leden nog geen centiem geeischt en de kas stroomt over. Het is meer dan waarschijnlijk dat hier nog zekere christelijke werken hunne gewoone rol spelen. Dank aan die kas en aan de andere middelen van overtuiging en dwang, waarover bet kleri- kalism beschikt, telt de nauwelijks ingerich te nieuwe vereeniging talrijke aanhangers in vele dorpen casteden. Eiken dag ziet nieuwe afdeelingen ontluiken. Met behulp van predikstoel en biechtstoel zal in korten tijd geene localiteit meer gevonden worden die niet eenige leden telt. Indie.it de tegenwoordigheid van den senateur of volksvertegenwoordiger en burgemeester in het bestuur der afdeeling de belangrijkheid,die de klerikale partij aan bet Davidsfonds echt, voldoende bewijst, deze van den kantonalen schoolopziener legt zich gemakkelijk uit. Men wil vooral op de onderwijzers drukken. Vele hebben tol hier toe deel gemaakt van het JVillemsfonds of van andere vlaamsche veree nigingen. De schoolopziener zal hun de les op spellen en ze verplichten in de afdeeling te tre den waarvan hij het schoonste sieraad of pronk stuk is. Ziedaar voorwal de inrichting aangaat. Hun ne werkingen zullen bestaan in het uitgeven van nuttige boeken, het stichten van bibliotheken, het aanmoedigen vau godvruchtige schrijvers. Zij zullen vervolgens conferenties, muziekale- cn letterkundige feesten geven. Kortom, men zal zooveel mogelijk de wer kingen van het Willemsfonds trachten na te apen, wel te verslaan dal men de vooruitstre vende neigingen door nauwe achteruilkruipcnde doeningen zal vervangen. De Davidsfondsnislen bekennen niet openlijk wat zij willen. Het programma van liet Davidsfondsgelijk al degene der klerikale flaminganten, handelt van niets anders dan van de belangen der moe dertaal, van het nationaal gevoel en van de ze delijke en verstandelijke ontwikkeling onzer vlaamsche bevolkingen. Die bevolkingen hebben ten hunnen koste geleerd welke weerde die zoclluidendc woorden vervatten in den mond der klerikalers het is te hopen dal zij nog slechts deze zullen bedrie gen die geern bedrogen worden. Er zijn nog reden om te geloven dal de strijd die de klerikale partij tegen het Wil lemsfonds voert geheel en al zal mislukken. Om brood te maken is er bloem noodig; om eene letterkundige maatschappij te vormen, moet men ten minste eene kern van letterkun digen hebben. Die kern van letterkundigen bezit bel Da vidsfonds niet el zal ze nooit bezitten. Want wie zou durven veronderstellen dat een vlaamsche le lerkundige, zijnen naam waar dig. zich weinig genoeg zou achten om, in den tegenwoordigen slaat van zaken, het Willems fonds en zijne uitstekende beschavende zending te verlaten en d> aanhanger te worden van lie den die niets din de verstomping en verdruk king hunner meceburgcrs willen. Van eenen aideren kant zal de verlichte vlaamsche bevoiking nooit voor ernstig nemen de kosters en andere nulliteiten, aan welke de inrichters van bet Davidsfondsin het belang van hunnen win'el, letterkundige verdiensten willen toeeigeuen. Deze taktiek beeft eertijds aan het klerika- lism kunnen gelukken doch beden is dit on mogelijk. Want als het enen paler Hillcgecr welkdanig ook. voor een talentvolle schrijver wil doen doorgaan,drijft men dm spot met hem de letterkundige opvoeding der Mamingen heeft in weerwil der klerikalen en bunie flamingan- te aanhangers, grooten vooruitgang gedaan. Daaiuit moeten wij besluiten datde liberale Vlamingen groot ongelijk zouden hebben zich o- vermalig te verontrusten in den strijd dien hun ne vijanden voorbereiden.Het is een strijd waar uit zij voordeel moeten trekken, indien zij hun ne tegenwoordige gesteldheid waarnemen en hunne plichten vervullen. De liberale partij moet uit al zijne krachten en mei alle middelen de liberale Vlamingen hel Wil- lems-Fonds en andere instellingen van dien aard aanmoedigen; de liberalen inoclen zich de hand geven en bet voorbeeld volgen hunner Antwerp- sche vrienden; vereenigd en verlerkt door het goede dat zij gesticht hebben en i.og zullen stich ten,hebben zij van de kuiperijen hunner vijan den niets tevrcezen. de boorliug zal boorling blijven en door de machtige armen vau het Wil lemsfonds verpletterd worden. Een huichelaarster, Een boek voor opschrift dragende Louise La- leau et les mystères du bois d'Haine door Dr. Boensis dezer dagen van onder dc pers geko men. Het is de ontwikkeling van al de vragen die hij al loopende had opgeworpen in zijne memo rie,aan de akademie van geneeskunde van Brl- gie voorgedragen. Maar aangezien de akademie lieden onder het juk gebogen gaat van de Alma mater van Loven, zijn de bijzonderste puoten, in het verslag, welk er over gemaakt werd, on aangeroerd gebleven of op eene onvoldoende wijze onderzocht geworden. De ziekte waarvan Louise Laleau aangedaan is, is eene soort van waanzinnigheid, die onder houden en geëxploiteerd wordt door vertrouwe lingen die belang hebben in het verprciden der dweepzuchtige gevoelens deze waanzinnigheid is niets anders dan eene christomaniemet wondteekens. vrucht van listen zoowel als haar Ievcnhandha\iug met onthouding van alle spijs. De mannen die zulke verkeerde en onmoge lijke zotternijen voor waarheden willen doen doorgaan,kunnen in zekere beluiken en verga deringen eene plaats viuden maar voorzeker is het niet in eene eeiste geneeskundig korps eens lands. Een einde zou aan die kweekerij van bedrog en aftroggelarijen hoeven gesteld te worden, 't Is het geval of nooit om een prokureur des ko- nings de gelegenheid le verschaffen een mensch aan eene zekere dood te ontrekken want op weinige dagen op eene betamelijke w ijze be handeld zou de waanzinnige Louise Lateau,van hare kwaal kunnen genezen worden;integendeel, indien men dit schepsel nogeenigen lijd tot den dienst der dweeperij iaat veroordeelen, om hare exploiteerders te verrijken, mag men zich verwachten van ze binnen kort naar de eeuwig heid te zien overgaan. Zou het gerecht die macht niet hebben Zou het zijn plicht niet zijn de cxploiteurs van Louise Lateau voor de rechtbank le dagen onder de belasllegging van onwettige opsluiting en slechte behandelingen welke eene ernstige ziekte veroorzaakt hebben die den dood kan en moet na zich slepen! O tempora, O mores! Wanneer zullen de mensehen eens hunne oogen en verstand gebruiken waartoe zij geschikt zijn? Een woord over middelbaar onderwijs. Onze kinderen zullen eens burge s zijn. Op hen berust de toekomst. Van het opleiden der jeugd hangt derhalve de toekomst af. De opvoeding der jeugd is dus de belangrijk ste zaak waarop een volk zijne aandacht geves tigd houdt. De ware vrienden van vrijheid en vooruit gang, spannen alle mogelijke middelen in om 1 alom de volksverlichting, hel Vrijzinnig onder wijs te ondersteunen en te verspreiden. De achteruitkruipers integendeel, slaafsche werktuigen eener reuzenmacht die slechts van dwang, van alleenheerschappij ja van wereld heerschappij droomt, maken zich van de jeug dige harten onzer kinderen meester zij trach ten in hen alle vrijheidszucht uit te dooven, de stem der rede te versmachten, om alzoo hel op- kommend geslacht naar hunnen zin te vormen, en eens zonder moeite tot de verwezenlijking hunner heerschzucluige plannen te komen. Om hiervan overtuigd te zijn, hoeven wij sleehls onze oogen te openen, en na te gaan wal er hier in ons landeken zoo al omgaat. Bedroevend voorwaar is de toestand van het onderwijs in België. Maar toch, is het te ver wonderen?... Aan welke mannen is hei onder wijs toeverliouwd?... Aan getrouwe uilvoeders van den Roomsche wil, aan werktuigen dier alverslindende partij, die onze jeugd met kreeftensprongen wil voor waarts drijven, omdat zij maar al te wel weet dat domheid de eerste steunpilaar is der dwin geland^ vooral wanneer deze laatste van Rome moet uilgaan!) L'ignorance toujours mine a la servitudeschreef een fransche dichteres. En daarom wordt de strijd tegen het vrijzinnig onderwijs met razende drift voortgezet. Jesuieten, Josephielen, paters en nonnen van alle kleur en slach, leggen ten alle kante hunne zwarte klauwen op onze zonen en dochters. Zij kneden den deeg naar hunnen wil. Vaders en moeders, laat ge zoo de bloeme- kens van uwen echt verdorren5 Laat ge die hemelsein gaven welke de schepper zoo mild in i

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Den Yker | 1875 | | pagina 2