fen zijne inkomsten aanzienlijk de uitgaven.
Wij vreezen maar iets, dal de jesuieten, die
grvaailijkc sekte voor vrijheid en vooruitgang,
welke uil Frankrijk zullen trekken, hunne ten
ten hier in ons land zullen komen opslaan, en
onze grondwet, niet toelatende te doen wat
men in Frankrijk doet, men zal verplicht zij"
ze te huisvesten, te voeden en ons instellingen
te laten ondermijnen, en dit alles daarbij nog
op kosten van het algemcpn
Wij vragen dat ons gouvernement een wa-
kend oog zou houden en doen wat hel kau.
|)E JESUIETEN ALS MARTELAARS.
Wanneer er in het Oosten eene orde be
stond van bouddhislen monnikken, welke tot
doel hadden om de wereld Ie overmeesteren
cn te regeeren en die, om dat doel te bereiken,
alle middelen de misdadigste daaronder be
grepen, rechtvaardigen en gebruiken zouden,
dan waren al de klerikalen het met ons eens,
om die orde te verfoeien en mede te w erken
om ze te ht letten hare helschc plannen in ons
land te komen verwezenlijken. Die orde be
staat. maar het zijn christen monnik ken. welk
ze uitmaken, het zijn de jesuieten. IJii alle
landen zijn zij weggejaagd geweest, onder an
deren tot drijtnaal toe uit Frankrijk
Hunne aanhangers trachten hen met aller
lei bokkensprongen te verschoonen zoo doen
de. toonen zij dat ze geen echte katholijken
zijn hun plicht was immers den paus als
onfeilbaar te gehoorzamen en wal heeft de
onfeilbare paus Omenlius XIV gedaan in
het jaar 1773 gaf hij eene bul uit, waarin hij
de orde der Jesuieten brandmerkte als een
gedurig gevaar voor de goede leden. de mavt-
scHAPPij en voor DE RELIGIE daarom ver
klaarde hij die orde voor eeuwig afgeschaft
met uitdrukkelijk verbod om ze nooit, onder
w-eJke vermomming ook. weer op te richten.
Men weet dal die paus vergeven werd en de
algomeene denkwijze was, dat, door het toe
doen van jesuieten, eene hostie, die hij hij mis
te lezen gebruiken moest, met vergift was
voorbereid.
In ons land werd keizerin Maria lliere.aa,
die zoo oprecht godsdienstig was, overtuigd,
dat het algemeen welzijn de afschaffing van dc
gevaarlijke orde der Jesuieten genoodzaakt had,
Ook raadpleegde zij vooraf de bisschoppen,
en de andere voornaamste geestelijken, welke
het advies uitten, dat de pauselijke bul in onze
pronviivcien inoett toegepast worden.
Ei werd daarenboven bewezen.dat de biecht
vader. een Jesuict, aan zijnen generaal, te Ro
me. eon afschrift van dc biechten der keizerin
had gezonden, wat al dc zoodanige hicchtva-
deis van de koningin en vorsten ook deden,
tiiellegen slaande, dat de gceselijken beweren,
dat nooiteen priester zich aan zulke heiligsehen
nis heeft schuldig gemaakt.
Dc keizerin Maria Tlieresia besloot, dat
den 15 september 1773. in al de kerken van
België de pauselijke bul afgelezen zou worden,
welke de oide der Jesuieten afschafte den 15
derzelve* maand, werden al hunne goederen
verbeurt verklaard, ten voordode van lands
schatkist, en den 18, sloot men hunne kloos
ters en scholen, en al de Jesui'en moesten hel
land verlaten, zonder er ooit te mogen terug
komen.
De klerikale dagbladen bejammeren en be
treuren het sluiten der Jesuielenhuizen dat
bevolen is door het fransclt gouvernement,
zonder nogthans ze te vcrbanucn noch hunne
goederen te verbeuren.
Men toont die gevaarlijke samenzweerders
tegen het algemeen welzijn, als onschuldige
martelaars van het geloof, alhoewel, zoo als
Clnnentiuv Xlb het met recht heeft verklaard,
zij inderdaad, bedervers zijn der religie, welke
voor hen niets is dan een middel, om over-
heersching cit rijkdommen aan te schaffen.
IViel een van die dagbladen wil zich herinne
ren, dal Karei den X zelve, die zoo vroom
katholijk was, wel heeft moeten erkennen, dat
de Jesuieten heel Frankrijk ais met een nel
overspannen hadden, cm dc uitvoering der
weiter» te beletten ook haarzelde hij niet al
Itptiwr, liBtKtt eft scholen in 1823 t* doen slui
ten
Het gouvernement van de Fransche repu
bliek volal dat. voorbeeld, steunende daarbij
op liet ConcorJaat, inet den Paus gesloten in
1802 en dal detuitsluiting van de jesuieten en
andere mot* jikeu uit Frankrijk vast stelt.
Deze maatregefis door de f llentrootsle meer
derheid der franschen goedgekeurd en de gees
telijken, uitgezonderd de bisschoppen, zullen
weldra openlijk tetse dergelijke denkwijze la
ten blijken. X.
EENE BIECHT.
Dat de priesters betaald waren om het ge-
loof uit allemans harte te doen verdwijnen,
dan zouden zij toch niet beier 1 unnen te werk
gaan dan zij het nu doen.
Diefte, mootd. brandstichting, ontuchtigheid,
godslastering, in een woord alle de misdaden
en oneerlijkheden die in de verdnrvenste ziel
van een rasphuis kunnen ontslaan, zijn maar
beuzeligheden veor den dienaar Gods. en kun
nen. mits ccnige paternosters of litaniën. verge
ven en geboet worden. Eene ni"uwe zonde,
een onlangs gefabrikeerd gruwel alleen blijft
onvergeeflijk en werpt duizende ouders in den
ban der H. Kerk die monsteidaad beslaat
inzijne kinders naar de gemeenteschool
te zenden.
Als men aan de menschen denkt in wiens
boezem het vertrouwen in den priester nog on
bewimpeld heeischl, dan moet men met ons
zeggen dat er nooit geen sehandelijker misbruik
van godsdienst gepletpd wierd. Inderdaad, die
menschen gevoelens allerbest dat zij hoege-
naam niets misdoen met voort ie gaan znoals
zi| in 1879 deden de meesters braaf voor de
nieuwe wri, zijn vnlstrekt niet slerht gewor
den na den 1 jtili. Ên nochtans als de geloovi-
gon denken dal een eeuwig vuur hen aan de
overzijde van het grag afw acht als zii. in hun
ne hijg'lonvigheid sidderen en beven bijtel
vooruitzicht dei* eeuwige verdoemen'*. dan
toch bevangt de vrees hun het hart. Ondanks
de overtuiging dal de priester slecht ha.trHd
valbui zij in den strik en beloven te handelen
legen htm geweten, tegen de waarheid die hun
zoo klaar als eene zornersche middagznnne
toeschijnt zij zenden limine kinderen naar de
Susscnscliool om de paaschibseluiie te beko
men.
Gelukkiglijk voor de vooruitgang van het
mensehdom zijn deze korlziende ouders in zeer
gering getal. Meest al van Imn die aan den gods
dienst gehecht blijven, verwijderen zich van
den priester die zijne plicht te buiten gaat.
zijn gezag misbruikt, en alleenlijk onverdraag
zaam handcLd voor den politieken winkel van
zijne meesters.
Godsdienst en priester, maken voorlaan twee
nel afgesnedene zaken uit, twee tegenstrijdige
princiepen die elkander bevechten en vernie
tigen.
Met honderden zouden wij hier kunnen de
voorbeelden ophalen van menschen die voor
taan aan geen biechtstoel meer zullen knielen,
met duizende zelf kennen w ij ouders die man
haftig het geluk hunner kinderen hebben ver
dedigd legen de afdreigingen der biechtvaders
maar het zou ons te verre brengen en wij moe
ten ons vergenoegen met hier ern enkel voor
beeld neer te schrijven in den grond gelijkt
liet toch op alle de anderen.
Het is het geval van eene brace en knappe
huisvrouw, die, hij het uitgaan der kerk, ons
hare biecht vertelde.
Wij kennen de moeder en schenken haar ons
volle vertrouwen voor de waarheid van haar
gezegde.
Ziehier de samenspraak
HIJ. Zijt gij getrouwd
DE MOEDER. Ja. Mijnheer.
HIJ. Hebt gij kinders
DE MOEDER. Ja, Mijnheer.
HIJ. Waar gaan zij ter schole
DE MOEDER. Wel in de gemeenteschool,
Mijnheer.
IIIJGij moet ze daar wegdekken, dat zijn
slechte scholen.
DE MOEDER.—Wel Mijnheer dal vind ik niet,
het is au reeds vele jar"n dat zij daar henen gaan,
en nooit heb ik iets slecht in liet onderwijs, in de
lessen, of bij de meesters kunnen opmerken.
HIJ. Ja maar de nieuwe wet heeft alles be
dorven, de boeken die men er gebruikt zijn aller-
sleehfs.
DE MOEDER. Vergeef mij, Mijnheer, maar
al de boeken die mijne kinders hebben,lees ik ook,
en nooit, heb ik er iets of wat in gevonden die te
gen de godsdienst strijdt of een slecht gevoel in
het hart van mijne kinderen zou kunnen doen
ontstaan. Meermalen zelfs heb ik, luid op, zekere
lessen gelezen, om ze nog beter in hun geheugen
te doen dringen, daar ze zoowel het plichtbesef,
de kinderlijke liefde en de werkzaamheid deden
gelden.
HIJ. - Dat is alfemazl goed daar zullen wij
niet verder over spreken maar de wet is sl- chten
ik kan u volstrekt geene abso'utie geven indien
gij mij niet stellig belooft uwe kinderen uit de
stadsscholen te houden, of ten minste, dat gij bij
uwen man zult aandringen om zulks van hem te
hekomen.
HE MOEDER. Mijn man, Mijnheer, is een
werkzame burger die onverpoosd werkt en zwoegd
om de zijne eerlijk do»r de wereld te brengen
nooit zal hij in uwe vraag toestemmen Hij is
goed geleerd en weet maar al te wel Tan wat
belang het is wel onderwezen te worden in de
kinderjaren, daar bij zich veel moeite hoeft
moeten geven om de vijl jaren dat, hij :n
eene hroederkensschool. verloor, in te winnen.
Hij zegt voor zijne redan, Manheer, dat zoo de
wet waarlijk slecht is. men eerst diegene moet
straften die ze gemaakt hebben. Hij vertelde mil
daarover het gev d van de heeren Boyaval en Do
le/.. die beiden, halfdood, zich naar bet Senaat
deden vervoeren om de wmt te steuiinen en ie
Zonderdewot verzaakt te hebben op hun doodbed
de absolutie ontvingen.
Mijn man zegde i og meer dat de schuldigste
van al hierin nog de koning was wiens handteeken
noodzakelijk was om de wet te bekrachtigen,
en nochtans heeft Z M., met grooten luister,
zijne paaschpüehten trek weten.
HIJ. Vronwt e dat zijn al zaken waar g'J u
niet mede te bekommeren hebt. Ik volg de beve
len van onze bisschoppen die de afgezanten van
God op aarde zijn en zoo gij mij niet stellig be
looft nve kinders uit de gemeenteschool te trek
ken dan kan ik u volstrekt geene absolutie ge
ven.
DE MOEDER. Hetzij zoo, Mijnheer. Ik ben
christelijk opgevoed geweest, en heb altijd goed
m ij rif» plichten gekweten. Ik zal voortgaan met
te doen wat ik voortijds deed, behalve wat ik
hier bij u kwam doen.
Als ik zal denken 'mor iets te moeten boeten,
dan zal ik trachten waf van 't mijne aan de on-
gelukkigen te izeven en alsdan durf ik hopen dat
God, uil hoofde van het goede dat ik zal gedaan
hebben, mij ook het kwade zal vergeven.
Maatschappij Lts Francs Tireurs.
Het banket ter gelegenheid der jaarlijksche Ko-
ningscbieting in de Burgerwacht maatschappij
Les Francs Tireurs i vastgesteld op zondag 25
April aanstaande, heeft plaats in Den Comtc
d'Egmont
Groote toebereidselen w orden gemaakt om aan
dit feest een buitengewone luister te geven .prach
tige versiering der banketzaal en uitgekozene
spijskaart.
De Ocariensonder het bestier van den heer
Warnotsorkestmeester van dun Muntschouw
burg van Brussel, hebben met veel welwillendheid
aan de uitnoodiging beantwoord, en zullen het
feest opluisteren door het uitvoeren van verschel-
dene muziekstukker.
Di' uitgelezen gezelschap, die reeds zes maal
in 's koningspaleis gevraagd is geweest, heeft
insgelijks de uitnoodiging aauvaard om in Lon
den hunnox talentvolle muziekknnde te laten